begroting schade

VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag

Artikel
VR 2018/78 Schadevergoeding na een terroristische aanslag Een verkenning Prof. mr. S.D. Lindenbergh * * Hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus School of Law, hoofdredacteur van Verkeersrecht. Verschillende terroristische aanslagen, waaronder aanslagen met auto’s en andere voer- of (lucht)vaartuigen, hebben in de afgelopen jaren forse schade veroorzaakt. Het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag in Nederland is ‘substantieel (niveau 4)’, het één na hoogste niveau. 1) Dat betekent dat een kans op een dergelijke aanslag reëel is. Doet zich in Nederland een aanslag voor, dan zal de vraag

VR 2018/91 Schadestaatprocedure; begroting schade; Jetblast-zaak.

Jurisprudentie
Vervolg op het Jetblast-arrest (ECLI:NL:HR:2004:AO4224). Na verwijzing heeft het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba in 2005 geoordeeld dat verweerder aansprakelijk is jegens eiseres. Eiseres vordert in deze schadestaatprocedure schadevergoeding ter hoogte van bijna 1 miljoen dollar. De rechtbank beoordeelt de verschillende schadeposten en stelt vast dat er op verschillende punten verduidelijking moet komen, zodat beide partijen in de gelegenheid worden gesteld een nadere conclusie te nemen. Wel wordt, op basis van de op dit moment al aannemelijke schadeposten en

VR 2018/87 Whiplashklachten, causaal verband, begroting schade.

Jurisprudentie
Appellant is in zijn stilstaande auto met een snelheid van ca. 25 km/u achterop aangereden. Hij melde na dit ongeval drie categorieën van klachten: postwhiplash-klachten (nekklachten, hoofdpijn, duizelig, vermoeidheid, oorsuizingen), lage rugklachten en psychische klachten (depressiviteit). Hij is onder meer onderzocht door een neuroloog, die bij röntgenologisch en MRI-onderzoek geen afwijkingen kon vaststellen en concludeerde dat de klachten niet vanuit neurologisch perspectief kunnen worden verklaard. Geïntimeerde (de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke automobilist) heeft totaal € 82.500

VR 2018/61 Letselschade, schadebegroting.

Jurisprudentie
Appellant is in korte tijd tweemaal betrokken geweest bij een ongeval, waarbij hij als bestuurder van een personenauto is aangereden. In het eerste geval was de aansprakelijke partij verzekerd, in het tweede geval niet. De verzekeraar (voor het eerste geval) en het Waarborgfonds (voor het tweede geval) hebben schadevergoedingen betaald. Appellant heeft hogere bedragen gevorderd, met name ten aanzien van verlies van verdienvermogen. Zijn vorderingen zijn in eerste aanleg vrijwel integraal afgewezen. Het hof stelt voorop dat de schade moet worden begroot door middel van een vergelijking van de

VR 2018/28 Deelgeschil; begroting schade; toekenning voorschot in
deelgeschil.

Jurisprudentie
Verzoeker werkte 36 uur per week bij Iriszorg (verslavingszorg) en daarnaast gemiddeld 28 uur per week als pgb-houder voor zijn vier kinderen met een autistisch-spectrum stoornis. Toen hij op zijn racefiets plotseling zeer hard moest remmen omdat een verzekerde van Unigarant geen voorrang verleende, is hij ten val gekomen en heeft hij letsel opgelopen als gevolg waarvan hij kort daarna door het UWV 80-100% arbeidsongeschikt is geacht. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend, maar is op enig moment zonder duidelijke verklaring gestopt met het betalen van aanvullende voorschotten. Verzoeker

VR 2018/10 Deelgeschil, causaal verband tussen ongeval en vervroegde woningverkoop.

Jurisprudentie
Verzoekster is aangereden door een (WAM-)verzekerde van Univé en heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. Na de ziekenhuisopname heeft zij in een verzorgingstehuis verbleven. Ze kon niet meer terugkeren naar haar oude (eengezins-)woning, maar heeft een gelijkvloers serviceappartement gehuurd. Univé heeft in de periode dat de oude woning te koop stond de dubbele woonlasten vergoed. In 2010 is de woning (waarvan de WOZ-waarde op dat moment € 182.000,- bedroeg) te koop gezet; in 2013 is de woning voor € 130.000,- verkocht. Verzoekster vraagt (primair) een verklaring voor recht dat zij als gevolg

VR 2017/164 Verzekeringsdekking; beroep op fraude afgewezen.

Jurisprudentie
Eiser was eigenaar van een betrekkelijk nieuwe BWM 520d Sedan. Hij had deze verzekerd bij ASR, met onder meer een volledige cascodekking. Laat in de avond wilde eiser oversteken met een veerpont. Omdat de veerpont net weg was, zette hij de auto stil op de (hellende) veerstoep. Nadat hij was uitgestapt, is de auto het water ingerold. Na een toedrachtsonderzoek door CED heeft ASR dekking geweigerd en de verzekering opgezegd. Eiser vordert (1) een verklaring voor recht dat ASR dekking moet verlenen, (2) betaling van een verzekeringsuitkering van € 70.000,- en (3) verwijdering van zijn gegevens

VR 2017/132 Begroting schade; bewijs van bestaan en omvang schade;
pre-existentie.

Jurisprudentie
Eiser is in 1989 betrokken geweest bij een ongeval en lijdt sindsdien aan whiplash-gerelateerde klachten. Voorafgaand aan het ongeval had hij een diploma behaald aan de Swiss School of Milling (SMS, een internationaal gerenommeerd opleidingsinstituut) en had hij de watermolen van zijn vader overgenomen. Na het ongeval hebben twee bedrijfseconomen geconcludeerd dat de financiële opbrengsten van de molen gering zijn en dat de mogelijkheden om de molen wél rendabel te exploiteren ook in de situatie zonder ongeval waarschijnlijk nihil zouden zijn geweest. Voorts heeft een neuropsycholoog onder

VR 2017/088 Slachtofferrechten in het strafproces - de theorie en de praktijk

Artikel
VR 2017/88 Slachtofferrechten in het strafproces – de theorie en de praktijk Mr. A.J.J.G. Schijns * * Advocaat bij Beer advocaten te Amsterdam en onderzoeker aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 1. Inleiding Er is de afgelopen decennia en jaren sprake van een toenemende aandacht voor de rechtspositie van slachtoffers van misdrijven. Het slachtoffer heeft sinds 2011 een eigen titel in het Wetboek van Strafvordering 1), en daarmee een eigen positie in het strafproces. Ook andere regelgeving en beleid met betrekking tot de positie van slachtoffers zijn in betrekkelijk korte tijd binnen het

VR 2017/84 Verkeersongeval; verzoek leent zich niet voor behandeling in
deelgeschil; omvang schadeposten onvoldoende onderbouwd.

Jurisprudentie
Verzoeker is in België betrokken geraakt bij een ernstig verkeersongeval. Vittoria heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid jegens verzoeker erkend en Van Ameyde ingeschakeld om de schade af te wikkelen. Verzoeker verzoekt in dit deelgeschil dat de omvang van enkele belangrijke schadeposten (onder meer verlies van zelfwerkzaamheid en verlies van verdiencapaciteit) zal worden vastgesteld. De rechtbank stelt allereerst vast dat het een internationaal geschil betreft, maar dat zij op basis van de Herschikte EEX-Verordening bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Ook bestaat tussen