eigen schuld

VR 2016/134 Verkeersongeval; inhaalmanoeuvre; eigen schuld.

Jurisprudentie
X reed in een auto van gedaagde op een tweebaansweg. Nadat hij een weg aan de linkerzijde al bijna voorbij was, is hij plotseling linksaf geslagen. Daarbij is een ongeval ontstaan met eiser, die X op zijn motorfiets juist aan het inhalen was. Eiser heeft daarbij onder meer een geluxeerde enkelfractuur opgelopen. Gedaagde heeft aansprakelijkheid erkend, maar stelt dat eiser 65% eigen schuld heeft aan het ongeval. Daartoe wordt aangevoerd dat X weliswaar zonder richting aan te geven plotseling linksaf is geslagen, maar dat eiser heeft ingehaald op een kruising en niet in staat was zijn voertuig

VR 2016/132 Regres; letselschade; (geen) eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2012 heeft er een ongeval plaatsgevonden waarbij Y met een auto voetganger X heeft aangereden. X had samen met een collega werkzaamheden verricht en stak met een stuk gipsplaat op aanwijzen van de collega (omdat hij door de gipslaat zelf links geen goed zicht had) de weg over. Halverwege stond hij stil omdat de collega (die Y zag aankomen) begon te schreeuwen. Y kwam uit een uitrit, vervolgde zijn weg en reed X (aan diens linkerkant) aan. A, de zorgverzekeraar van X, wil regres nemen op B, de WAM-verzekeraar van Y. Beide verzekeraars zijn aangesloten bij het convenant regres

VR 2016/129 Verkeersaansprakelijkheid; geen overmacht; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Bij een wielerwedstrijd in Oostenrijk is X bij een afdaling frontaal op een hem tegemoetkomende auto gebotst, bestuurd door Y (verzekerd bij Generali) die op deze weg (de B176) reed in strijd met het tijdelijke inrijverbod. X nam bij de afdaling de binnenbocht, op de linkerbaan. X heeft het ongeval niet overleefd. Y is in Oostenrijk strafrechtelijk veroordeeld voor dood door schuld, met als strafverminderende factor dat X door op de linkerbaan te rijden eigen schuld heeft gehad aan het ongeval. In de hoofdzaak vorderen de nabestaanden van X van Generali vergoeding van overlijdensschade

VR 2016/128 Aanrijding met tram; reflexwerking 185 WVW; geen overmacht.

Jurisprudentie
Op 30 november 2004 heeft er een aanrijding plaatsgevonden tussen automobilist X (appellant) en een tram, waarvan HTM (geïntimeerde) de eigenaar was. Daarbij is appellant tegen de zijkant van de tram aangereden, waarbij onder meer schade aan de auto is ontstaan. Appellant vordert vergoeding van deze schade en stelt daartoe onder meer dat hij bij groen licht de kruising op is gereden, zodat de tram op dat moment rood licht moet hebben gehad en hem derhalve ten onrechte geen voorrang heeft gegeven. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en daartoe onder meer overwogen dat de reflexwerking