eigen schuld

VR 2022/185 Ongeval tussen motor en uit parkeervlak rijdende auto. Causaliteit. Eigen schuld. Geen billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 8 maart 2012 heeft een ongeval plaatsgevonden. X reed op zijn motorfiets toen een aan de rechterzijde van de weg geparkeerde auto, bestuurd door Y, de rijbaan opreed. X en Y botsten en liepen beiden ernstig letsel op. Uit de verkeersongevallenanalyse volgt dat X minimaal 9 en maximaal 37 km/u boven de maximumsnelheid van 50 km/u reed. Aegon, de verzekeraar van Y, wijst aansprakelijkheid voor het ongeval af. ASR, WAM-verzekeraar van de motor van X, treft een regeling met Y en vergoedt 90% van haar schade. Op 29 juni 2021 heeft X zijn leven beëindigd. Zijn vader, A, heeft de nalatenschap

VR 2022/182 Ongeval tussen motorrijders. Toedracht? Eigen schuld?

Jurisprudentie

Op 7 juni 2020 heeft een ongeval plaatsgevonden tussen motorrijders X en Y. X kwam ten val en liep ernstig letsel op. Y was verzekerd bij Achmea. Tussen partijen is in geschil of Y en Achmea aansprakelijk zijn voor de schade van X. Om de toedracht van het ongeval vast te stellen, gelast de rechtbank bij tussenvonnis een getuigenverhoor. Hier worden X, Y en A, een onafhankelijke derde motorrijder, gehoord. Bij eindvonnis stelt de rechtbank aan de hand van het getuigenverhoor de toedracht van het ongeval vast en oordeelt dat Y en Achmea aansprakelijk zijn. Hiertoe overweegt zij als volgt. X

VR 2022/171 Voetganger struikelt over biggenrug op parkeerterrein. Gebrekkige opstal. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 12 maart 2015 bezoekt X een kantoor van ABN AMRO. Na afloop struikelt hij over een biggenrug op het parkeerterrein van ABN AMRO. Daarbij loopt hij een incomplete dwarslaesie op. ABN AMRO erkent geen aansprakelijkheid. De rechtbank oordeelt in eerste aanleg dat de aanwezigheid van biggenruggen van het parkeerterrein geen gebrekkige opstal maakt en wijst de vorderingen van X af. Het hof vernietigt dit vonnis en verklaart voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor 60% van de door X geleden schade. Hiertoe oordeelt het als volgt. Eerst staat ter discussie of X over een biggenrug is

VR 2022/160 Fietser komt ten val door bouwhekvoet. Gevaarzetting; Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 16 september 2019 is X een ongeval overkomen. Terwijl zij op een smalle weg fietste, moest zij vanwege remmend verkeer vóór haar uitwijken, waarbij zij een bouwhekvoet op is gereden en ten val is gekomen. X stelt BAN Bouw en HDI aansprakelijk, omdat zij door het plaatsen van de bouwhekvoeten een gevaarzettende situatie in het leven zouden hebben geroepen. De kantonrechter oordeelt in deze mondelinge uitspraak dat BAN Bouw voor 50% aansprakelijk is voor de door het ongeval geleden schade en dat BAN Bouw en HDI die schade moeten vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. De vraag of BAN Bouw

VR 2022/155 Y rijdt na ruzie over voet X. Aan opzet grenzende roekeloosheid van X. 50%-regel niet van toepassing. Eigen schuld; causaliteitsverdeling; geen billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 23 april 2019 is X aangereden. X en Y hadden ruzie en na een telefonische woordenwisseling spreken zij ergens af. Daar aangekomen ontstaat een vechtpartij. Y ontvlucht de vechtpartij en stapt in zijn auto. X rent achter hem aan en gaat op tien centimeter afstand van het portier van Y staan. Y rijdt vervolgens achteruit het parkeervak uit, waarbij hij over de voet van X heen rijdt. X houdt hier een gebroken enkel aan over. Y wordt strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld voor mishandeling en bedreiging met zware mishandeling, maar vrijgesproken van het opzettelijk aanrijden van X. X spreekt

