Zoeken

26 resultaten gevonden

  1. Actualiteiten Werkgeversaansprakelijkheid

    VR-kort
    Artikel
    12 april 2018
    Mr. L. Homan en mr. P. klein Gunnewiek In dit artikel wordt de balans opgemaakt op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid. Van rechtbanken tot de Hoge Raad, van arbeidsongevallen, beroepsziekten en psychische klachten tot meer formele en processuele vraagstukken, het is afgelopen jaar allemaal de revue gepasseerd. De auteurs hebben een selectie gemaakt van de meest opvallende en betekenisvolle uitspraken, waarbij zij zoveel mogelijk aspecten die spelen op het terrein van werkgeversaansprakelijkheid aan bod hebben laten komen. Voor de werkgever ligt de lat hoog. De werkgever moet bewijs
  2. Cursussen op gebied van letselschade en aansprakelijkheid

    VR-kort
    Cursussen en congressen
    13 april 2018
    Datum Cursus met link Prijs Punten 8-mei Letselschade & sociale zekerheid € 545,00 5 PO 8-mei Herstelcoaching in de letselschadepraktrijk € 395,00 4 PO 15-mei Tactisch procederen in de aansprakelijkheidspraktijk € 295,00 3 PO 24-mei Verzekeringsrechtelijke thema’s praktisch belicht € 375,00 6 PO 25-mei Actualiteiten Verbintenissenrecht € 395,00 4 PO 29-mei Complexe situaties in de letselschaderegeling € 495,00 4 PO 30-mei Whiplash en de beperkingenvraag € 495,00 4 PO Datum Cursus met link Prijs Punten 5-jun Bewijs in civiele zaken € 395,00 4 PO 7-jun Letselschadeberekeningen bij verlies van
  3. De Hoge Raad en artikel 6:170 BW: een wissel op de toekomst? HR 14 juli 2017, ECLI:NL:2017:1345, RvdW 2017/863, JAR 2017/129 (JMV Spoorveiligheid-Zürich)

    VR-kort
    Artikel
    12 april 2018
    Mr. R. Meelker Het in de titel genoemde arrest gaat niet over een personenschadeclaim, maar is voor de personenschadepraktijk wel een vermeldenswaardig arrest, omdat sprake is van een uitleen-inleenconstructie. Daarin wordt een ondergeschikte van de uitlener een fout verweten waardoor een derde schade lijdt. Art. 6:170 BW kwam hier nadrukkelijk in beeld, terwijl ook contractuele bepalingen waren ingeroepen. Met dit arrest bevestigt de Hoge Raad nog eens van oordeel te zijn dat aan het vereiste functionele verband van art. 6:170 BW al gauw is voldaan. Zoals A-G Hartlief in zijn conclusie heeft
  4. De lichtere bewijsregel die nooit bestond: Hoge Raad 8 september 2017 (art. 81 lid 1 Ro), conclusie A-G Wuisman

    VR-kort
    Artikel
    12 april 2018
    Mr. H. Kragt In zijn conclusie bij het arrest van de Hoge Raad van 8 september 2017 geeft A-G Wuisman twee heldere antwoorden als het gaat om de inmiddels langslepende en weerbarstige discussie in de rechtspraktijk over de lichtere bewijsregel betreffende het causaal verband tussen subjectieve klachten en een ongeval sinds het arrest van de Hoge Raad van 8 juni 2001 (Zwolsche Algemeene/De Greef). De eerste conclusie van Wuisman is dat Zwolsche Algemeene/De Greef geen door de Hoge Raad gegeven lichtere bewijsregel bevat. Die conclusie is niet nieuw. In de afgelopen jaren is in het hoogste
  5. Eerste Kamer stemt in met vergoeding van affectieschade

    VR-kort
    Bericht
    12 april 2018
    De Eerste Kamer heeft 10 april jongstleden een wetsvoorstel van minister Dekker (voor Rechtsbescherming) aangenomen dat de vergoeding van affectieschade regelt. Dit is een vorm van smartengeld voor naasten van slachtoffers die door een fout van een ander zijn overleden, of ernstig of blijvend letsel hebben. Een vergoeding voor dierbaren die verdriet hebben en met wie het slachtoffer zijn leven deelde. Een kind wordt bijvoorbeeld aangereden en blijft levenslang ernstig gehandicapt. Of een partner komt te overlijden door een medische fout. Ook een geweldsmisdrijf kan de oorzaak zijn
  6. HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1055: ‘plotseling en onvoorzien’ als onzekerheidscriterium in de dekkingsomschrijving

