Zoeken

13 resultaten gevonden

  1. VR 2017/126 Lichtdoorlatendheid ruit. Meting.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie ter zake van “de lichtdoorlatendheid van voorruit/voorste zijruit(en) bedraagt minder dan 55%”. Alleen de lichtdoorlaatbaarheid van de rechter zijruit is gemeten. Gelet op de Aanwijzing meting lichtdoorlatendheid dienen er, indien het vermoeden bestaat dat meer ruiten niet aan de eisen voldoen, per ruit drie metingen te worden verricht. Tevens blijkt uit het zaakoverzicht en het aanvullend proces-verbaal niet of voor aanvang van de meting de 0% en 100% transmittantie-waarden zijn gesimuleerd. Het hof is daarom van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de
  2. VR 2017/127 Roodlichtgedraging. Stopstreep.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht".De betrokkene stelt dat hij het verkeerslicht op oranje zag springen en inschatte niet meer tijdig voor de stopstreep te kunnen stoppen. Hij reed daarom door. Vervolgens bleek er een tweede stopstreep te zijn, die in eerste instantie aan het zicht werd onttrokken door zijn voorligger. Had de betrokkene de tweede stopstreep tijdig gezien, dan was hij daarvoor gestopt. Nu deze echter aan het zicht werd onttrokken, en de
  3. VR 2017/128 Termijnoverschrijding? Woonachtig in andere EU-lidstaat.

    Jurisprudentie
    Volgens de betrokkene diende toezending van de beschikking op de naar Duits recht voorgeschreven wijze te geschieden. Deze stelling gaat niet op. In geval een gedraging als onderhavige op Nederlands grondgebied is verricht door een (rechts)persoon die woonachtig is in dan wel gevestigd is op het grondgebied van een andere lidstaat van de EU, worden de beslissing tot oplegging van de sanctie en de procedure van bezwaar en beroep beheerst door het Nederlandse recht.
  4. VR 2017/129 Rijbewijs. Ongeldigverklaring. Wetenschap.

    Jurisprudentie
    Uit de enkele omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief aan deze is verzonden en niet retour is gekomen bij het CBR, kan niet worden afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Die gevolgtrekking kan daaraan ook niet worden verbonden in samenhang met hetgeen het hof blijkens de weergegeven bewijsvoering voor het overige in aanmerking heeft genomen.
  5. VR 2017/130 Prejudiciële procedure; uitleg verordeningen Rome-I en Rome-II; regres tussen (WAM-)verzekeraars.

    Jurisprudentie
    In een tweetal gevallen heeft een vrachtwagencombinatie die naar Litouws recht is verzekerd in Duitsland schade veroorzaakt. De verzekeraar van de trekker heeft in beide gevallen de schade vergoed en wil regres nemen op de verzekeraar van de aanhanger. De rechter in Litouwen heeft prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van respectievelijk Richtlijn 2009/103/EG en de verordeningen Rome-I en Rome-II. De vraag is derhalve op welke wijze moet worden vastgesteld welk recht van toepassing is op de regresvordering van deze verzekeraar. Het Hof stelt voorop dat Rome-I en Rome-II in beginsel
  6. VR 2017/131 Verkeersongeval; vervulling voorbehoud; verjaring; bewijs;
    uitleg dictum.

    Jurisprudentie
    In 1980 is verweerder betrokken geweest bij een verkeersongeval in Duitsland, waarbij hij letsel aan zijn rechterknie heeft opgelopen. De Duitse verzekeraar heeft aansprakelijkheid erkend. Het Nederlands Bureau der Motorrijtuigenverzekeraars (NBM) heeft de schaderegeling op zich genomen, vertegenwoordigd door Van Ameyde. In 1985 is een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin een voorbehoud is opgenomen voor schade die voortvloeit uit een belangrijke (medische) verandering ten opzichte van een rapport uit 1982. Dit rapport is vervolgens grotendeels verloren gegaan. Vanaf 2007 meldt
  7. VR 2017/132 Begroting schade; bewijs van bestaan en omvang schade;
    pre-existentie.

    Jurisprudentie
    Eiser is in 1989 betrokken geweest bij een ongeval en lijdt sindsdien aan whiplash-gerelateerde klachten. Voorafgaand aan het ongeval had hij een diploma behaald aan de Swiss School of Milling (SMS, een internationaal gerenommeerd opleidingsinstituut) en had hij de watermolen van zijn vader overgenomen. Na het ongeval hebben twee bedrijfseconomen geconcludeerd dat de financiële opbrengsten van de molen gering zijn en dat de mogelijkheden om de molen wél rendabel te exploiteren ook in de situatie zonder ongeval waarschijnlijk nihil zouden zijn geweest. Voorts heeft een neuropsycholoog onder
  8. VR 2017/133 Verkeersongeval; verhaal van eigenaar auto op bestuurder;
    causaal verband.

