dood door schuld

VR 2019/166 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Uitleg
tenlastelegging. Strafmotivering.

Jurisprudentie
De verdachte is met zijn auto tegen een hem tegemoet rijdende wielrenner gereden, die ten gevolge daarvan is gedood. "Dan wel" in bewezenverklaring te verstaan als "en/of". Het hof neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij zijn medewerking aan de ademanalyse doelbewust heeft geweigerd, getuige zijn mededeling aan de medewerkers van de crisisdienst dat hij bewust niet wilde meewerken aan een adem- of bloedonderzoek, zodat er geen bewijs tegen hem zou zijn van het rijden onder invloed van alcohol. Het voorgaande duidt op een berekenende houding van de verdachte.

VR 2019/165 Dood door schuld. Geen roekeloosheid. Beginnende bestuurder. Rijden
onder invloed.

Jurisprudentie
Verdachte, een beginnend bestuurder, heeft een driewielige Piaggio motorscooter bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte in zijn bloed ruim twee uur na het ongeval nog hoger bleek te zijn dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed. Verdachte heeft bovendien op de hem bekende Dorpsstraat in Riethoven de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur met minimaal 19,9 en maximaal 36 kilometer per uur overschreden. Deze snelheidsoverschrijding is naar het oordeel van het hof als een ernstige overschrijding aan te merken. Verdachte heeft

VR 2019/164 Dood door schuld. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaarzetting.
Rechts afslaan. Vrachtauto.

Jurisprudentie
Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat hij bij het rechtsaf slaan geen voorrang heeft verleend aan de rechtdoor rijdende fietser. De verdachte heeft aldus een verkeersfout gemaakt met voor het slachtoffer fatale gevolgen, maar deze fout is gelet op de omstandigheden van het geval, voor zover die objectief zijn komen vast te staan, niet zonder meer aan te merken als “schuld” aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De voornoemde verkeersfout heeft wel gevaar op de weg in de zin van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 veroorzaakt.

VR 2019/163 Dood door schuld. Epileptische aanval. Strafmaat.

Jurisprudentie
De verdachte botste met de door haar bestuurde auto op rechts van de weg op een fietssuggestiestrook lopende voetgangers die ten gevolge van de botsing werden gedood. Zij had met regelmaat epileptische aanvallen, waardoor zij onwel werd of buiten bewustzijn raakte, en had meerdere aanrijdingen of ongevallen gehad (mede) als gevolg van die epileptische aanvallen. Ten tijde van het ongeval had zij een epileptische aanval. De verdachte was ten tijde van het ongeval sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De omstandigheid dat die epileptische aanval zich heeft voorgedaan kan haar niet disculperen

VR 2019/162 Dood door schuld? Causaal verband.

Jurisprudentie
De verdachte kwam als bestuurder van een personenauto in botsing met een fietsster, die vanaf een als trottoir betegelde aansluiting van een zijweg op de door de verdachte bereden weg die weg overstak. Zij werd ten gevolge van de botsing gedood. Het ongeval is het directe gevolg van de uiterst minimale dan wel geheel ontbrekende tijd die de verdachte resteerde om te reageren op het oversteken door het slachtoffer. Het causaal verband tussen het verkeersongeval en de aan de verdachte in de tenlastelegging verweten gedragingen betreffende de door hem uitgevoerde inhaalmanoeuvre en zijn

VR 2019/161 Dood door schuld. Psychose. Amfetamine. Rijden onder invloed.

Jurisprudentie
Het oordeel van het hof dat sprake is van 'schuld' in de zin van art. 6 WVW 1994 is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat het heeft vastgesteld dat de verdachte de keuze om amfetamine te gebruiken volledig vrijwillig heeft gemaakt, dat hij wist dat dit een harddrug was en dus een middel was dat (op gevaarlijke wijze) van invloed kan zijn op de psyche en dat hij is overgegaan tot het gebruik daarvan, zonder zich van tevoren te verdiepen in de dosering en de (mogelijke) precieze effecten daarvan, waaronder ook de duur van die effecten. Daarbij verdient opmerking dat de opvatting van het

VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer

Artikel
VR 2019/143 Dodingsopzet in het verkeer Een bespreking van A.A. van Dijk, Opzet, kans en keuzes, Zutphen 2017 Prof. mr. F. de Jong * * Als hoogleraar strafrecht verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) van de Universiteit Utrecht. 1. Een analyse van doodslag in het verkeer In 2017 verscheen bij uitgeverij Paris het boek Opzet, kans en keuzes. Een analyse van doodslag in het verkeer van de hand van Alwin van Dijk. Het is een indrukwekkend boek; indrukwekkend niet alleen vanwege de lijvige omvang van

VR 2019/152 Dood door schuld. Rood verkeerslicht.

Jurisprudentie
De verdachte is in strijd met een voor zijn, verdachtes, rijrichting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht de kruising opgereden en rechtdoorgaand overgestoken en/of heeft (daarbij) zijn aandacht niet voortdurend op de weg en het verkeer vóór hem gehouden en/of heeft (aldus rijdende) niet opgemerkt dat een bromfietser en een voetganger, die voor hem, verdachte, van rechts kwamen, zich inmiddels op de voor hen bestemde oversteekplaatsen bevonden terwijl de voor hen geldende verkeerslichten groen licht uitstraalden en/of die bromfietser en die voetganger niet heeft laten voorgaan en/of

VR 2019/150 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
De verdachte reed als bestuurder van een personenauto, terwijl hij onder invloed verkeerde van alcoholhoudende drank, met een snelheid van tussen de 90 en 113 km/u terwijl ter plaatse een maximumsnelheid van 50 km/u gold en negeerde vervolgens een rood verkeerslicht. Daardoor botste hij op een andere personenauto waardoor een inzittende van die personenauto zwaar gewond werd. Kennelijk wilde de verdachte ontkomen aan de politie die hem achtervolgde.Het handelen van de verdachte kenmerkt zich door het ontbreken van elke vorm van voorzichtigheid. De verdachte heeft kennelijk zonder enige remming

VR 2019/090 Dood door schuld. Roekeloosheid.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als inzittende van een personenauto tijdens het rijden met een snelheid van ongeveer 70 km per uur aan de handrem getrokken. Daardoor raakte de auto in een slip en botste vervolgens tegen een pilaar van een spoorwegviaduct. Door de botsing werd een inzittende van de auto gedood en raakte een andere inzittende zwaar gewond. De verdachte heeft op deze wijze als passagier ingegrepen in de rijrichting en de voortbeweging van de personenauto en heeft daarmee de werkelijke bestuurder daarvan totaal verrast. Aldus handelend heeft hij door een buitengewoon onvoorzichtige gedraging