Zoeken

27 resultaten gevonden

  1. VR 2019/21 Aanmerkelijke schuld. Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Black-out. Verontschuldigbare onmacht.

    Jurisprudentie
    Verdachte is op 3 juli 2012 te Helvoirt met de door hem bestuurde auto tegen het - aan de rechterkant van de rijbaan fietsende - slachtoffer aangereden, waardoor deze op de motorkap van de auto van verdachte terecht is gekomen en daarna aan de linkerkant van de rijbaan is beland. Het slachtoffer heeft hierdoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen.Hof: Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en/of oplettend (de Hoge Raad begrijpt: onoplettend) heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van verdachte, als bedoeld
  2. VR 2019/22 Schuld in de zin van art. 4, eerste lid, van de Landsverordening Wegverkeer Aruba. Epileptische aanval. Geen verontschuldigbare onmacht.

    Jurisprudentie
    De verdachte is met de door haar bestuurde auto op de linker weghelft gekomen en daar blijven rijden terwijl haar andere auto's tegemoet kwamen. Zij is op één van die auto’s gebotst waardoor een inzittende van die auto is gedood.Art. 4, eerste lid, van de Landsverordening Wegverkeer Aruba komt in de kern overeen met art. 6 Wegenverkeerswet 1994.De verdachte heeft onder meer verklaard dat zij er, ondanks de onvoorspelbaarheid en ernst van de epileptische aanvallen, voor gekozen heeft haar ziekte niet door middel van medicatie zoveel mogelijk onder controle te houden. Door met deze wetenschap en
  3. VR 2019/23 Rijden onder invloed. Grondslag van de tenlastelegging.
    Specialis?

    Jurisprudentie
    Het hof heeft blijkens de bewezenverklaring de tenlastelegging aldus verstaan dat daarin aan de verdachte onder meer wordt verweten dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het besturen van een motorrijtuig na het in art. 8, tweede lid aanhef en onder a, WVW 1994 bedoelde gebruik van alcoholhoudende drank. Deze - aan de feitenrechter voorbehouden - uitleg van de tenlastelegging is niet onverenigbaar met de bewoordingen ervan en moet in cassatie worden geëerbiedigd. Van die uitleg uitgaande heeft het hof bij de bewezenverklaring de grondslag van de tenlastelegging niet verlaten.
  4. VR 2019/24 Dood door schuld. Medeplegen. Straatrace. Geen roekeloosheid.

    Jurisprudentie
    Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij op (de pleegdatum) te (pleegplaats) tezamen en in vereniging met een ander, namelijk medeverdachte, hierna: M, als bestuurder van een motorrijtuig (auto van het merk Volkswagen) daarmede rijdende over de weg, de Generaal Spoorlaan, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, namelijk doordat hij zeer onvoorzichtig en onoplettend, samen met zijn medeverdachte (bestuurder van een auto van het merk Peugeot), in strijd met het bepaalde in artikel 10 van de Wegenverkeerswet tijdens een
  5. VR 2019/25 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Epileptisch insult?

    Jurisprudentie
    Uit het geneeskundig onderzoeksrapport van (...), neuroloog, d.d. (...), blijkt dat bij onderzoek geen functiestoornissen bij verdachte zijn vastgesteld. De neuroloog acht een epileptisch insult onvoldoende aangetoond. Een epileptisch insult is overigens niet uit te sluiten en er zijn een aantal predisponerende factoren, doch deze factoren worden afgeleid uit de omstandigheden waaronder het ongeval is begaan en zijn niet aan de hand van een medische diagnose vastgesteld. Voorts heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij normaal functioneert in het dagelijks leven
  6. VR 2019/26 Dood door schuld. Roekeloosheid? Strafmaat.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft op 13 september 2015, in de nacht van zaterdag op zondag, in het donker en onder invloed van alcohol, over een afstand van meer dan een kilometer, gereden over de Oosteinderweg in de richting van het centrum van Aalsmeer, met een snelheid die ver boven de ter plaatse toegestane snelheid van vijftig kilometer per uur lag. Daarbij is hij tegen hem tegemoetkomende fietsers gebotst. Ten gevolge van die botsing is één fietser gedood, een andere fietser is zwaar lichamelijk letsel toegebracht. De Oosteinderweg is een smalle weg binnen de bebouwde kom van Aalsmeer, met een grijs
  7. VR 2019/27 Dood door schuld. Roekeloosheid?

