onrechtmatige daad

VR 2024/52 Verkeersongeval tussen scooter en auto. Onrechtmatige daad. Rijden onder invloed. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 20 juli 2022 vond er een aanrijding plaats in Dordrecht tussen een snorfiets bestuurd door A (verzoekster 1) met passagier B (verzoekster 2) en een personenauto bestuurd door C. Getuigenverklaringen variëren over de snelheid van de voertuigen en de toedracht van het ongeval. A beweert een normale snelheid te hebben gereden, terwijl een getuige schat dat de personenauto tussen de 40 en 45 km/u reed. De aanrijding resulteerde in letsel voor A en B, die beiden hun linker enkel braken en nu (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Univé, de verzekeraar van de personenauto, heeft aansprakelijkheid

VR 2024/22 Kopstaartbotsing. Voertuigschade. Total loss. Geen onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 13 augustus 2019 vond er een kopstaartbotsing plaats op de N59 tussen een Opel Corsa van Directlease, bestuurd door mevrouw X, en een Opel Combo Van, bestuurd door gedaagde sub 1. De botsing gebeurde op de N59 tussen de zijweg naar Sint-Philipsland en hectometerpaal 32.4, in de richting van Bruinisse. De N59 is een voorrangsweg met één baan buiten de bebouwde kom, waar ter hoogte van de kruising een maximumsnelheid van 70 km per uur geldt. Vlak voor en na de kruising geldt een maximumsnelheid van 100 km per uur. Er is een uitvoegstrook vanaf de N59 om af te slaan naar de zijweg en deze is

VR 2024/21 Bootongeval. Personenschade. Verjaringstermijn vordering.

Jurisprudentie

Op 2 augustus 2014 vond een aanvaring plaats op de Vinkeveense Plassen tussen een speedboot bestuurd door de stuurman en een sloep met het slachtoffer en vrienden. Twee vrienden van het slachtoffer zijn hierbij overleden. De stuurman is veroordeeld voor dood door schuld, veroorzaken van gevaar met een vaartuig en het niet verlenen van hulp als schipper. Het slachtoffer voegde zich in de strafzaak maar zijn verzoek om vergoeding van inkomensschade werd niet-ontvankelijk verklaard. Het slachtoffer startte een civiele zaak om de stuurman aansprakelijk te stellen en schadevergoeding te eisen. De

VR 2024/10 Letselschade, geen toerekenbare verkeersfout.

Jurisprudentie

Op 20 juni 2018 vond een ongeval plaats waarbij X achterop de auto van Y reed. Dit vond plaats op de snelweg A6 richting Amsterdam. X is WAM-verzekerd bij Unigarant. Y heeft eerder geprobeerd in een deelgeschilprocedure een oordeel te verkrijgen over de aansprakelijkheid, maar dit werd afgewezen omdat de toedracht van het incident nog niet vaststond. Y eist dat Unigarant aansprakelijk wordt verklaard voor de door hem geleden schade en dat Unigarant deze schade moet vergoeden. Hij beweert dat X te weinig afstand hield en te hard reed, wat volgens hem een overtreding is van verkeersregels en

VR 2024/06 Val over biggenrug op parkeerterrein. Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal.

Jurisprudentie

In maart 2015 heeft de benadeelde zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van een ABN AMRO-filiaal. Het parkeerterrein heeft twee rijen van vijf parkeervakken met betonnen drempels (biggenruggen) aan de koppen van de vakken om te voorkomen dat auto's te ver doorrijden. Tijdens het verlaten van het parkeerterrein is de benadeelde gestruikeld over een biggenrug en heeft daarbij een incomplete dwarslaesie opgelopen. De benadeelde verzocht de rechtbank een verklaring voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de

VR 2023/147 Deelgeschil letselschade. Geen voorrangsfout. Te hard gereden.

