VR 2016/188 Roodlichtgedraging. Hoorplicht.
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht”.Niet kan worden geoordeeld dat de (gemachtigde van de) betrokkene in deze zaak niet in de met het horen gediende belangen is geschaad. De officier van justitie heeft in de fase van het administratief beroep ook niet een zodanige compensatie geboden dat geoordeeld zou kunnen worden dat, ondanks de schending van de hoorplicht, van benadeling geen sprake is. De uitzondering van artikel 6:22 van de Awb doet zich dus niet voor