letselschade

VR 2023/147 Deelgeschil letselschade. Geen voorrangsfout. Te hard gereden.

Jurisprudentie

Op 11 oktober 2020 vond er een ongeval plaats tussen verzoeker en de heer A op de kruising van de Dr. Berlagelaan en de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De Dr. Berlagelaan is een voorrangsweg. Verzoeker reed op zijn Yamaha-motorfiets over de Dr. Berlagelaan en kwam in botsing met de voor hem van rechts komende heer A. De heer A wilde op zijn Vespa-motorscooter vanaf de Hendrik Staetslaan de Dr. Berlagelaan oversteken. Zowel verzoeker als A liepen door deze aanrijding ernstig letsel op. De politie heeft een Proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict opgesteld. Het politierapport

VR 2023/125 Verkeersongeval tussen scooter en fietser. Eigen schuld. Geen hand uitsteken bij afslaan.

Jurisprudentie

Op 6 oktober 2020 vond in Leiden een verkeersongeval plaats. Verzoeker reed op zijn scooter achter verweerder die op zijn fiets reed. Zij reden in dezelfde richting en toen verweerder links afsloeg zonder zijn hand uit te steken, botste verzoeker tegen de afslaande verweerder aan waarna verzoeker en verweerder ten val zijn gekomen. Verzoeker heeft hierbij letsel opgelopen. ASR heeft als de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder aangegeven 75% van de schade van verzoeker te willen vergoeden. Verzoeker gaat hiermee akkoord. Partijen zijn het echter niet eens over de oorzaak van de

VR 2023/123 Eigen schuld, billijkheidscorrectie, rechtstreekse betaling door verzekeraar.

Jurisprudentie
In deze zaak heeft er een ongeval plaatsgevonden tussen persoon X en persoon Y op de Beaufortlaan in Soest. Persoon X was in een groep van ongeveer 20 personen hardloopoefeningen aan het doen op en naast de rechterzijde van de weg. Persoon Y fietste op een gewone herenfiets en naderde persoon X van achteren. Op het moment dat persoon Y de groep via de rechterberm wilde passeren, maakte persoon X een "u-turn" naar rechts. Hierbij werd persoon X door persoon Y geschampt en kwam ongelukkig ten val. Persoon X heeft persoon Y aansprakelijk gesteld voor de val. Persoon X heeft een hersenschudding

VR 2023/113 Fietshelm voor kinderen:

Artikel
Het aantal verkeersslachtoffers blijft jaarlijks stijgen, ondanks alle interventies, in plaats van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verwachte en gewenste daling. Het aantal ernstige verkeersgewonden steeg van 2000-2018 met 36%. Van 2013-2022 is de stijging bij fietsers met ernstig letsel 40%. In 2022 waren dit 57.000 fietsers met ernstig letsel. “Voorkomen is beter dan genezen”. Zeker geldt dit spreekwoord voor de ernstige en vaak invaliderende hoofdhersenletsels, die door fietsongevallen te regelmatig ontstaan. Fietshelmen kunnen het optreden van schedelhersenletsel aanzienlijk beperken en de ernst reduceren. Het Centraal Planbureau berekende in 2020 dat ieder jaar 45 verkeersdoden en 1.400 ernstige verkeersgewonden voorkomen kunnen worden door het verplichten van een fietshelm voor kinderen tot de leeftijd van 12 jaar en voor E-bikers. Daarom zijn veel artsen een voorstander van het dragen van een fietshelm, zeker voor kinderen. Hoewel – vooral voor kinderen tot 18 jaar – het dragen van een fietshelm in meerdere landen bij wet formeel verplicht gesteld is, blijft het standpunt van de verantwoordelijke ministers: geen wettelijke verplichting, maar “vrijwillig gebruik stimuleren”.

VR 2023/109 Ongeval voetganger - snorfiets. Aansprakelijkheid en medeschuld.

Jurisprudentie

In de avond van 29 oktober 2021 vond er een ongeval plaats tussen X en C. X bevond zich als voetganger op het fietspad waarop C hem tegemoet reed op een snorfiets. Beide partijen hebben letsel opgelopen en er wordt getwist over de exacte toedracht van het ongeval. Op 12 november 2021 heeft mr. A van TVM namens X Bovemij (de WAM-verzekeraar van C) aansprakelijk gesteld voor het ongeval. Bovemij erkende middels de brief van 23 november 2021 de aansprakelijkheid voor het ongeval en verschafte in dezelfde brief informatie over de letselschaderegeling. Enkele weken later verzocht de zijde van X om

VR 2023/94 Schadestaatprocedure in letselschadezaak. Ongeval in vakantiepark.

