onrechtmatige daad

VR 2020/67 Aansprakelijkheid werkgever voor val werkneemster in supermarkt die privéboodschappen doet na werktijd.

Jurisprudentie
Op 7 september 2010 verrichtte appellante als caissière werkzaamheden bij de Aldi. Tijdens het doen van privéboodschappen in de supermarkt na werktijd/sluitingstijd is appellante ten val gekomen waarbij zij letsel heeft opgelopen. Bij wijze van deelgeschil heeft appellante de kantonrechter verzocht om te bepalen dat Aldi aansprakelijk is voor de schade ten gevolge van het ongeval. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen en daartoe overwogen dat het ongeval appellante niet is overkomen in de uitoefening van haar werkzaamheden, dat evenmin sprake is van een schending van de zorgplicht ex

VR 2020/55 Val van podium: geen aansprakelijkheid.

Jurisprudentie
Tijdens een voorlichtingsavond georganiseerd door de gemeente, is een bezoeker van een podium gevallen. Hij heeft hierdoor zijn linker heup gebroken. De gemeente wordt aansprakelijk gesteld voor deze val. Volgens de kantonrechter was de situatie op het podium niet zo gevaarlijk dat de gemeente veiligheidsmaatregelen moest nemen om een ongeluk te voorkomen. Daarbij is het met name van belang dat bezoekers het podium via een trapje op het podium moesten bereiken. De gemeente mocht er daarom vanuit gaan dat de gemiddeld oplettende bezoeker door dit trapje weet dat hij zich op een hoger

VR 2020/38 Ongeval motor en auto rijdend in een file.

Jurisprudentie
Op 15 oktober 2017 reed verzoeker op een motor op de N59, een weg met één rijbaan en twee rijstroken (per richting één rijstrook) die van elkaar worden gescheiden door een dubbele doorgetrokken streep, aan de linkerkant een file voorbij op het moment dat A rijdend in een personenauto linksaf sloeg. Verzoeker is bij het remmen in de slip geraakt en tegen de linker zijkant van de auto van A aangereden. A heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. Aan de orde is of en in welke mate A tegenover verzoeker aansprakelijk is wegens onrechtmatig handelen voor de door verzoeker geleden en nog te lijden

VR 2020/37 Aansprakelijkheid voor ongeval op studentenfeest?

Jurisprudentie
Verzoeker is in de avond/nacht van 7 op 8 februari 2015 tijdens een introductiefeest voor eerstejaarsstudenten ten val gekomen. Het ongeval ontstond doordat een medestudent (verweerder 2) vanaf een verhoging richting verzoeker is gesprongen. Door de aanraking van het lichaam van verweerder 2 met dat van verzoeker is verzoeker uit balans geraakt en gevallen, met letselschade tot gevolg. Verzoeker stelt verweerder 2 aansprakelijk voor de letselschade als gevolg van het ongeval. Verzoeker voert daartoe aan dat verweerder 2 onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door onverwacht, en zonder zijn

VR 2020/17 50% eigen schuld slachtoffer ongeval botsing tussen fietsers nabij pont over het IJ.

Jurisprudentie
Op 28 november 2013 zijn geïntimeerde en appellant betrokken geraakt bij een ongeval. Geïntimeerde haalde appellant aan diens linkerzijde in terwijl appellant al fietsend naar links bewoog. Partijen raakten elkaar en geïntimeerde kwam ten val. In eerste aanleg vorderde geïntimeerde op grond van art. 6:162 BW een verklaring voor recht dat appellant aansprakelijk is voor de schade die geïntimeerde heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden als gevolg van de aanrijding en een veroordeling van appellant tot betaling aan geïntimeerde van de schade, nader op te maken bij staat. Bij het bestreden

VR 2019/211 Bewijsopdracht omtrent toedracht ongeval.

Jurisprudentie
De door de echtgenoot van appellante bestuurde auto is van achter aangereden door de verzekerde van geïntimeerde. In beide uitspraken staat de vraag centraal of de verzekerde van geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van art. 6:162 BW jegens appellante als eigenaar van de auto. Het hof stelt in zijn tussenuitspraak art. 150 Rv als hoofdregel voorop. Volgens vaste rechtspraak biedt het enkele feit dat de achterste auto op de voorste auto is gebotst onvoldoende basis om de bestuurder van de voorste auto geslaagd te achten in het bewijs dat de bestuurder van de achterste auto een

VR 2019/210 Ongeval zetbank: onrechtmatigheid en beroep verzekeraar op uitsluiting dekking in algemene voorwaarden.

Jurisprudentie
In de zomer van 2013 heeft appellant als zzp-er in opdracht van geïntimeerde in hoofdzaak (appellant in de vrijwaringszaak) schilderwerkzaamheden verricht aan het pand van geïntimeerde in de hoofdzaak (appellant in de vrijwaringszaak). Tijdens het verplaatsen van een zware zetbank met behulp van een heftruck en palletwagen valt de zetbank van de lepels van de heftruck en komt op appellant terecht die letselschade oploopt. In de hoofdzaak heeft appellant bij dagvaarding van 31 augustus 2015 geïntimeerde in de hoofdzaak aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval. Aan deze vordering

VR 2019/83 Optillen van persoon na avondje stappen: onrechtmatige daad
of ongelukkige samenloop van omstandigheden?

Jurisprudentie
In de nacht van 31 juli op 1 augustus 2017 heeft verzoekster op vakantie te Burgas (Bulgarije) een uitgaansgelegenheid bezocht. Daar heeft zij verweerder gesproken die eveneens met enkele Nederlandse vrienden op vakantie te Burgas verbleef. Omstreeks 03.30 uur - tijdens de wandeling naar het hotel - heeft verweerder verzoekster van achteren benaderd en opgetild en is hij met haar weggerend en ten val gekomen. Als gevolg van deze val heeft verzoekster een complexe (drievoudige) enkelbreuk opgelopen. Verzoekster vordert aansprakelijkheid van verweerder voor alle geleden en te lijden materiële en

VR 2019/78 Aansprakelijkheid ballonvaarder voor overlijden van
papegaaien?

Jurisprudentie
Eiser woont in een woning die is gelegen op een aan hem toebehorend bosperceel en houdt daar hobbymatig papegaaien. Gedaagde is luchtballonvaarder. Op zaterdag 11 en zondag 12 maart 2017 nam hij deel aan een ballonvaart in wedstrijdvorm. De vraag die centraal staat is of de luchtballonvaarder aansprakelijk is voor het overlijden van drie papegaaien van eiser. Volgens de rechtbank is er sprake van een onrechtmatige daad van gedachte jegens eiser. Als de papegaaien zijn komen te overlijden ten gevolge van het overvaren met de luchtballon door gedaagde, dan heeft gedaagde hiermee inbreuk

VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som

Artikel
VR 2019/49 Over verdeling van een verzekerde som Een terugblik op schadeafwikkeling na het schietincident in Alphen aan den Rijn in de vorm van een interview Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam. Op zaterdag 9 april 2011 schoot een jongeman in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde een groot aantal anderen. Na zijn daad beroofde hij zichzelf van het leven. Verschillende personen leden hierdoor verschillende soorten schade: nabestaanden, lichamelijk gewonden, psychisch getroffenen, ondernemers. Een aantal van hen