Jurisprudentie

Op 11 oktober 2020 vond er een ongeval plaats tussen verzoeker en de heer A op de kruising van de Dr. Berlagelaan en de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De Dr. Berlagelaan is een voorrangsweg. Verzoeker reed op zijn Yamaha-motorfiets over de Dr. Berlagelaan en kwam in botsing met de voor hem van rechts komende heer A. De heer A wilde op zijn Vespa-motorscooter vanaf de Hendrik Staetslaan de Dr. Berlagelaan oversteken. Zowel verzoeker als A liepen door deze aanrijding ernstig letsel op. De politie heeft een Proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict opgesteld. Het politierapport

VR 2023/127 Zaakwaarneming door uitwijken in het verkeer

Artikel
VR2023-10_illu
Elke onverplichte handeling in het belang van een ander kan zaakwaarneming zijn. Daarom is het nuttig om aan zaakwaarneming te denken als er schade ontstaat bij een belangenbehartiging die zonder contract is verricht. Toch wordt er in het verkeersrecht weinig over zaakwaarneming geschreven. Er zijn echter tal van situaties waarin het handelen van een verkeersdeelnemer zaakwaarneming is. Dit artikel gaat in op de vraag of het uitwijken om een aanrijding te voorkomen, zaakwaarneming is. Eerst wordt uiteengezet wat zaakwaarneming inhoudt en of uitwijken als een zaakwaarnemingshandeling kan worden gezien (par. 2). Daarna wordt specifiek ingegaan op het vereiste van ‘willens en wetens’ andermans belang behartigen. Voor een goed begrip van het vereiste komt eerst het rechtshistorisch en rechtsvergelijkend perspectief aan bod (par. 2.1). Vervolgens komt aan de orde of iemand ‘willens en wetens’ uitwijkt (par. 2.2). Schoordijk stelde in 1985 dat uitwijken een vorm van zaakwaarneming is, wat in 1986 betwist is door Hartkamp in de Asser-serie. De argumenten van Hartkamp staan nog ongewijzigd in de Asser-serie, terwijl ze niet heel overtuigend zijn (par. 2.3). Dat dit onderwerp sinds 1986 bijna geen aandacht heeft gekregen, is voor de praktijk een gemis. Soms kan schade namelijk alleen verhaald worden met een vordering uit zaakwaarneming. Daarnaast is de stelplicht en bewijslast van de bestuurder lichter bij zaakwaarneming dan bij een vordering uit onrechtmatige daad (par. 3).

VR 2023/99 Doos valt op toerist in souvenirwinkel. Souvenirwinkel aansprakelijk.

Jurisprudentie

Op 26 juni 2018 is X een ongeval overkomen. In een souvenirwinkel gooide de ene medewerker een doos van maximaal 2 kg omhoog naar een collega, die op een hoger gelegen opslag in de winkel stond. De doos werd niet gevangen, maar viel weer naar beneden en landde op de nek van X. In een tussenvonnis is geoordeeld dat de souvenirwinkel door als beschreven te handelen, zonder te nemen veiligheidsmaatregelen, onrechtmatig jegens X heeft gehandeld. Om het causale verband tussen het ongeval en de klachten vast te stellen, heeft een descente en een getuigenverhoor plaatsgevonden. In dit eindvonnis

VR 2023/96 Verkeersongeval, onrechtmatige daad, eigen schuld, geen groepsaansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Op 5 april 2017 vond er een aanrijding plaats tussen voetganger en gedaagde 1 c.s. terwijl voetganger aan de rechterkant van de weg (straat 1) liep en gedaagde 1 op dat moment fietste in straat 1. Voetganger liep ernstig letsel op en is volledig arbeidsongeschikt verklaard. De politie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval, en er is een proces-verbaal opgesteld met getuigenverklaringen. Gedaagde 1 verklaarde dat hij de vrouw niet kon ontwijken en frontaal tegen haar aanreed. Er was geen tijd meer om te remmen en hij reed op dat moment 29 km/u. Gedaagde 2 riep "Ho" naar de voetganger en kon

VR 2023/95 Eindvonnis, aansprakelijkheid wegbeheerder, geen eigen schuld, ernstige oneffenheid, CROW-richtlijnen, hoogteverschil wegdek en put.

Jurisprudentie

Op 8 april 2017 is persoon x ten val gekomen met zijn scooter door een putdeksel in de Rondom, gemeente Lansingerland. Hij heeft hierbij ernstig letsel opgelopen, waaronder drie schedelfracturen, diverse bloedingen en schaafwonden. Bewakingscamera's van de Jumbo-supermarkt hebben het ongeval vastgelegd. Persoon x heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de aansprakelijkheidsverzekeraar van de gemeente, Melior, heeft geweigerd dekking te verlenen omdat zij van mening zijn dat de gemeente niet aansprakelijk is. Melior heeft Bosscha Ongevallenanalyse B.V. opdracht gegeven