begroting schade

VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht

Artikel
VR 2021/16 Tendensen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht: het kan verkeren Prof. dr. W. Vandenbussche en C. De Ridder * * Docent Instituut voor Procesrecht Universiteit Gent, advocaat, respectievelijk praktijkassistent en wetenschappelijk medewerker Universiteit Antwerpen, advocaat. 1. Inleiding Deze bijdrage geeft een overzicht van een aantal recente ontwikkelingen in het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, die relevantie vertonen voor het verkeerscontentieux. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de aansprakelijkheid bij e-steps (paragraaf 2), het

VR 2021/10 Letselschadezaak; uitgangspunten voor kapitalisatie toekomstige schade.

Jurisprudentie
In 2012 is A, toen 49 jaar oud, op een kruising als fietser aangereden door een tram van X. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit ligt tussen de 31% en 42%. Vóór het ongeval was A werkzaam in binnen- en buitenland op het gebied van marketing, sales, marktcommunicatie en business development (zijn laatst verdiende jaarsalaris bedroeg € 118.000). A is met de WAM-verzekeraar van X (B) overeengekomen dat X voor 70% aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. A en B twisten onder meer over de vraag hoe de toekomstige schade van A

VR 2021/08 Letselschadezaak; causaal verband; schadebegroting.

Jurisprudentie
A had een rijschool. Zij is in 2007 twee keer betrokken geweest bij een auto-ongeluk toen zij als bijrijder naast een leerling zat. A stelt dat zij als gevolg van deze ongevallen lichamelijke klachten (nekpijn, rugpijn, hoofdpijn en vermoeidheid) en geestelijke klachten (cognitieve beperkingen, depressie en angsten) heeft. Door deze klachten is zij niet meer in staat haar werkzaamheden, huishouding en onderhoud van haar huis uit te voeren. De betrokken WAM-verzekeraar (B) heeft reeds een uitkering van € 81.500 aan A gedaan. In deze procedure vordert A vergoeding van de overige schade die zij

VR 2020/178 De vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand in letselschadezaken

Artikel
VR 2020/178 De vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand in letselschadezaken Mr. J.F. Roth * * Advocaat bij SAP Letselschade Advocaten te Amersfoort. Inleiding De buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand, afgekort BGK, vormen een belangrijk onderwerp in de letselschadepraktijk en een onderwerp dat veel stof voor discussie oplevert en aanleiding geeft tot veel verzuchtingen. Zoals deze van Lameris in 2012: 1) “Discussies over buitengerechtelijke kosten zijn nog altijd aan de orde van de dag, ondanks de initiatieven die zijn ondernomen om deze te vermijden.” In de uitgave van

VR 2020/172 Letselschade; medische noodzaak verhuizing; eisen en wensen benadeelde.

Jurisprudentie
In 2015 is A op zijn scooter aangereden door een auto die tegen wettelijke aansprakelijkheid was verzekerd bij B. Hierbij is de linker heup van A verbrijzeld. Bij een daarop volgende heupoperatie is een zenuwbeschadiging opgetreden, waardoor A een deel van zijn linkerbeen niet meer voelt en hij zijn linkervoet niet goed kan optillen. Als gevolg van deze beperking heeft A in 2017 zijn evenwicht verloren op de trap, waardoor hij is gevallen. A kan hierdoor niet meer zitten en hij brengt zijn dagen liggend door. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval (en de daarop volgende

VR 2020/146 Letselschadezaak; bodemprocedure na deelgeschil; begroting verlies arbeidsvermogen; tegenstrijdige partij-deskundigenrapporten.

Jurisprudentie
In 1997 is A aangereden door een verzekerde van B. Ten tijde van het ongeval voerde A met haar echtgenoot een melkveehouderijbedrijf. Als gevolg van het ongeval is A (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt geraakt. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Partijen twisten nu nog over één schadepost: het verlies van arbeidsvermogen. De deelgeschilrechter heeft bij beschikking van 18 mei 2017 kort gezegd geoordeeld dat bij het begroten van het verlies van arbeidsvermogen moet worden uitgegaan van het verlies van arbeidsuren van A (zoals B stelde) en niet van het realiseren van

VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd

Artikel
VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd Mr. E.W. Bosch * * (LSA/ASP) letselschadeadvocaat/ partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten. 1. Inleiding Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. 1) Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de

VR 2020/70 Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenonderzoek d.m.v. QALY methode.

Jurisprudentie
A is slachtoffer geworden van een bedrijfsongeval, waarbij hij ernstig en blijvend letsel aan zijn rechterhand heeft opgelopen. NN heeft namens de werkgever van A volledige aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. A wil met een voorlopig deskundigenonderzoek zijn vordering tot immateriële schadevergoeding nader onderbouwen. Hij verzoekt de rechtbank te bepalen dat dit onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van de Quality Adjusted Life Year (QALY) methode. Dit is een rekenmethode die in de gezondheidseconomie wordt gebruikt om 'de doelmatigheid van medische behandelingen te beoordelen'

VR 2020/68 Aanrijding 13-jarige hardloopster; blijvende invaliditeit; berekening arbeidsvermogensschade.

Jurisprudentie
Op 2 februari 2012 is verzoekster, geboren op 19 maart 1998, tijdens het hardlopen met hoge snelheid van achteren aangereden door een personenauto. Goudse was ten tijde van het ongeval de WAM-verzekeraar van de personenauto. Goudse heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster ernstig letsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit gehele persoon op neurologisch gebied is 62% en dat op orthopedisch gebied 32%. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat bij de becijfering van de arbeidsvermogensschade

VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor

Artikel
VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor J. Dierx * * Bestuurder/mediator bij De Mediation Coöperatie en lid van de commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Inleiding In dit artikel wordt betoogd dat toepassing van herstelrecht en mediation in de Nederlandse letsel- en overlijdensschadepraktijk wordt onderbenut. Restorative Justice (herstelrecht) is een theorie over recht-doen door het herstellen van schade, veroorzaakt door strafbaar gesteld of onrechtmatig gedrag. Dit wordt het best bereikt door vormen van samenwerking tussen alle belanghebbenden (deze omschrijving is