parkeerverbod

VR 2024/40 Bestuurders en stadsbestuurders, strijd van verkeersbesluiten met het RVV?

Column 16 april 2024
Vanaf 2035 zal elke nieuwe auto die in Nederland de weg op gaat emissievrij moeten zijn. Voor de particuliere autogebruiker is met name elektrisch rijden het alternatief. De transitie van diesel en benzine rijden naar elektrisch rijden is ook van invloed op de woonomgeving van die particuliere autogebruiker. Wie geen ruimte heeft voor een laadpaal op eigen terrein, is aangewezen op laden bij een laadstation of bij een gedeelde laadpaal in de buurt. In veel buurten zal dus moeten worden voorzien in laadpalen met stopcontacten voor al die stekkers. In april 2023 waren er al 518.000 laadpalen in Nederland, waarvan 384.000 op eigen terrein (rapportage Nationale agenda Laadinfrastructuur). Het streven is een totaal aantal laadpalen van 2,5 miljoen in 2030. Geen wonder dat laadpalen in hoog tempo in de openbare ruimte verschijnen, in 2023 maandelijks zo’n 1.000.

VR 2024/46 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

Jurisprudentie

Aan het deelscooterbedrijf 'Felyx' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Felyx beroep ingesteld. Volgens Felyx is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Felyx eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Ingevolge hiervan meent Felyx dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat aangezien Felyx enkel

VR 2024/45 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

Jurisprudentie

Aan het deelscooterbedrijf 'Check' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Check beroep ingesteld. Volgens Check is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Check eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Op basis hiervan meent Check dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat deze conclusie niet volgt

VR 2023/87 Parkeren. Eigen uitrit.

Jurisprudentie

Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 95,- voor: “parkeren voor een in- en/of uitrit”. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken van redenen om een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Het hof wil wel aannemen dat het voertuig geparkeerd stond voor de woning van de bestuurder van het voertuig, maar de kantonrechter overweegt terecht dat het verbod om voor een in- en/of uitrit te parkeren ook geldt als het een eigen in- of uitrit betreft.

VR 2023/86 Kruising. Uitrit.

Jurisprudentie

De betrokkene is een sanctie opgelegd wegens het stilstaan op een kruispunt. Stond hij stil op een kruispunt of voor een uitrit? Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een in- of uitrit, is van belang of van iedere verkeersdeelnemer ter plaatse mag worden verwacht dat hij een uitmonding op duidelijk herkenbare wijze als in- of uitrit kan herkennen. Daarbij speelt de bestemming van de uitmonding (bijvoorbeeld de toegang tot een erf van een woning of bedrijfsunit) en de constructie van de uitmondingssituatie een belangrijke rol. Naar het oordeel van het hof is weliswaar sprake van

VR 2022/101 Parkeren. In- of uitrit. Toestemming gebruiker.

Jurisprudentie

Artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 betreft een absoluut verbod en is dus niet afhankelijk van toestemming van de eigenaar of gebruiker van de in- of uitrit. Aan de omstandigheid dat de houder van de garage waarvoor de in- of uitrit is gelegen toestemming had gegeven om het voertuig daar te parkeren, mocht de betrokkene niet de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat zijn wijze van parkeren was toegestaan.

VR 2022/097 Valet-parking. Aansprakelijkheid kentekenhouder.

Jurisprudentie

Aan de betrokkene zijn als kentekenhouder bij inleidende beschikkingen twee sancties opgelegd voor: “motorvoertuig parkeren bij blauwe streep terwijl toegestane parkeertijd is verstreken.” De betrokkene heeft de auto niet zelf ter plaatse geparkeerd. Zij had een overeenkomst met Schiphol Valet Parkeren gesloten voor het parkeren van haar auto op de afgesloten locatie aan de Raasdorperweg 74 te Lijnden. Het bedrijf heeft zich niet aan de overeenkomst van bewaarneming gehouden en de auto elders en op de openbare weg geparkeerd. De betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat tegen haar wil door

VR 2022/095 Parkeren. Veroorzaken van hinder.

Jurisprudentie

Het voertuig van de betrokkene stond zodanig op de fietsstrook dat hinder en (mogelijk) gevaar werd veroorzaakt voor fietsers die er niet langs konden en in de regenachtige spits moesten uitwijken naar de rijbaan. Ook leverde dit hinder op voor weggebruikers voor wie de toegang tot of het vertrek uit het parkeervak werd geblokkeerd. Niet valt in te zien waarom het de ambtenaar in deze situatie niet vrijstond om een sanctie op te leggen op grond van artikel 5 WVW 1994.

VR 2022/66 Parkeren. Hinder.

Jurisprudentie
Aan betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd” omdat de auto geparkeerd stond nabij een vuilcontainer. De hinder bestond hierin dat de gemeentelijke ophaaldienst door de plaats waar de auto geparkeerd stond zijn werk niet op de normale wijze en ongestoord kon uitvoeren. De chauffeur van de vuilniswagen had in de onderhavige omstandigheden een ingewikkelde manoeuvre moeten uitvoeren om alsnog de ondergrondse vuilcontainer te kunnen

VR 2022/05 Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats. Voor het openbaar verkeer openstaande weg. Omstandigheid die het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkt?

Jurisprudentie
De betrokkene heeft geparkeerd op een gehandicaptenparkeerplaats van het Groene Hart Ziekenhuis. De omstandigheid dat het bord waarop wordt vermeld dat op het parkeerterrein van het Groene Hart Ziekenhuis de regels van de WVW 1994 gelden niet leesbaar is, omdat dit bord gedeeltelijk aan het zicht is onttrokken door een heg, geeft geen aanleiding om de sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Geen rechtsregel schrijft immers voor dat men hierop moet worden gewezen. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van de geldende verkeersregels