eigen schuld

VR 2020/169 Vuurwerkongeval in bedrijfskantine; 90% eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2010 is A een vuurwerkongeval overkomen tijdens een afscheidsfeest in een bedrijfskantine. A heeft in de kantine een stuk illegaal vuurwerk aangestoken. A slaagde er niet in het vuurwerk tijdig door het raam naar buiten te gooien, waardoor het in zijn hand is geëxplodeerd. Door de explosie is A een groot deel van zijn hand verloren. B, een collega van A, had het stuk vuurwerk mee naar binnen gebracht. C, een vriend van B, had het stuk vuurwerk naar het afscheidsfeest meegenomen en buiten aan B afgegeven. A spreekt C aan tot vergoeding van de schade die hij door het vuurwerkongeval heeft

VR 2020/168 Duw tijdens weerbaarheidstraining; medecursist aansprakelijk; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2014 nam A deel aan een weerbaarheidstraining. Deze training bestond onder meer uit de oefening 'Sterk weglopen', waarbij een cursist een andere cursist tegen de schouder of borst moest duwen, waarna de andere cursist enkele stappen naar achteren moest doen en daarna rustig moest weglopen. A heeft de oefening uitgevoerd met medecursist B, waarbij B de rol van pester/duwer had. B heeft A geduwd en A is vervolgens achterover gevallen, waarbij zij twee gebroken polsen en een gekneusd stuitje heeft opgelopen. A stelt dat B onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en vordert dat het hof voor

VR 2020/167 Ongeval opgevoerde snorfiets en auto die geen voorrang verleent; 30% eigen schuld snorfietser.

Jurisprudentie
Automobilist (B) is uit een uitrit een fietspad opgereden dat parallel loopt aan de weg waar de uitrit op uitkomt. Op dat moment kwam snorfietser (A) van links op het fietspad aangereden. Nadat A de auto van B heeft opgemerkt, heeft hij geremd en daarbij is hij, zonder de auto te raken, gevallen. Als gevolg van dit ongeval heeft A ernstig letsel opgelopen. De snorfiets was opgevoerd tot 57 km/uur. A vordert dat het hof voor recht verklaart dat B en zijn WAM-verzekeraar (C) volledig aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade. Tussen partijen staat vast dat B en C aansprakelijk zijn voor

VR 2020/123 Eenzijdig fietsongeval; uitritconstructie; wegbeheerder aansprakelijk; 80% eigen schuld.

Jurisprudentie
A is met zijn fiets gevallen. Toen hij vanuit laan X linksaf sloef om laan Y - een straat met een uitritconstructie - in te fietsen, is hij met zijn voorwiel tegen een trottoirband met trottoirkolk aangekomen, waardoor hij is gevallen. A verzoekt dat de rechtbank voor recht verklaart dat de gemeente op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. De rechtbank overweegt dat een onverharde driehoek van het wegdek aan het einde van laan Y (de kant waar A laan Y in fietste) recent is bestraat, waardoor laan Y nu breder is dan de uitrit

VR 2020/121 Aanrijding motorfiets en snorscooter; geen voorrang verleend; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Toen A op zijn snorscooter een kruising vrijwel was overgestoken, is hij van links aangereden door een motorfietser (B). Vaststaat dat B voorrang had op A en dat B 70 km/uur reed op een weg waar een maximumsnelheid van 50 km/uur geldt. De WAM-verzekeraar van de motorfiets (C) heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval voor 75% erkend. In deze procedure verzoekt A een verklaring voor recht dat C gehouden is 100% van de door hem geleden en nog te lijden schade te vergoeden. De rechtbank gaat ervan uit dat A naar links heeft gekeken voordat hij de kruising overstak, aangezien A op

VR 2020/91 Aanrijding fietser en scooter; 50% regel; causaliteit; billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Een fietser is frontaal in aanrijding gekomen met een scooter op een kruising. Vaststaat dat de fietser aan de verkeerde kant van de weg fietste. Als gevolg van het ongeval heeft de fietser letsel opgelopen aan zijn gezicht. De WAM-verzekeraar, Unigarant, heeft aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50% erkend. De fietser stelt dat Unigarant volledig aansprakelijk is en vordert schadevergoeding. De rechtbank komt op grond van art. 185 lid 1 WVW, art. 6 lid 1 WAM en de 50%-regel tot het oordeel dat Unigarant ten minste 50% van de schade moet vergoeden. Ten aanzien van de causale verdeling

VR 2020/89 Botsing fietsers; kelderluik-criteria; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 19 mei 2015 is verzoekster, geboren op 2 juli 1956, betrokken geweest bij een ongeval. Zij reed op de fiets op geringe afstand achter verweerder sub 1. Toen verweerder sub 1 uit een zijstraat een collega zag aankomen, heeft hij zijn snelheid verminderd, waarna verzoekster ten val is gekomen. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster een hersenkneuzing en een fractuur van het rechtersleutelbeen opgelopen. Verweerder sub 1 was ten tijde van het ongeval tegen aansprakelijkheid verzekerd bij verweerder sub 2. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat verweerder sub 1

VR 2020/71 Aansprakelijkheid aanrijding en geen eigen schuld.

Jurisprudentie
De bestuurder van een personenauto (verzoekster) is aangereden door een andere auto (X) op een weg met aan de rechterzijde parkeervakken. Verzoekster stelt X aansprakelijk voor het te hard, althans onvoldoende oplettend en voorzichtig rijden en onvoldoende anticiperen op de voor hem rijdende auto van verzoekster (art. 6:162 BW jo. art. 19 RVV en art. 5 Wegenverkeerswet). Verzoekster stelt dat zij ten tijde van de aanrijding het parkeervak had verlaten en inmiddels met een snelheid tussen 20 en 30 km/u op de rijbaan van de weg reed. Dit wordt betwist met het argument dat verzoekster de weg voor

VR 2020/64 Eigen schuld en verplicht verwijderen persoonsgegevens uit het Interne Verwijzingsregister van verzekeraar?

Jurisprudentie
Eiser is betrokken geraakt bij een aanrijding met een auto bestuurd door naam 1, hierna: X, wier auto verzekerd was bij Allianz. Eiser reed op de rotonde en is tegen de linker voorzijde van de van rechts komende auto van X aangereden. De door X bestuurde auto bevond zich op het moment van de botsing met de voorwielen en het linkerachterwiel voorbij de op het wegdek aangebrachte haaientanden en stond stil kort voordat eiser daar tegenaan reed. De auto van eiser bevond zich ten tijde van de botsing met het linkerachterwiel op de linkerrijstrook van de rotonde en voor het overige op de

VR 2020/53 Vergoeding van 100% van de schade door verzekeraar ten gevolge van billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Eiser is rijdend op zijn motor aangereden door een auto. De bestuurder van de auto sloeg linksaf en gaf geen voorrang aan de motorrijder die op dezelfde weg rechtdoor wilde rijden. ASR heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend maar stelt zich op het standpunt dat eiser ook schuld heeft aan het ongeval omdat hij bij het naderen van de kruising te hard heeft gereden. In deze procedure gaat het aldus om de vraag of eiser heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en zo ja, in welke mate dit gevolgen heeft voor de plicht tot schadevergoeding door ASR. De rechtbank is van oordeel