eigen schuld

VR 2022/15 Kind beschadigt andermans auto; risicoaansprakelijkheid ouder; 100% eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 16 februari 2018 heeft A aan haar aansprakelijkheidsverzekeraar (B) gemeld dat haar driejarige zoon (X) het panoramadak en de motorkap van de Volkswagen van een vriend (C) heeft vernield. X was met C mee in de auto. Toen C ging tanken, zou X zijn veiligheidsgordel hebben opengemaakt, het panoramadak hebben geopend en daaraan zijn gaan hangen. Ook zou hij een blikje frisdrank door het dak naar buiten hebben gegooid op de motorkap. Het panoramadak kon open, omdat C het contact had "aangelaten". A heeft haar vordering op B overgedragen aan C. C stelt dat A op grond van art. 6:169 lid 1 BW

VR 2021/150 Automobilist rijdt voetganger aan; aansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 11 januari 2020 rond 9:25 uur steekt voetganger A weg X over op een oversteekplaats zonder voorrang voor voetgangers. Automobilist B draait op hetzelfde moment weg X op. B ziet A te laat. A wordt aan het einde van zijn oversteek geraakt door de rechterzijde van de motorkap van de auto van B. Als gevolg van deze aanrijding loopt A letsel op. De WAM-verzekeraar van de auto (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50%. A verzoekt een verklaring voor recht dat VB voor 100% aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval.Vaststaat dat VB op grond van art. 185 WVW

VR 2021/122 Aanrijding auto en fiets; automobilist 100% aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is een fietser (A) aangereden door een automobilist (B). Voorafgaand aan het ongeval fietste A op een fietspad naast een ventweg, B reed op de ventweg. B is bij het oversteken van het fietspad rechtsaf geslagen, terwijl A op de fiets van rechts kwam. B heeft A niet gezien en is tegen de linker zijkant van A gereden, waardoor A is gevallen. Een getuige (G) heeft 112 gebeld en A is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. G heeft aan de politie verklaard dat zij zag dat A voorafgaand aan het ongeval met haar telefoon "bezig was". Tussen partijen is niet in geschil dat de WAM

VR 2021/114 Fietser valt over biggenrug; wegbeheerder aansprakelijk; eigen schuld.

Jurisprudentie
In de nacht van 12 op 13 januari 2019 is fietser A gevallen op een kruising van straat X met straat Y. A kwam vanuit straat X rijden. Op de kruising stak zij schuin over om linksaf te slaan straat Y in. A is toen gevallen over een biggenrug die als afscheiding diende tussen het fietspad en de rijbaan aan straat Y. Aan weerszijden van de biggenruggen was een doorgetrokken witte belijning aangebracht. De biggenruggen hadden de kleur van het asfalt, gelijk aan de rijbaan. Het fietspad was rood. Links van de ingang van het fietspad stond een verkeerszuil met een verkeersbord dat een verplicht

VR 2021/109 Botsing twee skiërs op indoorskibaan; aansprakelijkheid; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Een onervaren skiër (A) is gevallen op een indoorskibaan, doordat - zo stelt zij - een andere skiër (B) van achteren tegen haar aan is geskied. A vordert een verklaring voor recht dat B op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. De rechtbank overweegt dat uit de getuigenverklaring van de skileraar blijkt dat B - als van bovenkomende skiër - bij het inhalen van A met haar in botsing is gekomen. Dit betekent dat B - in strijd met de geldende FIS-regels - geen voorrang heeft verleend aan A en A niet veilig is

VR 2021/73 Aanrijding auto's; politievrijstelling; voorrangsfout versus snelheidsfout.

Jurisprudentie
A is op 3 juli 2018 rond 23:00 uur in zijn auto aangereden op een kruising door een auto die van links kwam en die werd bestuurd door een buitengewoon opsporingsambtenaar van de Forensische Opsporing van de Nationale Politie (B). B had die avond piketdienst en was onderweg na een specifiek adres na een melding over een vermoedelijk niet-natuurlijke dood. Vaststaat dat A voorrang had moeten verlenen aan B en dat B reed met een snelheid van 72-82 km/uur op een weg waar de maximumsnelheid 50 km/uur was. A spreekt B en zijn aansprakelijkheidsverzekeraar (C) aan voor de schade die hij als gevolg

VR 2021/71 Aanrijding snorfiets en fiets; reflexwerking art. 185 WVW; overmacht; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2018 heeft een ongeval plaatsgevonden in Den Haag tussen een snorfietser (A) en een fietser (B). A reed op de fietsstrook van straat X. B reed aan de andere kant van straat X in tegengestelde richting. B sloeg op enig moment linksaf over straat X om straat Y in te fietsen. Hierbij fietste B voor een stilstaande stadsbus langs die uit dezelfde richting kwam als A. B is bij het oversteken van de fietsstrook tegen A gebotst. Hierbij zijn A en B gevallen. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (VB) heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval, maar zij meent dat A 50% eigen

VR 2021/68 Aanrijding scooter en minderjarige fietser; fietser 50% aansprakelijk.

Jurisprudentie
De 10-jarige B fietst samen met zijn broer en vriend in tegengestelde richting op fietspad Y. Als A met haar scooter dit fietspad wil oversteken, komt zij in botsing met B die voor A van rechts kwam. De aansprakelijkheidsverzekeraar van de ouder van B erkent aansprakelijkheid voor 50% van de gevolgen van het ongeval. A vordert een verklaring voor recht dat de ouder van B voor 100% aansprakelijk is voor de schade van A als gevolg van het ongeval op grond van art. 6:162 jo. 6:169 BW. De rechtbank wijst de vordering af. Tussen partijen is niet in geschil dat B op het fietspad in tegengestelde

VR 2021/57 Aanrijding belaadster vuilniswagen; 100% aansprakelijkheid automobilist.

Jurisprudentie
Toen A aan het werk was als belaadster van een vuilniswagen, is zij aangereden door een automobilist (B). A liep links achter de vuilniswagen en wilde voorbij de vuilniswagen kijken of de weg vrij was om over te steken. Toen zij haar voet/onderbeen uitstak, is haar voet terechtgekomen in de wielkast van de auto die vanuit tegenovergestelde richting kwam rijden. De WAM-verzekeraar van de automobilist (C) heeft aansprakelijkheid voor de schade van A voor 50% erkend. A verzoekt dat de rechtbank voor recht verklaart dat C op grond van art. 185 WVW gehouden is 100% van haar schade te vergoeden. De

VR 2021/52 Verkeersongeval; inzittende trekt aan handrem; WAM-verzekeraar aansprakelijk voor schade bestuurder; eigen schuld.

Jurisprudentie
In 2016 heeft op de ringweg in Groningen een noodlottig ongeval plaatsgevonden. Drie teamgenoten (A, B en C) reden na een voetbalwedstrijd in een bestelbus van hun vereniging samen met hun voormalige trainer (D) naar voetbalclub X om een feest te bezoeken. A zat achter het stuur en B zat naast hem. C zat achter A en D zat achter B. Geen van hen droeg een veiligheidsgordel. Op enig moment heeft D plotseling aan de handrem van de auto getrokken. De auto reed toen ongeveer 70 km/uur. De auto is in een dwarsslip terechtgekomen, tegen een betonnen pilaar gebotst, rechts om zijn as getold en op de