begroting schade

VR 2020/178 De vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand in letselschadezaken

Artikel
VR 2020/178 De vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand in letselschadezaken Mr. J.F. Roth * * Advocaat bij SAP Letselschade Advocaten te Amersfoort. Inleiding De buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand, afgekort BGK, vormen een belangrijk onderwerp in de letselschadepraktijk en een onderwerp dat veel stof voor discussie oplevert en aanleiding geeft tot veel verzuchtingen. Zoals deze van Lameris in 2012: 1) “Discussies over buitengerechtelijke kosten zijn nog altijd aan de orde van de dag, ondanks de initiatieven die zijn ondernomen om deze te vermijden.” In de uitgave van

VR 2020/172 Letselschade; medische noodzaak verhuizing; eisen en wensen benadeelde.

Jurisprudentie
In 2015 is A op zijn scooter aangereden door een auto die tegen wettelijke aansprakelijkheid was verzekerd bij B. Hierbij is de linker heup van A verbrijzeld. Bij een daarop volgende heupoperatie is een zenuwbeschadiging opgetreden, waardoor A een deel van zijn linkerbeen niet meer voelt en hij zijn linkervoet niet goed kan optillen. Als gevolg van deze beperking heeft A in 2017 zijn evenwicht verloren op de trap, waardoor hij is gevallen. A kan hierdoor niet meer zitten en hij brengt zijn dagen liggend door. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval (en de daarop volgende

VR 2020/146 Letselschadezaak; bodemprocedure na deelgeschil; begroting verlies arbeidsvermogen; tegenstrijdige partij-deskundigenrapporten.

Jurisprudentie
In 1997 is A aangereden door een verzekerde van B. Ten tijde van het ongeval voerde A met haar echtgenoot een melkveehouderijbedrijf. Als gevolg van het ongeval is A (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt geraakt. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Partijen twisten nu nog over één schadepost: het verlies van arbeidsvermogen. De deelgeschilrechter heeft bij beschikking van 18 mei 2017 kort gezegd geoordeeld dat bij het begroten van het verlies van arbeidsvermogen moet worden uitgegaan van het verlies van arbeidsuren van A (zoals B stelde) en niet van het realiseren van

VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd

Artikel
VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd Mr. E.W. Bosch * * (LSA/ASP) letselschadeadvocaat/ partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten. 1. Inleiding Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. 1) Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de

VR 2020/70 Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenonderzoek d.m.v. QALY methode.

Jurisprudentie
A is slachtoffer geworden van een bedrijfsongeval, waarbij hij ernstig en blijvend letsel aan zijn rechterhand heeft opgelopen. NN heeft namens de werkgever van A volledige aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. A wil met een voorlopig deskundigenonderzoek zijn vordering tot immateriële schadevergoeding nader onderbouwen. Hij verzoekt de rechtbank te bepalen dat dit onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van de Quality Adjusted Life Year (QALY) methode. Dit is een rekenmethode die in de gezondheidseconomie wordt gebruikt om 'de doelmatigheid van medische behandelingen te beoordelen'

VR 2020/68 Aanrijding 13-jarige hardloopster; blijvende invaliditeit; berekening arbeidsvermogensschade.

Jurisprudentie
Op 2 februari 2012 is verzoekster, geboren op 19 maart 1998, tijdens het hardlopen met hoge snelheid van achteren aangereden door een personenauto. Goudse was ten tijde van het ongeval de WAM-verzekeraar van de personenauto. Goudse heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster ernstig letsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit gehele persoon op neurologisch gebied is 62% en dat op orthopedisch gebied 32%. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat bij de becijfering van de arbeidsvermogensschade

VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor

Artikel
VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor J. Dierx * * Bestuurder/mediator bij De Mediation Coöperatie en lid van de commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Inleiding In dit artikel wordt betoogd dat toepassing van herstelrecht en mediation in de Nederlandse letsel- en overlijdensschadepraktijk wordt onderbenut. Restorative Justice (herstelrecht) is een theorie over recht-doen door het herstellen van schade, veroorzaakt door strafbaar gesteld of onrechtmatig gedrag. Dit wordt het best bereikt door vormen van samenwerking tussen alle belanghebbenden (deze omschrijving is

VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel

Artikel
VR 2019/182 Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel Pleidooi voor een consistent uitgangspunt Mr. dr. M.R. Hebly * * Universitair docent bij de sectie Burgerlijk recht van de Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze bijdrage bouwt in belangrijke mate voort op zijn proefschrift Schadevaststelling en tijd (Den Haag: Boom juridisch 2019), waarin de rol van de factor tijd bij vaststelling van schade centraal staat. Met dank aan Janou Kempkes voor onderzoeksassistentie ten behoeve van dit artikel. 1. Inleiding In deze bijdrage wordt bepleit dat de vaststelling van

VR 2019/192 Verkeersongeval; 68-jarige man; smartengeld; begroting kosten fysiotherapie.

Jurisprudentie
Op 9 september 2014 is eiser een verkeersongeval overkomen. Toen hij in zijn auto op een recht doorgaande weg reed, is hij in de linkerflank aangereden door een auto die bestuurd werd door X. De auto van X was verzekerd bij TVM. Eiser was ten tijde van het ongeval 68 jaar. Ten gevolge van dit ongeval heeft hij blijvend letsel aan zijn zenuwen opgelopen, waardoor hij 24 uur per dag pijn ervaart en hij levenslang is aangewezen op fysiotherapie. TVM heeft aansprakelijkheid voor het verkeersongeval erkend en heeft als voorschot op het smartengeld € 3.500 uitgekeerd. Eiser vordert TVM te

VR 2019/178 Verzoek tot overlegging medische informatie t.b.v.
gezamenlijk medisch deskundigenbericht afgewezen.

Jurisprudentie
De zoon van verweerders is bij het oversteken aangereden door een bij ASR ingevolge de WAM verzekerde auto. ASR heeft aansprakelijkheid erkend voor de door het ongeval veroorzaakte schade. De schaderegeling is vastgelopen. Partijen zijn het erover eens dat voor de schadebegroting nodig is dat medisch deskundigen zich uitlaten over de gevolgen van het ongeval, maar twisten erover of thans de voor dit deskundigenonderzoek benodigde informatie voorhanden is. Het verzoek strekt primair ertoe dat de rechtbank op de voet van art. 1019w e.v. Rv, althans met toepassing van art. 843a Rv zal bepalen