dood door schuld

VR 2018/42 Dood door schuld. Strafmaat.

Jurisprudentie
Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een voor hem rijdende auto willen inhalen en heeft daartoe twee doorgetrokken strepen overschreden. Verdachte overschreed daarbij de geldende maximumsnelheid met 17 km/h. Hij is met zijn personenauto de linker weghelft opgereden en daar met de linkerzijde van zijn voertuig frontaal in aanrijding gekomen met een hem tegemoetkomende motorrijder. De motorrijder is ten gevolge van de botsing komen te overlijden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden, wat betekent dat verdachte schuld heeft in de

VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
drugsgebruik. Straf.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het

VR 2018/37 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Duisternis.

Jurisprudentie
Verdachte heeft als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol op een donkere, onverlichte weg een uitwijkmanoeuvre uitgevoerd en zich daarbij onvoldoende vergewist of de weghelft waar hij naar uitweek vrij was. Verdachte had het slachtoffer naar het oordeel van het hof onder de in de onderhavige zaak genoemde omstandigheden bij oplettend rijden zodanig tijdig kunnen en moeten opmerken, dat hij een aanrijding had kunnen voorkomen. Daarmee is naar het oordeel van het hof voldoende vast komen te staan dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld in de zin van

VR 2017/140 Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten

Artikel
VR 2017/140 Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige verkeersdelicten Een uitgebreide boekbespreking Mr. A.E. Harteveld * * Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Al in juli 2015 verscheen, in het Engels, het boek Criminal Liability for Serious Traffic Offences, Essays on Causing Death, Injury and Danger in Traffic. Het boek bevat bijdragen die zijn gebundeld naar aanleiding van het eerder in Groningen, onder auspiciën van de Rijksuniversiteit aldaar gehouden congres over de strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten in een aantal

VR 2017/087 Roekeloosheid in vormen

Artikel
VR 2017/87 Roekeloosheid in vormen Prof. mr. W.H. Vellinga* * A-G i.b.d. bij de Hoge Raad, tevens oud-redacteur van Verkeersrecht. In zijn editorial in Delikt en Delinkwent van zomer vorig jaar schreef Groenhuijsen dat de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het begrip roekeloosheid, zoals dat voorkomt in art. 175 WVW1994 en art. 307 en 308 Sr, niet overeenstemt met hetgeen de wetgever voor ogen stond. 1) Zijns inziens beoogde de wetgever roekeloosheid niet te beperken tot wat door de Hoge Raad uitzonderlijke gevallen worden genoemd. Deze restrictieve uitleg door de Hoge Raad van roekeloosheid

VR 2017/097 Dood door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
Verdachte is 's nachts met bijna vier keer het toegestane alcoholpromillage, met te hoge snelheid, zwalkend en zwabberend over de snelweg rijdend en daarbij andere auto’s links en rechts, en zelfs over de vluchtstrook rakelings inhalend, waarbij door de verdachte ook eenmaal bijna tegen de vangrail wordt gereden, over de snelweg gereden. Verdachte is uiteindelijk vermijdbaar en verwijtbaar achterop de auto van het slachtoffer gebotst met als uiteindelijke gevolg het overlijden van het slachtoffer. Het rijgedrag van de verdachte in combinatie met het als gevolg van alcoholgebruik niet in staat

VR 2017/096 Dood door schuld.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een forse snelheid, oplopend tot ongeveer 150 km/u over een provinciale weg waar 80 km/u was toegestaan, terwijl hij onder invloed was van alcohol en medicijnen. Hij heeft meerdere auto’s ingehaald en weer naar rechts gestuurd. Verdachte is de macht over het stuur verloren, doordat hij in de rechterberm is terechtgekomen, vervolgens naar links heeft gestuurd en daarna op de linker weghelft is terechtgekomen. Daarbij is hij in aanrijding gekomen met de auto van slachtoffers. Eén slachtoffer is komen te overlijden, twee slachtoffers hebben zwaar lichamelijk letsel opgelopen en

VR 2017/095 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht. Afwezigheid vanalle schuld.

Jurisprudentie
Het hof acht voldoende aanknopingspunten aanwezig voor de vaststelling dat het niet anders kan zijn dan dat het handelen van verdachte een medische oorzaak heeft, bestaande in een kortdurend gebrek dat met de cardiale functie van verdachte van doen heeft, terwijl verdachte van het veroorzaken van het ongeval geen verwijt kan worden gemaakt, zodat hij niet wist, noch redelijkerwijs kon en behoorde of behoefde te weten of te voorzien dat dat gebrek zich zou voordoen. De verdachte verkeerde ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht, zodat van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW niet

VR 2017/69 Dood door schuld. Vrachtauto. File. Kop-staartbotsing.

Jurisprudentie
Verdachte botste met zijn vrachtauto achterop een langzaam rijdende of stilstaande personenauto. Kennelijk heeft hij zijn aandacht onvoldoende op de weg gericht waardoor hij niet heeft gezien dat er vóór hem een personenauto langzaam reed dan wel stilstond op de weg. Hierdoor heeft hij niet op tijd geremd dan wel een uitwijkmanoeuvre gemaakt. Deze aspecten maken dat verdachte in aanzienlijke mate onvoorzichtig en onachtzaam aan het verkeer heeft deelgenomen, waardoor hij een ongeval heeft veroorzaakt waarbij een personenauto is geraakt en ten gevolge waarvan twee personen zijn overleden.Van

VR 2016/091 Wijziging Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Artikel
VR 2016/91 Wijziging Wet schadefonds geweldsmisdrijven De Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden. De wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: de Wet) regelt een uitbreiding voor nabestaanden van slachtoffers van dood door schuld en een uitbreiding van de indieningstermijn van aanvragen in het algemeen