VR 2022/151 Naast voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger aangereden. Getuigenverklaringen. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 18 februari 2021 is voetgangster X, terwijl het donker was en het regende, bij het oversteken aangereden door automobilist Y. Hierbij liep X ernstig letsel op. Achmea, de WAM-verzekeraar van de auto, meent dat X eigen schuld bij het ongeval heeft. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor haar schade en gehouden is de volledige schade te vergoeden. De rechtbank verklaart voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor 90% van de schade van X en gehouden is 90% van de schade te vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. Achmea stelt dat X eigen schuld heeft aan het

VR 2022/142 Verkeersongeval. Beide bestuurders maakten verkeersfout. Bewijslevering geslaagd? Mate van eigen schuld?

Jurisprudentie

Op 16 april 2017 wil X in de bebouwde kom linksaf slaan, wanneer Y hem inhaalt. De auto's botsen en Y raakt zwaargewond. Ze hebben beiden verkeersfouten gemaakt: X had Y ingevolge art. 18 lid 1 RVV voor moeten laten gaan en Y reed, met een snelheid van ongeveer 80 km/u, te hard. In een tussenarrest komt het hof tot de conclusie dat beide bestuurders verkeersfouten hebben gemaakt. X en zijn verzekeraar, Allianz, worden in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat X zijn richtingaanwijzer heeft gebruikt. Het hof oordeelt dat X en Allianz dit bewijs niet geleverd hebben en oordeelt dat Y 2

VR 2022/139 X krijgt trap van paard. Wie is aansprakelijk/bedrijfsmatig gebruiker? Causaliteitsverdeling/eigen schuld. Toekenning smartengeld.

Jurisprudentie

Op 4 juli 2019 is X een ongeval overkomen. Zij ging naar de stal van Y om het paard van A zadelmak te maken. Hierbij is zij door het paard tegen haar hoofd getrapt, waarna zij bewusteloos is geraakt en naar het ziekenhuis werd gebracht. Daar is de wond aan haar hoofd onder narcose gehecht. Zij heeft hier een litteken aan overgehouden en misschien is op een later moment nog een operatie nodig om haar gehoorgang weer open te maken. A wijst als eigenaar van het paard aansprakelijkheid van de hand, aangezien Y ten tijde van het ongeval als bedrijfsmatig gebruiker aansprakelijk zou zijn. X verzoekt

VR 2022/136 Beet van paard; geen bedrijfsmatig gebruik; bezitter aansprakelijk; eigen schuld.

Jurisprudentie

A is eigenaresse van twee paarden: Zahori en Amarosso. Sinds medio juni 2015 stalt A deze paarden tegen betaling bij een trainings- en revalidatiecentrum dat een vriendin (B) exploiteert. Op 18 juli 2015 doet mevrouw X (op verzoek van A) grondwerk met Zahori in de buitenbak van het trainings- en revalidatiecentrum. Na het grondwerk loopt X langs de met bedrading afgezette paddocks, waar onder meer Amarosso staat. Er ontstaat een gevecht tussen Amarosso en Zahori, en Amarosso breekt door de bedrading van de paddock. C is op dat moment bezig met haar verzorgpaard en gaat naar buiten om X te

VR 2022/125 Kop-staartbotsing vrachtauto auto; onvoldoende afstand; onnodig remmen.

Jurisprudentie

In 2019 is automobilist A aangereden door vrachtautochauffeur B. B reed op de N282. A reed vanaf een benzinestation de N282 op en is 60 meter vóór B ingevoegd. Ongeveer 190 meter verderop is A van achteren aangereden door B. Van het ongeval is een video-opname gemaakt met de dashcam in de cabine van de vrachtauto. Ook is een verkeersongevallenanalyse (VOA) opgesteld. A verzoekt een verklaring voor recht dat de WAM-verzekeraar van B (VB) aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval. Volgens A heeft B onrechtmatig gehandeld door te weinig afstand te houden (in strijd met art