    VR-kort
    Artikel
    12 april 2018
    Mr. D.B. Holthinrichs en mr. M.H.P. Leijendekker In dit artikel gaan de auteurs aan de hand van het ‘corrosie-arrest’, over corrosieschade en een machinebreukverzekering en bedrijfsschadeverzekering, in op de door de Hoge Raad gehanteerde uitleg van het begrip ‘plotseling en onvoorzien’. De Hoge Raad verklaarde het cassatieberoep van verzekeraar Delta Lloyd gegrond in een geschil met een machinefabriek. In eerste opzicht lijkt de uitspraak voor de rechtspraktijk niet veel bijzonders om het lijf te hebben, waar de Hoge Raad (slechts) buiten twijfel lijkt te stellen dat de woorden ‘plotseling en
  7. Kabinet werkt aan hardere aanpak rijden onder invloed van alcohol

    VR-kort
    Bericht
    12 april 2018
    Het kabinet wil deelname aan het verkeer met te veel alcohol op strenger aanpakken. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat schreven onlangs in een brief aan de Tweede Kamer dat ze voornemens zijn daartoe een set aan maatregelen te nemen. Zo willen ze personen die met te veel alcohol op rijden sneller kunnen uitsluiten van deelname aan het verkeer en harder kunnen aanpakken. Rijden onder invloed van alcohol levert een gevaar op voor de verkeersveiligheid. In 2017 zijn ruim 17.000 bestuurders aangehouden met een promillage
  8. VR 2018/45 Toename aantal verkeersslachtoffers in Nederland:

    Artikel
    VR 2018/45 Toename aantal verkeersslachtoffers in Nederland: nieuwe impuls nodig voor verbetering verkeersveiligheid Dr. ir. Wendy Weijermars * * Senior onderzoeker bij SWOV. 1. Inleiding Verkeersongevallen kosten de Nederlandse samenleving grofweg 14 miljard euro per jaar. Dat is beduidend meer dan andere maatschappelijke kosten als gevolg van verkeer, zoals congestie (€ 2,3 tot € 3 miljard) en milieuschade (€ 4,8 miljard). 1) Het is dan ook belangrijk om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen. Voor een goed verkeersveiligheidsbeleid is inzicht in recente
  9. VR 2018/46 Fietsongevallen, een analyse van oorzaken

    Artikel
    VR 2018/46 Fietsongevallen, een analyse van oorzaken Ton Hendriks * * Verkeerskundige bij ANWB. Inleiding Eind vorig jaar werden de nieuwe cijfers bekend over het aantal ernstig gewonden in het verkeer. De cijfers kenmerken zich door een stijgend aantal verkeersgewonden. Fietsers maken hier een groot deel van uit. 63% van de 21.300 ernstige verkeersslachtoffers die vorig jaar in Nederland vielen, zijn fietsers: 13.419 fietsslachtoffers waarvan 60% ouderen. De eerste vraag die opkomt is: hoe komt dat en wat kunnen we eraan doen? Om die vraag te beantwoorden is gedetailleerder informatie nodig
  10. VR 2018/47 Strafgat en compensatiekrater

    Column
    VR 2018/47 Strafgat en compensatiekrater Op 19 april sloot de raadpleging door de wetgever over het voornemen om de Wegenverkeerswet1994 aan te passen. Dat voorstel is mede ingegeven door publieke verontwaardiging en teleurstelling bij nabestaanden van verkeersslachtoffers. Het voorstel beoogt onder meer het zogenaamde ‘strafgat’ te dichten dat thans bestaat tussen (zeer) gevaarlijk rijgedrag met, en (zeer) gevaarlijk rijgedrag zonder ernstige gevolgen. Een verkeersdeelnemer kan immers het ‘geluk’ hebben dat zijn zeer gevaarlijke gedrag geen schade toebrengt, en een slachtoffer kan de pech
  11. VR 2018/48 Roekeloosheid. Bewijs.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft 's nachts in het kader van een verkeersruzie - waarbij de verdachte een voor hem rijdende auto dicht heeft genaderd, met de lichten van zijn auto heeft geseind en vervolgens rechts heeft ingehaald - zijn auto plotseling tot stilstand gebracht op de rechterrijstrook van een onverlichte autosnelweg omdat hij 'verhaal wilde halen'. Daarbij heeft hij zo abrupt geremd dat de achter de verdachte rijdende auto werd gedwongen te stoppen. Als gevolg daarvan kon een derde achteropkomende auto de stilstaande auto's niet meer ontwijken en is deze auto met beide stilstaande auto's in
  12. VR 2018/49 Dood door schuld. Epilepsie.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met een door haar bestuurde personenauto twee voetgangers en een fietser aangereden. De voetgangers zijn hierbij om het leven gekomen. Ten tijde van de aanrijding had de verdachte een epileptische aanval. Gelet op hetgeen zij op dat moment wist omtrent haar medische situatie, moest de verdachte serieus rekening houden met het optreden van een zodanig plotseling bewustzijnsverlies, zoals dit zich ook vlak voor en tijdens het verkeersongeval heeft voorgedaan. De verdachte heeft zich zeer onvoorzichtig en onachtzaam gedragen en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen
  13. VR 2018/50 Inrijden op persoon. Poging tot zware mishandeling. Opzet.