    Jurisprudentie
    France Limousin Nederland BV (FLN) was eigenaar van een Lexus die bij de vader van gedaagde in gebruik was. In 2013 was gedaagde als bestuurder van de Lexus betrokken bij een ongeval met een Volkswagen. Uit het proces-verbaal van de politie blijkt met betrekking tot dit ongeval onder meer dat (1) de Lexus op een voorrangsweg reed en ten onrechte geen voorrang kreeg van de Volkswagen; (2) de botssnelheid van de Lexus tussen de 120 en 150 km/u lag, terwijl de maximale toegestane snelheid ter plaatse 80 km/u was; (3) het alcoholpromillage in het bloed van gedaagde ten tijde van het ongeval
  9. VR 2017/134 Ongeval tussen motor en brandweerauto; geen
    aansprakelijkheid.

    Jurisprudentie
    Eiser reed op een motor een met verkeerslichten beveiligde kruising op. Daar werd hij aan zijn rechterzijde geconfronteerd met een brandweerauto die met zwaailicht en sirene door rood licht reed. Eiser moest daarbij hard remmen, kwam ten val en liep letsel op. Hij stelt de brandweer aansprakelijk voor zijn schade. De rechtbank wijst zijn vorderingen af. De rechtbank overweegt daarbij allereerst dat de brandweerauto, aangezien deze gebruikmaakte van zowel zwaailicht als sirene, een voorrangsvoertuig was. Eiser had de brandweerauto dan ook voor moeten laten gaan (art. 50 RVV). De rechtbank
  10. VR 2017/135 Letsel vrachtwagenchauffeur door in dronken bui op treeplank
    andere vrachtwagen te klimmen die vervolgens is gaan rijden. 'Vervoerd worden'.
    Geen overmacht. Wel eigen schuld en billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie
    Verzoeker is een Poolse vrachtwagenchauffeur. Op 28 mei 2011 bevond hij zich 's avonds op een parkeerplaats, evenals (onder meer) de Roemeense vrachtwagenchauffeur A. In een dronken bui is verzoeker op de treeplank van de vrachtwagen van A geklommen en heeft hij onder meer op de ruiten gebonkt. A heeft geroepen dat hij moest stoppen en is op een gegeven moment weggereden om zich aan de situatie te onttrekken. Een getuige verklaart dat verzoeker daarbij van de treeplank is gevallen. Hij heeft ernstig letsel opgelopen aan zijn onderbenen. Verzoeker heeft de WAM-verzekeraar van A aansprakelijk
  11. VR 2017/136 Deelgeschil; sport- en spelsituatie; aansprakelijkheid; geen
    eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Verzoeker en verweerder maken beiden deel uit van hetzelfde voetbalteam. Het team is een dagje uit geweest naar Duitsland, waar zij onder meer een ijsvoetbalspel hebben gespeeld. Daarbij wordt een voetbalwedstrijd gespeeld op een ijsbaan, waarbij de deelnemers worden beschermd door grote plastic ballen die zij aantrekken. Na afloop van de wedstrijd (het fluitsignaal van de scheidsrechter had geklonken) wilde verzoeker de ijsbaan verlaten. Hij had de bal reeds uitgetrokken, toen verweerder (die de bal nog droeg) hem een duw in de rug gaf. Mede door de extra verende kracht van de bal kwam die
  12. VR 2017/137 Deelgeschil; val over hek op trottoir; geen aansprakelijkheid
    wegbeheerder.

    Jurisprudentie
    Toen verzoekster laat op de avond met familie lopend terugkeerde naar huis, is zij (ter hoogte van Leidsewallen 31 te Zoetermeer) in botsing gekomen met een hekje en ten val gekomen, waarbij zij een gecompliceerde enkelbreuk heeft opgelopen. Dit hekje is ca. 64 cm hoog en breed (ongeveer een derde van de breedte van het trottoir) en is bevestigd aan de gevel van de woning die aan het trottoir staat. Het hekje is donkerbruin geschilderd. Dichtbij staat een lantaarnpaal, die ten tijde van het ongeval in werking was. Verzoekster acht de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk. Zij wijst er
  13. VR 2017/138 Deelgeschil; aansprakelijkheid voor val van paard; eigen
    schuld?

    Jurisprudentie
    Verweerder bezat hobbymatig twee paarden, die hij op enige afstand van zijn woning bij een boerderij had gestald. Hij had twee vriendinnen van verzoekster toestemming gegeven om zijn paarden te verzorgen en te berijden, op voorwaarde dat (1) zij hem steeds om toestemming zouden vragen om op een gegeven moment te gaan rijden en (2) zij dan niet op de openbare weg zouden gaan rijden. Op 30 december 2012 is verzoekster (toen 13 jaar oud) samen met deze vriendinnen naar de stal gegaan. Verweerder had de vriendinnen van verzoekster vooraf telefonisch toestemming gegeven om te gaan rijden

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!