begroting schade
VR 2022/186 Fietser overlijdt na aanrijding. Begroting smartengeld. Smartengeld niet betrekken in overlijdensschade; eigen karakter smartengeld; overeenkomst met affectieschade.
Op 20 februari 2019 is fietser A aangereden door een motorrijder, waarbij A zeer ernstig letsel oploopt. Na enige tijd in het ziekenhuis is A in minimale bewustheidstoestand in een verpleeginstelling opgenomen. Negen maanden na het ongeval overlijdt A. Bovemij erkent aansprakelijkheid. Bovemij en de weduwe van A worden het niet eens over de hoogte van het smartengeld en Bovemij stelt dat het uit te keren smartengeld de behoeftigheid ex art. 6:108 lid 1 BW van de erfgenamen van A vermindert. In dit deelgeschil verzoekt de weduwe van A onder meer om het smartengeld te begroten op € 250.000 en
VR 2022/184 Zwarte inkomsten vergoeden? Niet van belang voor omvang verlies aan verdienvermogen, wel voor schadebegroting.
VR 2022/174 X overlijdt na val uit rolstoel in taxibus. Vervoerder aansprakelijk? Causaal verband. Begroting schade.
Op 10 juli 2016 is X overleden. De dag ervoor, op 9 juli 2016, is hij uit zijn rolstoel gevallen toen A hem achterwaarts uit een rolstoelbus van Stam naar buiten verplaatste. Door deze val is X gewond geraakt. Y, de echtgenoot van X, stelt dat door deze val de hersenbloeding is veroorzaakt waardoor X een dag later is overleden. Y vordert schadevergoeding ex art. 6:108 lid 1 en 2 BW van Stam. Stam betwist dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt. Bij tussenvonnis is beslist dat aannemelijker is dat de hersenbloeding door de val is veroorzaakt, waarmee het causaal verband tussen het
VR 2022/146 Klachten na ongeval in 2009. Causaliteit. Waardering deskundigenberichten. Vaststellen schadeposten.
Op 1 augustus 2009 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden. Een afslaande vrachtwagen zag een auto over het hoofd, waarna de auto om zijn as tolde, tegen twee auto's botste en uiteindelijk frontaal tegen de auto van X aan botste. X stelt aan het ongeval nek- en rugpijn, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, vergeetachtigheid, en concentratie- en woordingvindingsproblemen te hebben overgehouden. Allianz, bij wie de vrachtwagen was verzekerd, erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. Na ruim twaalf jaar zijn partijen het nog altijd niet eens over de
VR 2022/135 Ernstig letsel door aanrijding met trekker. Begroting schadevergoeding; verlies aan verdienvermogen; rekenrente; materiële schade; smartengeld.
Op 18 mei 2012 is de 24-jarige X een ongeval overkomen. Een tegemoetkomende trekker week uit naar haar weghelft, met een frontale botsing tot gevolg. Haar auto werd 'geplet', waardoor het ongeveer twee uur duurde voordat hulpdiensten haar hieruit konden bevrijden. Zij is met een traumahelikopter naar het ziekenhuis gebracht, waar zij twee weken in coma is gehouden. Daarna heeft zij negen operaties ondergaan aan haar hoofd, schedel, armen en bovenbenen. X heeft aan het ongeval permanente en blijvende functiebeperkingen overgehouden. De trekker was verzekerd bij ASR, die aansprakelijkheid erkent
VR 2022/114 Vliegtuigpassagier krijgt bagagestuk op hoofd; schadestaatprocedure; deskundigenrapporten.
In 2006 vliegt A vanaf Schiphol naar Tel Aviv met luchtvaartmaatschappij B. Nadat zij heeft plaatsgenomen in het vliegtuig, probeert een medepassagier een bagagestuk boven het hoofd van A in de zogenoemde overhead bins te plaatsen. Dat bagagestuk valt op het hoofd van A. Na het ongeval ervaart A diverse klachten, waaronder vergeetachtigheid, concentratieproblemen, snelle vermoeidheid en duizeligheid. In het arrest van 3 december 2013 verklaart het Hof Amsterdam dat B op grond van de vervoersovereenkomst tussen partijen aansprakelijk is voor alle door A geleden en nog te lijden schade als
VR 2022/105 Letselschade door aanrijding fietser en tram. Vaststellen omvang verlies van verdienvermogen; carrièreverloop; rekenrente; post onvoorzien.
Op 9 mei 2012 is de 49-jarige X als fietser betrokken geraakt bij een aanrijding met een tram. X heeft hierdoor ernstig letsel opgelopen, heeft twee weken in een coma gelegen en heeft langdurig moeten revalideren. Hij houdt blijvende klachten en beperkingen over aan het ongeval. De tram is verzekerd bij Allianz, die aansprakelijkheid erkent. X is op universitair niveau opgeleid en heeft diverse marketingfuncties in binnen- en buitenland bekleed. Ten tijde van het ongeval was zijn jaarsalaris € 118.000 en stond hij net op het punt om een carrièrestap te maken. X en Allianz zijn in geschil over
VR 2022/89 Auto-ongeluk; geen doorbreking causaal verband.
In 2011 veroorzaakt een verzekerde van B een auto-ongeluk, waarbij mevrouw A betrokken raakt. B erkent aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van het ongeluk. Na het ongeluk heeft A pijnklachten en ervaart zij beperkingen bij nek-, schouder- en rugbelastende activiteiten. A vordert van B vergoeding van diverse schadeposten. B verweert zich met de stelling dat het causale verband tussen de klachten en het ongeluk op 13 januari 2013 is doorbroken, omdat A op die dag is gevallen, waardoor A's klachten zijn verergerd. De rechtbank overweegt als volgt. Dat door een val een verergering van