    Jurisprudentie
    De verdachte is met verhoogde snelheid, zonder te remmen, gericht op de aangever toegereden, hij heeft hem geraakt en hij is vervolgens doorgereden. Dit gedrag van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo zeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij de aangever, dat het niet anders kan dan dat verdachte opzet op zwaar lichamelijk letsel bij de aangever heeft gehad.
  14. VR 2018/51 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
    onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een bijzondere manoeuvre - keren - willen uitvoeren op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar deze verboden was, zonder goed uit te kijken of hij daarmee anderen niet in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Als gevolg van deze ernstige verkeersovertreding heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.De ontzegging van de rijbevoegdheid wordt voorwaardelijk opgelegd omdat de verdachte zonder zijn rijbewijs zijn werk als
  15. VR 2018/53 Mobiele telefoon. Vasthouden. iPhone.

    Jurisprudentie
    Het begrip 'mobiele telefoon' was ten tijde van de gedraging - anders dan tegenwoordig - niet nader gedefinieerd in het RVV 1990. In een dergelijke situatie wordt voor de uitleg van een begrip doorgaans aansluiting gezocht bij hetgeen de wetgever in de toelichting daaromtrent heeft vermeld. Blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit van 4 februari 2002 tot wijziging van het RVV 1990 (verbod handmatig telefoneren), Stb. 2002, 67 - waaraan de betrokkene ook heeft gerefereerd -, wordt onder mobiele telefoon verstaan: "een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare
  16. VR 2018/54 Parkeren. Rijbaan.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie ter zake van “met een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op trottoir/voetpad etc.)”. Gegeven de inrichting van het deel van de straat waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd, oordeelt het hof dat niet een zodanige scheiding is aangebracht tussen de verschillende soorten bestratingen, dat gesproken kan worden van een trottoir. De weg is hier zo ingericht dat voertuigen gebruik kunnen maken van de gehele breedte van dit weggedeelte. Dit betekent dat dit deel van de straat in zijn geheel als rijbaan moet worden aangemerkt. Dat de hieraan
  17. VR 2018/55 Parkeren. Berm. Rijbaan.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene was een administratieve sanctie opgelegd ter zake van parkeren in strijd met een parkeerverbod (bord E1). Het voertuig van de betrokkene stond niet op de rijbaan geparkeerd, maar op de met grastegels bedekte en verharde berm.Voor de uitleg van het begrip weg in de zin van artikel 65, tweede lid, van het RVV 1990 dient geen aansluiting bij het begrip weg als bedoeld in artikel 1, onder b van de WVW 1994 te worden gezocht. Het parkeerverbod aangegeven met bord E1 als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 strekt zich niet uit over de berm van de weg (ECLI:NL:GHARL:2016:3927).Het
  18. VR 2018/56 Kruispunt. Parkeren. Stilstaan.

    Jurisprudentie
    Betrokkene had zijn voertuig geparkeerd op een T-splitsing die bestaat uit een doorgaande weg en een weg die daarop uitloopt. Langs die laatste weg staat een bord G6 uit de bijlage bij het RVV 1990 (einde erf). De in-/uitrit van die straat is afwijkend bestraat: stoeptegels in plaats van klinkers. Het voertuig van de betrokkene stond op de doorgaande weg, zodanig dat bestuurders die via de weg die daarop uitloopt het erf verlaten en de doorgaande weg inrijden, recht op dat voertuig zouden afrijden. De betrokkene heeft dus in strijd met het bepaalde in art 23 RVV1990 zijn voertuig laten
  19. VR 2018/57 Parkeren. Hinder.

    Jurisprudentie
    Van weggebruikers mag worden verwacht dat zij zich er eventueel na het parkeren van vergewissen of parkeren op de betreffende plaats voor hen is toegestaan. Dit kan meebrengen dat sneeuw moet worden verwijderd. Het hof is op grond van de foto's van oordeel dat nu het vlak waarop de auto van de betrokkene stond geparkeerd voor een trap ligt en afwijkend bestraat is, het voor de betrokkene, ook bij gebreke van enige nadere aanduiding hoe ter plaatse te parkeren, duidelijk had moeten zijn dat het hier geen parkeervak betreft en dat het dus niet de bedoeling is dat zij haar auto hier parkeert. In

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!