Jurisprudentie

Bij vonnis van 6 februari 2019 is Roompot veroordeeld tot vergoeding van schade die eiser ten gevolge van een ongeval heeft geleden. Eiser viel in het zwembad van Roompot en liep hierbij een breuk op aan de rechterbovenarm. Er is een deskundigenonderzoek uitgevoerd door een neuroloog en orthopedisch chirurg van MediLibra Medische Expertise om vragen over de letselschade te beantwoorden. Beide partijen kregen de gelegenheid om te reageren op de conceptrapporten, maar zij hebben hier geen gebruik van gemaakt. De definitieve rapporten zijn door de experts op 16 februari 2022 uitgebracht. In de

VR 2023/93 Aansprakelijkheid verkoper bij proefrit. Letselschade door autobrand.

Jurisprudentie

Tijdens een proefrit op 9 augustus 2017 in een auto van appellant is de motor afgeslagen en ontstond er vervolgens een brand waarbij zowel geïntimeerde als appellant lichte brandwonden opliepen. Appellant heeft de schade aan de auto vergoed gekregen van zijn verzekeraar en de restanten van de auto zijn vernietigd. Geïntimeerde heeft appellant aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de autobrand. De WAM-verzekeraar van appellant heeft zich op het standpunt gesteld dat de schade van geïntimeerde niet onder de WAM-dekking valt. Een

VR 2023/37 Doodslag. Benadeelde partij. Shockschade. Maatstaf. Samenloop van shockschade en affectieschade.

Jurisprudentie

Hoge Raad preciseert zijn rechtspraak over shock- of schokschade vervat in HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356. Iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt, kan - afhankelijk van de omstandigheden waaronder die onrechtmatige daad en de confrontatie met die daad of de gevolgen daarvan, plaatsvinden - ook onrechtmatig handelen jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. Het recht op vergoeding van schade is beperkt tot de schade die volgt uit door die laatste onrechtmatige daad veroorzaakt geestelijk letsel. Gezichtspunten die

VR 2023/15 Uitgangspunten voor een vereenvoudigde afwikkeling van letselschades

Artikel
Jaarlijks raken meer dan 70.000 mensen gewond in het verkeer bij een ongeval waarvoor een ander aansprakelijk is. En helaas neemt dat aantal nog ieder jaar toe. Ook buiten het verkeer ontstaan er jaarlijks vele ongelukken waarvoor een ander aansprakelijk is, bijvoorbeeld in de privé-situatie of op de werkvloer. Van de ene op de andere dag verandert dan het leven voor deze personen en hun naasten. Herstellen van het opgelopen letsel en een terugkeer naar het leven zoals dat was vóór het ongeval, is wat iedereen graag wil maar helaas is dat niet voor iedereen altijd mogelijk. Naast alle emoties die een ongeval oproept en de tijd en energie die het herstel vraagt, krijgen benadeelden te maken met het proces om de schade die zij lijden als gevolg van het letsel, af te wikkelen. Een tegenwoordig helaas vaak al snel geformaliseerd en gejuridiseerd proces, dat vaak meer gericht lijkt te zijn op het proces van schaderegeling door de betrokken professionals, dan op het herstel en de behoeften van de benadeelde.

VR 2023/09 Verkeersongeval. Causaal verband. Klachten veroorzaakt door ongeval, niet pre-existent. Geen schending schadebeperkingsplicht. Begroting schade.

Jurisprudentie

Op 12 mei 2016 wordt automobilist X aangereden door een uit een parkeervak wegrijdende auto. X raakt tijdelijk arbeidsongeschikt en volgt een revalidatietraject. Allianz, de WAM-verzekeraar van de wegrijdende auto, erkent aansprakelijkheid. In een deelgeschil is overwogen dat X zijn volledige en ongefilterde patiëntenkaart vanaf 5 jaar voor het ongeval dient te overleggen om het bestaan van de klachten en de causaliteit met het ongeval vast te stellen. In dit geschil is de vraag of Allianz naast de verstrekte voorschotten nog betalingen aan eiser dient te doen. Daartoe is van belang of een