Zoeken

13 resultaten gevonden

  1. VR 2017/18 Ontzegging recht gebruikmaking rijbewijs op grondgebiedandere lidstaat.

    Jurisprudentie
    Oostenrijkse betrokkene (gewone verblijfplaats in Oostenrijk) rijdt onder invloed van verdovende middelen op Duits grondgebied. Duitse autoriteiten hebben jegens betrokkene een maatregel genomen strekkende tot intrekking van haar Oostenrijkse rijbewijs op het Duitse grondgebied. De artikelen 2, lid 1, en 11, lid 4, tweede alinea, van richtlijn 2006/126 moeten aldus worden uitgelegd dat zij er zich niet tegen verzetten dat een lidstaat op wiens grondgebied de houder van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs tijdelijk verblijft, weigert de geldigheid van dit rijbewijs te erkennen
  2. VR 2017/19 Bestuurlijke sanctie. Stilstaan op trottoir.

    Jurisprudentie
    Aan betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op een trottoir/voetpad etc.)”. De gemachtigde van betrokkene - degene die het voertuig geleaset heeft - ontkent niet dat hij zijn voertuig op genoemde tijd en plaats heeft geparkeerd, maar voert aan dat hij geparkeerd stond op een verharde onbestemde ruimte tussen rijbaan en trottoir. Uit de zowel door de gemachtigde als door de verbalisant aangeleverde foto's leidt het hof het volgende af over
  3. VR 2017/20 Parkeren. Uitleg onderbord.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder parkeervergunning”. De betrokkene ontkent niet dat hij zonder vergunning heeft geparkeerd maar stelt dat dit niet verboden was. Hij voert daartoe aan dat de werking van het verkeersbord met betrekking tot de parkeerzone voor vergunninghouders is opgeheven doordat er bij de betreffende parkeerplaats een bord staat waaruit volgt dat die parkeerplek tussen 18.00 en 24.00 uur is bestemd voor mindervaliden. Niet betwist is dat de betreffende
  4. VR 2017/21 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Onevenredige belasting van het strafgeding. Materiële schade. Wettelijke rente.

    Jurisprudentie
    Moord. Benadeelde partij vordert vergoeding van immateriële schade (shockschade). Hiervoor is vereist dat het bestaan van geestelijk letsel waardoor iemand in zijn persoon is aangetast in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In zijn overwegingen heeft het hof niet blijk gegeven te hebben onderzocht of in het onderhavige geval aan dat vereiste is voldaan. Het middel slaagt derhalve. Mede gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep namens de verdachte is aangevoerd met betrekking
  5. VR 2017/22 Teruggave buitenlands rijbewijs.

    Jurisprudentie
    Teruggave ingevorderd rijbewijs. Buitenlandse rijbewijzen kunnen worden ingevorderd en ingehouden in de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid van artikel 164 WVW 1994. Anders dan de Rechtbank heeft geoordeeld, is daarbij niet vereist dat de houder van het rijbewijs in Nederland woonachtig is. Daaraan doet niet af dat in de gevallen waarin art. 180, vierde lid, WVW 1994 toepasselijk is, op grond van art. 180, achtste lid, WVW 1994 de verplichting om het rijbewijs in te leveren niet geldt indien de houder van het buitenlandse rijbewijs niet in Nederland woonachtig is. Art. 180, vierde lid
  6. VR 2017/23 Aansprakelijkheid wegbeheerder; scheur in wegdek.

    Jurisprudentie
    De tienjarige X keerde in de schemer terug van het strand, met K achterop en P op de fiets achter hen. Tijdens een vrij steile afdaling in het duinpad kwam zij ten val, waarbij zij hersenletsel heeft opgelopen. Op de plaats van het ongeval zat een scheur in het fietspad van ongeveer 5 meter in de lengterichting, met aan het eind een andere scheur er haaks op. De moeder van X (appellante) heeft de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk gesteld. Een door appellante ingeschakelde deskundige (Y) heeft vastgesteld dat de weg ter plaatse niet voldeed aan de CROW-normen en er ook anderszins niet zo
  7. VR 2017/24 Aansprakelijkheid wegbeheerder, val over 'varkensrug'.

    Jurisprudentie
    Eiseres is op 9 oktober 2010 bij een winkelcentrum gevallen over een zogeheten varkensrug, een ovale betonnen afscheiding. Zij stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. Daartoe voert zij aan dat de varkensrug laag was, de vrije doorgang belemmerde en dezelfde kleur had als het trottoir, terwijl er niet voor de belemmering gewaarschuwd werd, hetgeen een gevaarlijke situatie opleverde. De gemeente voert aan dat de varkensruggen niet op de looproute lagen en goed zichtbaar waren, alsmede dat eiseres eenvoudigweg onvoldoende goed heeft uitgekeken. Het hof stelt de in het kader van 6:174 en
  8. VR 2017/25 Bult in de weg niet gevaarzettend, geen aansprakelijkheid
    gemeente.

