Datum uitgave:
VR 2019/164 Dood door schuld. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaarzetting.
Rechts afslaan. Vrachtauto.
Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat hij bij het rechtsaf slaan geen voorrang heeft verleend aan de rechtdoor rijdende fietser. De verdachte heeft aldus een verkeersfout gemaakt met voor het slachtoffer fatale gevolgen, maar deze fout is gelet op de omstandigheden van het geval, voor zover die objectief zijn komen vast te staan, niet zonder meer aan te merken als “schuld” aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De voornoemde verkeersfout heeft wel gevaar op de weg in de zin van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 veroorzaakt.
VR 2019/165 Dood door schuld. Geen roekeloosheid. Beginnende bestuurder. Rijden
onder invloed.
Verdachte, een beginnend bestuurder, heeft een driewielige Piaggio motorscooter bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte in zijn bloed ruim twee uur na het ongeval nog hoger bleek te zijn dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed. Verdachte heeft bovendien op de hem bekende Dorpsstraat in Riethoven de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur met minimaal 19,9 en maximaal 36 kilometer per uur overschreden. Deze snelheidsoverschrijding is naar het oordeel van het hof als een ernstige overschrijding aan te merken. Verdachte heeft
VR 2019/166 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Uitleg
tenlastelegging. Strafmotivering.
De verdachte is met zijn auto tegen een hem tegemoet rijdende wielrenner gereden, die ten gevolge daarvan is gedood. "Dan wel" in bewezenverklaring te verstaan als "en/of". Het hof neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij
zijn medewerking aan de ademanalyse doelbewust heeft geweigerd, getuige zijn
mededeling aan de medewerkers van de crisisdienst dat hij bewust niet wilde
meewerken aan een adem- of bloedonderzoek, zodat er geen bewijs tegen hem zou
zijn van het rijden onder invloed van alcohol. Het voorgaande duidt op een
berekenende houding van de verdachte.
VR 2019/167 Verdrinking in zwembad. Zweminstructeur. Garantenstellung.
Dood door schuld.
Op 21 september 2015 verdrinkt de dan negenjarige S in het diepe (wedstrijd-)bad van een badinrichting te Rhenen nadat zij in het ondiepe bad zwemles had gekregen. Zij sprak de Nederlandse taal niet en kon niet zwemmen; zij was van Syrische afkomst en verbleef pas enkele maanden in Nederland. Aan de drie op dat moment in de badinrichting werkzame zweminstructeurs, te weten: verdachte en twee andere toezichthouders (zie ten aanzien van de andere toezichthouders ECLI:NL:GHARL:2018:9899 en ECLI:NL:GHARL:2018:9901), wordt 'dood door schuld' verweten. De schuld zou, kort gezegd, hebben bestaan in
VR 2019/168 Zwaar lichamelijk letsel door schuld? Bandenspanning.
Controlelamp. Veiligheid op de weg.
De verdachte hoefde uit de melding over de bandenspanning niet af te leiden dat hij toen niet verder kon rijden. Hoewel hij onvoorzichtig heeft gehandeld en een risico heeft genomen door niet onmiddellijk te voldoen aan zijn onderzoeksplicht en de banden van de Audi te controleren, en ook zijn positie op de weg en zijn snelheid niet aan te passen aan de situatie, leiden zijn gedragingen niet tot het oordeel dat sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid of onoplettendheid, wat de drempel is die voor een veroordeling op grond van artikel 6 van de Wegenverkeerswet gehaald moet worden. De