    Jurisprudentie
    De verdachte bestuurde een verreiker en botste daarmee op twee voor hem rijdende fietsers waardoor één van die fietsers kwam te overlijden. Op de verreiker waren balen met hooi geladen op zodanige wijze dat de verdachte geen zicht had op de weg voor hem. Geen roekeloosheid omdat de onderhavige situatie zich niet op één lijn laat stellen met de situaties waarin in de jurisprudentie van de Hoge Raad roekeloosheid is aangenomen. Bovendien kan niet worden vastgesteld dat verdachte in die mate onverschillig is geweest ten aanzien van de gevolgen van zijn rijgedrag, dat gezegd kan worden dat hij
  8. VR 2019/28 Rijden onder invloed. Ademanalyse-apparaat. Tijdsinstelling.

    Jurisprudentie
    Onder de strikte waarborgen bij de ademanalyse moeten waarborgen worden verstaan die ertoe strekken de betrouwbaarheid (en juistheid) van het onderzoeksresultaat te verzekeren. In hetgeen is vastgesteld - namelijk dat het apparaat, zoals ook door de bedienaar onderkend, nog niet aan de (niet zo lang daarvoor ingegane) zomertijd was aangepast - ziet het hof echter geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de werking van het ademanalyseapparaat en evenmin aan de juistheid van het onderzoeksresultaat.
  9. VR 2019/29 Rijden onder invloed. Bloedonderzoek. Waarmerking, verpakking, verzegeling.

    Jurisprudentie
    Het onderzoek naar het bloedalcoholgehalte is door de wetgever omringd met een aantal strikte waarborgen. Deze waarborgen hebben ten doel, zoveel als mogelijk is, fouten en onvolmaaktheden die ten nadele van de verdachte strekken uit te schakelen. De maatregelen die erop toezien dat het bloed dat wordt onderzocht ook het bloed van verdachte is, behoren tot die waarborgen. Indien dergelijke maatregelen niet strikt worden nageleefd, levert dat de kans op - hoe klein ook - dat de identiteit van de verdachte en het opgestuurde bloed minder vaststaan dan wanneer de maatregel wel strikt wordt
  10. VR 2019/30 Gevaarzetting. Capriolen met motorfiets.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft op de weg, waar zich ander verkeer in de nabijheid bevond, als bestuurder van een motorfiets, twee keer een zogenoemde "burnout" en een zogenoemde "wheelie" gemaakt. Daardoor werd de stabiliteit van het motorrijtuig verstoord en waren de besturing, alsmede de beremming van het voorwiel, niet meer op de normale wijze mogelijk. Door die gedragingen van verdachte kon gevaar op die weg worden veroorzaakt.
  11. VR 2019/31 Aanmerkelijke schuld. Dood door schuld. Rijden onder invloed.

    Jurisprudentie
    De verdachte, bestuurder van de Land Rover, heeft niet zoveel mogelijk rechts gehouden en is in een flauwe bocht naar rechts op de rijstrook bestemd voor het tegemoetkomend verkeer terechtgekomen. Daarbij is verdachte met de linker voorzijde van zijn voertuig tegen de linker flank van de tegemoetkomende Kia Picanto gebotst, waardoor de Kia van de weg is geraakt en in de rechterberm tot stilstand is gekomen. Vervolgens is verdachte met de linker voorzijde van zijn Land Rover tegen de linker voorzijde van de tegemoetkomende Renault Twingo gebotst, die door het grote massaverschil tussen beide
  12. VR 2019/32 Gevaarlijk rijden. Maximumsnelheid. Stopteken. Rijden onder invloed. Rijden zonder rijbewijs. Vrijheidsstraf. Motivering.

    Jurisprudentie
    De verdachte zat met een medepassagier in zijn auto en zag een politiecontrole, waarop hij bewust zijn autolampen heeft gedoofd en met een hoge snelheid langs de politie is gereden. De verdachte is er vervolgens vandoor gegaan met hoge snelheden binnen de bebouwde kom en heeft een stopteken genegeerd. In een poging om de verdachte te stoppen heeft de politie vijf politieauto’s opgesteld. De verdachte heeft al slalommend de politieauto’s trachten te ontwijken en heeft hierbij een eenzijdig ongeval veroorzaakt door met zijn auto tegen een voetbalkooi aan te rijden. De verdachte is vervolgens de
  13. VR 2019/33 Lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig. Onvoldoende rechts houden. Plaatselijke bekendheid.

    Jurisprudentie
    De verdachte is bij het nemen van de bocht van zijn rechter weghelft afgeweken naar links en heeft vervolgens bij het afslaan naar links deze bocht te krap genomen, waardoor hij op de linkerkant van de weg is komen te rijden. Door deze manoeuvre is er een aanrijding ontstaan met een hem op die weghelft tegemoetkomende motorrijder, slachtoffer S, die hierdoor zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.De rijstijl van de verdachte is aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend is geweest en dit gedrag is ook verwijtbaar. Immers, indien de verdachte bij nadering van de splitsing voldoende rechts, op
  14. VR 2019/35 Gevaar veroorzaken. Rood licht. Snelheid.

