onrechtmatige daad

VR 2019/78 Aansprakelijkheid ballonvaarder voor overlijden van
papegaaien?

Jurisprudentie
Eiser woont in een woning die is gelegen op een aan hem toebehorend bosperceel en houdt daar hobbymatig papegaaien. Gedaagde is luchtballonvaarder. Op zaterdag 11 en zondag 12 maart 2017 nam hij deel aan een ballonvaart in wedstrijdvorm. De vraag die centraal staat is of de luchtballonvaarder aansprakelijk is voor het overlijden van drie papegaaien van eiser. Volgens de rechtbank is er sprake van een onrechtmatige daad van gedachte jegens eiser. Als de papegaaien zijn komen te overlijden ten gevolge van het overvaren met de luchtballon door gedaagde, dan heeft gedaagde hiermee inbreuk

VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som

Artikel
VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som Een terugblik op schadeafwikkeling na het schietincident in Alphen aan den Rijn in de vorm van een interview Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Op zaterdag 9 april 2011 schoot een jongeman in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde een groot aantal anderen. Na zijn daad beroofde hij zichzelf van het leven. Verschillende personen leden hierdoor verschillende soorten schade: nabestaanden, lichamelijk gewonden, psychisch getroffenen, ondernemers. Een aantal van hen

VR 2019/60 Aansprakelijkheid na aanrijding tussen bierfiets en
treinstel?

Jurisprudentie
Op 20 april 2015 is er door Partybike een bierfiets met een fust bier verhuurd aan het eerste elftal van een voetbalvereniging. Op die dag is de bierfiets op een bewaakte spoorwegovergang aangereden door een trein van NS Reizigers. Een speler van het voetbalelftal is daarbij om het leven gekomen. NS vordert op grond van onrechtmatige daad veroordeling van Partybike tot betaling van de kosten ten gevolge van de ontstane schade aan een treinstel van NS Reizigers.Volgens de rechtbank is de enkele omstandigheid dat Partybike een bierfiets verhuurt waarop alcohol gedronken kan worden niet zonder

VR 2018/146 Ski-ongeval; gevaarzetting; overtreding FIS-regels; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres en gedaagde zijn bij het afdalen van een skipiste met elkaar in botsing gekomen. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de door haar geleden schade, nader op te maken bij staat. Zij stelt dat gedaagde de zgn. FIS-regels (='verkeersregels' voor op de piste) heeft overtreden doordat hij haar met te hoge snelheid en op te kleine afstand heeft ingehaald, waarbij hun ski's elkaar hebben geraakt en eiseres ten val is gekomen. In (voorwaardelijke) reconventie vordert gedaagde een verklaring voor recht dat de eventuele schadevergoedingsverplichting is vervallen, althans

VR 2018/131 Vordering handhaving fietsverkeersregels Amsterdam afgewezen.

Jurisprudentie
Een bewoner van de Amsterdamse binnenstad stelt zich op het standpunt dat de Minister van Justitie en Veiligheid onrechtmatig handelt, omdat de Regio Politie Amstelland tekortschiet in de handhaving van (fiets)verkeersregels. De bewoner vordert dat de voorzieningenrechter de minister veroordeelt tot het geven van opdracht aan de hoofdofficier van het Parket Amsterdam om de Regio Politie Amstelland directieven te geven om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de verkeersregels te handhaven. De voorzieningenrechter stelt voorop dat fietsers in Amsterdam geregeld verkeersregels overtreden en

VR 2018/130 Joyriding.

Jurisprudentie
Geïntimeerde heeft in een auto die toebehoorde aan appellante gereden zonder haar toestemming. Hij heeft daarbij een verkeersongeval veroorzaakt waarbij schade is ontstaan aan de auto. Appellante heeft hem aangesproken tot vergoeding van deze schade ad € 7.849,67. De vorderingen zijn in eerste aanleg afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft appellante voldoende aannemelijk gemaakt dat de auto haar eigendom was. Niet in geschil is dat geïntimeerde zonder haar toestemming in de auto heeft gereden en dat hij daarbij een verkeersongeval heeft veroorzaakt waarvoor niemand anders

VR 2018/29 Deelgeschil; letselschade; ruzie op straat; geen WAM-schade.

Jurisprudentie
Verzoeker passeerde op de fiets de stilstaande bestelbus van verweerder sub 1. Tijdens het passeren heeft hij een klap op de bestelbus gegeven, omdat hij meende dat verweerder sub 1 een voor fietsers gevaarlijke situatie in het leven riep. Verweerder sub 1 heeft verzoeker daarop door het openstaande raam bij zijn mouw gepakt, waarna verzoeker zijn evenwicht verloor en tegen de bestelbus aanviel. Hij heeft daarbij letselschade aan zijn knie opgelopen. Verweerder sub 1 is strafrechtelijk veroordeeld voor dit incident. Hij heeft tegen dat vonnis weliswaar hoger beroep ingesteld, maar erkent de

VR 2018/26 Burenruzie; vernieling drone waarmee onrechtmatig werd
gefilmd.

Jurisprudentie
Eiser en gedaagde zijn buren en hebben niet zo'n beste relatie. Sinds 2014 beschikte eiser over een drone, die hij had uitgerust met een camera. Hij vloog hiermee onder meer over het perceel van (de ouders van) gedaagde. Op 26 december 2014 heeft gedaagde met een luchtbuks de drone uit de lucht geschoten. Eiser vordert nu vergoeding van (onder meer) de waarde van de drone. In een tussenvonnis van 21 december 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:7155) oordeelde de rechtbank dat eiser onrechtmatig handelde jegens gedaagde en zijn ouders door met de drone over hun perceel te vliegen. Het vliegen met een

VR 2017/163 Verzekeringsfraude? Onvoldoende onderbouwd.

Jurisprudentie
Appellant heeft in 2011 een Volvo gekocht waarmee de vorige eigenaar in 2010 tegen de vangrail was gereden. De schade die daarbij was ontstaan was op het moment van de verkoop (nog) niet hersteld. In 2012 heeft appellant bij Univé nieuwe schade geclaimd, volgens hem ontstaan bij een aanrijding met een VW Golf. Univé stelt dat in ieder geval een deel van de schade oude schade is en heeft daarop uitkering geweigerd, alle verzekeringen beëindigd, appellant opgenomen in diverse registers en hem gesommeerd de onderzoekskosten te voldoen. Univé baseert zich daarbij primair op het Algemeen Reglement

VR 2017/125 Hoe oordeelt de feitenrechter over strijd met de maatschappelijke betamelijkheid in de zin van art. 6:162 lid 2 BW?

Artikel
VR 2017/125 Hoe oordeelt de feitenrechter over strijd met de maatschappelijke betamelijkheid in de zin van art. 6:162 lid 2 BW? Een jurisprudentieonderzoek Prof. mr. J.L. Smeehuijzen * * Hoogleraar privaatrecht Vrije Universiteit. 1. Inleiding Of een gedraging al dan niet in strijd is met ‘de maatschappelijke betamelijkheid’ van art. 6:162 lid 2, is de centrale vraag van het aansprakelijkheidsrecht. Het is tegelijkertijd een van de meest problematische vragen. Want hoe bepaalt de rechter of is gehandeld in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid? Het begrip is in de wet niet gedefinieerd