letselschade

VR 2020/139 Letselschade; voorschotten voldoende; geen vergoeding buitengerechtelijke kosten.

Jurisprudentie
Een ondernemer (A) is betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij is als bestuurder van een bestelwagen van achteren aangereden door een auto. Sinds het ongeval ondervindt A nek- en rugklachten, tintelingen in zijn arm, hoofdpijn etc. B heeft als WAM-verzekeraar van de auto aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en aan A € 7.000 aan voorschotten betaald en € 7.740,08 aan buitengerechtelijke kosten. In conventie vordert B een verklaring voor recht dat zij niets meer aan A is verschuldigd. In reconventie vordert A dat B wordt gelast mee te werken aan het inschakelen van een rekenkundige

VR 2020/132 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend.

Jurisprudentie
De verdachte heeft op 9 september 2018 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Hij heeft met zijn auto op een oversteekplaats een voetganger en een fietsster aangereden. Verdachte reed harder dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur en hij heeft zijn snelheid bij het naderen van de oversteekplaats niet verminderd. Dit terwijl kort vóór en ten tijde van de aanrijding op het fietspad langs de weg en op de oversteekplaats een (bijna) constante stroom van fietsers reed, in verband met een publieksevenement. De verkeerssituatie was overzichtelijk en de fietsers waren

VR 2020/122 Schade in verband met zorg door partner van benadeelde.

Jurisprudentie
In juni 2009 is verzoeker met een mes in de borstkas gestoken. Tijdens de behandeling in het ziekenhuis in Rotterdam is als gevolg van het inbrengen van een Flexi-Seal (systeem voor de opvang van ontlasting) een perforatie van de darm ontstaan, waardoor er een buikvliesontsteking ontstond en er blijvend een stoma dient te worden aangebracht. Prof. dr. J.G. van der Hoeven heeft als deskundige een rapport uitgebracht over de juistheid van de medische behandeling en heeft gerapporteerd dat de behandelaars de darmperforatie eerder hadden moeten ontdekken. Verweerster heeft naar aanleiding van het

VR 2020/69 Verkeersongeval; afwijzing verzoek; geen consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten.

Jurisprudentie
Verzoeker is op 2 oktober 2004 als bestuurder van een auto betrokken geraakt bij een aanrijding met een andere auto, waarbij de auto van verzoeker in de flank werd aangereden. Euro Insurance is de WAM-verzekeraar van de bestuurder van de andere auto. Euro Insurance heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding erkend. Op 28 juli 2016 is op gezamenlijk verzoek van partijen een neurologische expertise uitgebracht door een neuroloog. Verzoeker verzoekt voor recht te verklaren dat hij een blijvend patroon van klachten heeft zoals genoemd door de neuroloog in zijn rapport van 18 juli

VR 2020/68 Aanrijding 13-jarige hardloopster; blijvende invaliditeit; berekening arbeidsvermogensschade.

Jurisprudentie
Op 2 februari 2012 is verzoekster, geboren op 19 maart 1998, tijdens het hardlopen met hoge snelheid van achteren aangereden door een personenauto. Goudse was ten tijde van het ongeval de WAM-verzekeraar van de personenauto. Goudse heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Als gevolg van het ongeval heeft verzoekster ernstig letsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit gehele persoon op neurologisch gebied is 62% en dat op orthopedisch gebied 32%. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat bij de becijfering van de arbeidsvermogensschade

VR 2020/53 Vergoeding van 100% van de schade door verzekeraar ten gevolge van billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Eiser is rijdend op zijn motor aangereden door een auto. De bestuurder van de auto sloeg linksaf en gaf geen voorrang aan de motorrijder die op dezelfde weg rechtdoor wilde rijden. ASR heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend maar stelt zich op het standpunt dat eiser ook schuld heeft aan het ongeval omdat hij bij het naderen van de kruising te hard heeft gereden. In deze procedure gaat het aldus om de vraag of eiser heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en zo ja, in welke mate dit gevolgen heeft voor de plicht tot schadevergoeding door ASR. De rechtbank is van oordeel

VR 2020/49 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk of zeer onvoorzichtig?

Jurisprudentie
De verdachte is met de door hem bestuurde auto op de achterste van een rij stilstaande auto's gebotst ten gevolge waarvan een ander zwaar lichamelijk letsel opliep. De rij met auto’s moet over langere afstand duidelijk zichtbaar zijn geweest voor de verdachte. Het hof concludeert dan ook dat de verdachte gedurende enige momenten - in gedachten verzonken - niet heeft opgelet op de weg en het verkeer dat zich op de weg bevond. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte bekend was met de verkeerssituatie en dus wist dat hij verkeerslichten naderde.Daarbij verkeerde de verdachte tijdens

VR 2020/39 Bedrijfsongeval; vermogensschade; aangepaste auto; smartengeld.

Jurisprudentie
X is in 2007 een ongeval overkomen toen zij in opdracht van haar werkgever Intercession schoonmaakwerkzaamheden verrichtte in de Stadsschouwburg in Heerlen. Tijdens haar werkzaamheden stond zij op een verlaagd plafond boven de schouwburgzaal. Zij is door dit plafond gezakt en vanaf 12 meter hoogte op de vloer van de zaal terechtgekomen. Als gevolg van het ongeval heeft X ernstig letsel opgelopen. In een eerdere procedure heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat Intercession aansprakelijk is voor de schade van X. De aansprakelijkheidsverzekeraar van Intercession, HDI, heeft als voorschot

VR 2020/36 Deskundigenrapport als bindend uitgangspunt voor de schaderegeling?

Jurisprudentie
Verzoekster is in de uitoefening van haar werkzaamheden als marktmeester/parkeercontroleur voor de gemeente uitgegleden over een plak ijs en is ten val gekomen met letsel aan haar rechterhand/-pols tot gevolg. Achmea heeft als schadeverzekeraar van de gemeente de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en de schadeafwikkeling op zich genomen. Na het ongeval ervaart verzoekster klachten aan haar rechterhand/-pols en is vanwege de klachten eerst geruime tijd volledig arbeidsongeschikt geweest en vervolgens voor 72% arbeidsongeschikt beoordeeld. Tussen de medisch adviseurs van partijen staat

VR 2020/20 Verslechtering medische toestand na regeling tegen finale kwijting.

Jurisprudentie
In 2006 is eiser slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij hij letselschade heeft geleden aan zijn bovenbeen. Kort daarna is een metalen pin in zijn bovenbeen geplaatst. Na bemiddeling van een letselschaderegelaar van Tijbout heeft eiser in 2009 een vaststellingsovereenkomst getekend met RVS waarbij wordt overeengekomen dat aan eiser een slotbetaling van € 65.000,- wordt gedaan tegen finale kwijting. Op dat moment is geen sprake van een medische eindtoestand en een medische expertise wordt op wens van eiser niet uitgevoerd omdat eiser dringend geld nodig heeft. In 2014 wordt de