    Jurisprudentie
    De verdachte reed met de door hem bestuurde personenauto door rood licht en botste daardoor tegen een zich op de kruising bevindende personenauto. Het verkeerslicht voor rechtdoor straalde op het in het geding zijnde moment voor de verdachte rood licht uit, welk rood licht door de verdachte niet is gezien dan wel is genegeerd, waarna de aanrijding met het voertuig van het slachtoffer heeft plaatsgevonden. De wettelijk toegestane maximumsnelheid betrof ter plaatse 50 kilometer per uur. Voldoende is komen vast te staan dat de verdachte aanmerkelijk harder heeft gereden. Dit blijkt uit de
  15. VR 2019/36 Dood door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig? Inschattingsfout. Beroepschauffeur. Gevaarzettend gedrag van wegbeheerder. Ondeugdelijke weginrichting.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft met de door haar bestuurde bus bij het inhalen van een fietser deze geraakt met de rechter buitenspiegel, waardoor deze ten val kwam en ten gevolge van het ongeval is overleden. De weginrichting voldeed niet aan de richtlijnen van het CROW wat betreft de breedte van de rij- en fietsstrook, waardoor op deze locatie op grond van de CROW richtlijnen twee naast elkaar fietsende fietsers niet kunnen worden ingehaald door een stadsbus. De rechtbank acht de inschattingsfout van de verdachte niet zodanig onbegrijpelijk en verwijtbaar dat deze fout kan worden aangemerkt als
  16. VR 2019/37 Vasthouden telefoon. Tesla Autopilot.

    Jurisprudentie
    In artikel 1 onder n van de WVW 1994 is bepaald dat de bestuurder van een motorrijtuig degene is die het motorrijtuig bestuurt of degene die, overeenkomstig de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarde, wordt geacht het motorrijtuig onder zijn onmiddellijk toezicht te doen besturen. Naar het oordeel van de kantonrechter bepaalt de feitelijke bestuurder van een auto waar de auto heen gaat, hoe te handelen in noodsituaties en is deze verantwoordelijk voor wat de auto doet. Betrokkene heeft verder ter zitting verklaard dat hij als degene die op de bestuurdersplaats zit regelmatig het
  17. VR 2019/38 Busbaan. Kenbaarheid. Aanduiding op wegdek. Beperking tot wegvak?

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 140,- opgelegd ter zake van “als weggebruiker gebruik maken van busbaan of -strook aangeduid met: lijnbus”.Het woord 'lijnbus' is niet herhaald na elke zijweg. Dat na elke zijweg het woord 'lijnbus' dient te worden herhaald, is geen vereiste dat volgt uit de regelgeving. In de toelichting op de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens is weliswaar bepaald dat de werking van bebording is beperkt tot het wegvak waarlangs het is geplaatst, maar dit is niet overeenkomstig toegepast ten aanzien van
  18. VR 2019/39 Inhaalverbod. Gelding verkeersteken. Zijweg.

    Jurisprudentie
    Ingevolge artikel 1, aanhef en onder e, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (afgekort BABW) wordt onder een wegvak verstaan: "gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". Het bord F1 blijft derhalve van kracht tot in ieder geval de volgende zijweg of een verkeersbord waardoor de werking van het bord F1 weer wordt opgeheven (= bord F2).In het onderhavige geval is niet gebleken dat vlak voor het kruisingsvlak een bord F2 is geplaatst. Ter plaatse is sprake van een T
  19. VR 2019/40 Regres WAM-verzekeraar op verzekerde; polisuitsluiting; ongeldig rijbewijs.

    Jurisprudentie
    Op 10 juli 2011 is appellant, op dat moment WAM-verzekerd bij ASR, met zijn auto betrokken geraakt bij een verkeersongeval. ASR heeft aansprakelijkheid jegens de andere betrokkenen aanvaard en de schade vergoed. ASR heeft vervolgens regres genomen op appellant. Die vordering is door de rechtbank (integraal) toegewezen. Het hof stelt vast dat de polisvoorwaarden een tweetal dekkingsuitsluitingen bevatten ten aanzien van (1) het niet beschikken over een geldig rijbewijs en (2) het ontbreken van rijbevoegdheid. Blijkens de polisvoorwaarden gelden deze uitsluitingen niet voor de verzekerde die

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!