bestuurlijke sanctie

VR 2022/03 Verkeerde feitcode.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 186,- voor: “VF021 - overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 21 km/h”. Deze gedraging zou zijn verricht op 3 oktober 2017 om 11.55 uur op de Hoofdweg in Zegveld.Het hof kan niet vaststellen dat de gedraging is verricht. De verweten gedraging die hoort bij feitcode VF021 betreft namelijk een overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van het RVV 1990, dat luidt als volgt: “Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden: a. voor motorvoertuigen op

VR 2021/158 Mobiele telefoon. Vasthouden?

Jurisprudentie
Hoewel het hof begrijpt dat met het oog op de verkeersveiligheid een sanctie voor het op schoot hebben van een telefoon tijdens het rijden gerechtvaardigd kan zijn, is het hof van oordeel dat artikel 61a van het RVV 1990 daarvoor geen grondslag biedt. Het op schoot of op het been hebben van een mobiele telefoon kan niet worden aangemerkt als vasthouden in de zin van voornoemd artikel. Dat zou een zodanige extensieve interpretatie zijn dat dit de rechtsvormende taak van het hof te buiten gaat. Uit de verklaring van de ambtenaar volgt wel dat de betrokkene in dit geval zodanig verkeersgedrag

VR 2021/139 Administratiefrechtelijke sanctie. Staande houden. Kentekenhouder.

Jurisprudentie
Uit artikel 5 van de Wahv volgt dat wanneer een gedraging wordt geconstateerd - i.c. het rijden door rood licht -, de ambtenaar de bestuurder staande houdt en zijn identiteit vaststelt, zodat hem een sanctie kan worden opgelegd. Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de sanctie aan de kentekenhouder worden opgelegd.De ambtenaar constateerde de gedraging terwijl hij reed in burgerkleding, op een privémotor en zonder verbindingsmiddelen met de politiemeldkamer en terwijl hij voor een rood verkeerslicht stond te wachten.In

VR 2021/135 Administratieve sanctie. Bekeuring op kenteken. Staande houden. Matiging proceskosten.

Jurisprudentie
Zowel het voertuig van de betrokkene als dat van de ambtenaren stond stil op het moment dat de gedraging werd geconstateerd. Vervolgens zijn de nodige gegevens met betrekking tot de waargenomen gedraging en het betreffende voertuig genoteerd. De ambtenaren waren dus in de gelegenheid om aanstonds vast te stellen wie de bestuurder van het voertuig was ten tijde van het verrichten van de gedraging. In een dergelijk geval dient de sanctie te worden opgelegd aan de bestuurder van het voertuig en niet aan de kentekenhouder. Weliswaar blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen dat er in overleg

VR 2021/097 Twee overtredingen tijdens een manoeuvre. Ne bis in idem? Matiging sanctie.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder de doorgetrokken streep overschrijden (verkeer in beide richtingen)”. De gemachtigde voert aan dat sprake is van schending van het ne bis in idem-beginsel. Aan de betrokkene is naast de onderhavige sanctie namelijk tevens een sanctie opgelegd voor het gebruiken van een verdrijvingsvlak. Het overschrijden van de doorgetrokken streep betreft in dit geval een verdrijvingsvlak. Aldus is sprake van dezelfde gedraging, dan wel van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling.Het ‘ne bis in

VR 2021/094 Verkeerslichten, haaientanden. Voorrang.

Jurisprudentie
Een redelijke uitleg van artikel 64 van het RVV 1990 brengt mee dat verkeerslichten slechts gaan boven verkeerstekens die direct bij de betreffende verkeerslichten zijn gelegen. Bij verder weg gelegen verkeerstekens is de kans namelijk groot dat het verkeerlicht dat groen licht uitstraalde op het moment dat het werd gepasseerd inmiddels rood licht uitstraalt op het moment dat die verkeerstekens zijn genaderd. Wanneer men deze verkeerstekens dan zou mogen negeren, zou dit de verkeersveiligheid ernstig in gevaar kunnen brengen.

VR 2021/04 Mobiele telefoon vasthouden. Sanctie. Bijzondere omstandigheden.

Jurisprudentie
De betrokkene is een sanctie opgelegd voor: “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”. Op de plaats van de gedraging, de Afsluitdijk, zijn over een lange afstand weinig afritten of parkeerplaatsen. Nu uit de verklaring van de betrokkene blijkt dat zij direct de bloedsuikerwaarden van haar dochtertje diende af te lezen toen het alarm afging, acht het hof het aannemelijk dat de betrokkene hiermee niet kon wachten tot de eerstvolgende parkeerplaats.De meest voor de hand liggende - rationele - optie voor de betrokkene zou op dat moment zijn geweest om de auto op de

VR 2021/03 Stilstaan op trottoir. Scanauto. Geen geautomatiseerde vaststelling. Bekeuring op kenteken.

Jurisprudentie
Auto stond stil op trottoir. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wahv kan een daartoe aangewezen ambtenaar een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die ofwel door deze ambtenaar zelf, ofwel op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. In dit geval maakt de apparatuur in de scanauto een eerste selectie van voertuigen die mogelijk in overtreding zijn. Het is echter de boa die op afstand handmatig de aangeleverde foto’s beoordeelt en vervolgens op basis daarvan vaststelt of een gedraging is verricht. Blijkt dit het geval, dan kan een sanctie worden opgelegd. Dat betekent dat in

VR 2020/127 Administratieve sanctie. Bevoegdheid buitengewone opsporingsambtenaar.

Jurisprudentie
De ambtenaar die de administratieve sanctie heeft opgelegd is een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in het domein Openbare ruimte. In de destijds geldende Beleidsregels boa is de bevoegdheid voor een boa in dit domein om een sanctie op te leggen voor het negeren van een C-bord beperkt tot gevallen waarin de handhaving verband houdt met de openbare orde. Voor overige overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 mogen boa's op grond van de domeinlijst in de Beleidsregels slechts een sanctie opleggen voor zover het stilstaande voertuigen betreft. Daarop is een uitzondering gemaakt voor de

VR 2020/107 Administratieve sanctie. Bewijs. Camera.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd ter zake van “als (snor)fietser bij ontbreken (verplicht) (brom)fietspad niet de rijbaan gebruiken (bijv. rijden op trottoir, voetpad)”, welke gedraging zou zijn verricht op de Museumstraat te Amsterdam met een snorfiets.Aan weerszijden van de doorgang onder het Rijksmuseum te Amsterdam is een camera-installatie geplaatst boven de weg ten behoeve van de handhaving van een voetgangersgebied, aangeduid door de borden volgens model G7, Bijlage 1 RVV 1990 voorzien van de tekst: "Zone"