    Jurisprudentie
    Ongeval met bromfiets door bult in wegdek. Appellant stelt gemeente aansprakelijk als wegbeheerder (art. 6:174 BW) dan wel op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). In geding is de vraag of de bult gevaar oplevert. In het algemeen dient een weggebruiker met enige oneffenheid in een weg rekening te houden en de bult waar het hier om gaat is niet van zodanig ongebruikelijke omvang dat een weggebruiker daar in het geheel niet op bedacht hoeft te zijn. Van aansprakelijkheid als wegbeheerder kan dus geen sprake zijn. Ook toetsing aan de Kelderluikcriteria kan appellante niet baten. Het hof
  9. VR 2017/26 Verkeersongeval, whiplash, deskundige, (geen) causaal verband.

    Jurisprudentie
    Blijkens het eerste tussenarrest (ECLI:NL:GHSHE:2015:2764) is appellant op 30-jarige leeftijd het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Achmea heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid erkend. Appellant heeft whiplash-achtige klachten aan het ongeval overgehouden, maar ook psychische klachten. Enige tijd na het ongeval zijn de psychische klachten verergerd en is appellant langdurig behandeld. Appellant is volledig arbeidsongeschikt geworden. Ingeschakelde psychiaters concludeerden dat er sprake was van schizofrenie en dat die, ook zonder het ongeval, waarschijnlijk vóór het 40e jaar
  10. VR 2017/27 Ontbreken causaal verband.

    Jurisprudentie
    Op 11 december 2014 is eiseres betrokken geraakt bij een auto-ongeval. In verband met pijnklachten in haar nek en rug is zij opgenomen in het ziekenhuis, waar zij de volgende dag werd ontslagen nadat er bij beeldvormend onderzoek geen afwijkingen zichtbaar waren. Eiseres leed al ruim tien jaar aan Diabetes Mellitus type 2. In maart 2015 is zij onderzocht in verband met pijnklachten aan haar voet. In mei 2015 is zij opgenomen wegens een doorbloedingsstoornis, waarna wegens steeds grotere complicaties uiteindelijk beide benen tot halverwege het bovenbeen zijn geamputeerd. Volgens eiseres zijn
  11. VR 2017/28 Gebondenheid aan eenzijdige expertise; looptijd schade;
    factoren smartengeld.

    Jurisprudentie
    Na een auto-ongeval stellen eisers blijvende beperkingen te ervaren. De aansprakelijke verzekeraar betwist het bestaan van de gestelde schade en vordert in reconventie medewerking aan onafhankelijk medisch onderzoek, omdat de bestaande medische informatie eenzijdig opgesteld en verouderd zou zijn. Het gerecht oordeelt met betrekking tot eiser 1: uit de medische informatie blijkt dat het ongeval heeft geleid tot blijvende klachten en beperkingen. De verzekeraar heeft deze conclusies niet gemotiveerd weersproken. Van een partij die de juistheid van een rapport betwist mag zulks wel worden
  12. VR 2017/29 Verkeersongeval, doorgaande weg, ten onrechte geen voorrang.

    Jurisprudentie
    A reed in de auto van verzoeker toen hij op een T-splising in botsing kwam met (de auto van) verweerster. A reed daarbij op de doorgaande weg, zodat verweerster hem voorrang diende te verlenen. Verzoeker vordert vergoeding van de reparatiekosten. Het gerecht stelt voorop dat 'voorrang verlenen' betekent 'in staat stellen ongehinderd zijn weg te vervolgen'. Het is dan ook niet van belang of verweerster op het moment van het ongeval ten onrechte de doorgaande weg aan het oprijden was of dat zij te ver op de doorgaande weg stilstond - in beide gevallen heeft zij A ten onrechte geen voorrang
  13. VR 2017/30 Aansprakelijkheid wegbeheerder, ongelukkige samenloop vanomstandigheden.

    Jurisprudentie
    Eiseres is tijdens een fietstocht tussen Utrecht en Bunnik in botsing gekomen met een paaltje op een middengeleider van het fietspad. Zij heeft daarbij blijvend letsel opgelopen. Hiervoor stelt zij de gemeente aansprakelijk. Zij voert aan dat de gebruikte constructie in strijd is met de geldende inzichten van verkeersveiligheid. Blijkens adviezen van het Fietsberaad moeten obstakels die niet noodzakelijk zijn, worden vermeden. Obstakels die wel noodzakelijk zijn, moeten in ieder geval worden voorafgegaan door ribbelmarkering en bij voorkeur niet (zoals hier) in een bocht worden geplaatst

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!