verkeersaansprakelijkheid

VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet?

Artikel
VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet? Mrs. R. Rutten en V. Oskam * * Beiden advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, mr. Oskam is tevens redacteur van Verkeersrecht. De aanleiding voor het schrijven van dit artikel vormt een beschikking in deelgeschil d.d. 18 april 2016 waarbij de rechtbank tot het oordeel kwam dat sprake was van overmacht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. 1) Dit lijkt op het eerste gezicht een uitzondering op de uit de jurisprudentie en literatuur af te leiden ‘hoofdregel’ dat zelden of nooit sprake zal zijn van een geslaagd

VR 2016/140 Deelgeschil aansprakelijkheid.

Jurisprudentie
Kort na het sluiten van een brug zijn twee motorbestuurders frontaal op elkaar gebotst. Verzoekster deed een inhaalmanoeuvre waardoor zij zich op de weghelft van de andere motorrijder bevond. Deze had het rode knipperlicht genegeerd. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat beiden een verkeersovertreding hebben begaan en dus beiden aandeel hebben in het ontstaan van het ongeval. Verzoekster meent dat dit aandeel groter is aan de zijde van de andere motorrijder: als hij niet met hoge snelheid door het rode knipperlicht gereden was, onderwijl achteromkijkend, had zij haar inhaalmanoeuvre

VR 2016/138 Verkeersongeval; eigen schuld; reflexwerking 185 WVW; geen
overmacht.

Jurisprudentie
Verzoekster reed rond 23:00 uur op een scooter en moest plotseling hard remmen om verweerder te ontwijken, waarbij zij ten val kwam en haar enkel brak. Verweerder reed op een fiets zonder licht en negeerde het stopbord op grond waarvan hij verzoekster voorrang had moeten geven. De kantonrechter stelt voorop dat de beoordeling moet gebeuren aan de hand van 6:162 BW, waarbij 185 WVW reflexwerking heeft. Dat brengt mee dat, behoudens overmacht, een deel van verzoeksters schade voor haar rekening blijft. De 50%-regel is echter niet van toepassing. Voor overmacht is vereist dat verzoekster rechtens

VR 2016/137 Overmacht 185 WVW; gevaarzetting; eigen schuld.

Jurisprudentie
De Bornsche Beeklaan (BB) heeft twee smalle eenrichtingsstroken, gescheiden door een groenstrook. Deze weg wordt gekruist door een chicane. De automobilisten hebben voorrang op de fietsers die hiervan gebruikmaken, zoals is aangegeven met haaientanden. Verzoeker wilde (op 16 juli 2013) op zijn racefiets vanaf de chicane de BB oversteken, maar kwam in botsing met automobilist A (verzekerd bij Generali). In 2013 heeft de gemeente (verzekerd bij Achmea) de groenstrook voor het eerst ingezaaid. De groenstrook was ten tijde van het ongeval nog niet gemaaid. Verzoeker stelt dat hij door de hoge

VR 2016/136 Verkeersongeval; bewijs toedracht; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker reed op een snorscooter op het fietspad rechts naast de Parallelweg, waar verweerder in een auto reed. Op de kruising stonden de verkeerslichten voor beiden op groen. Verweerder is rechtsaf geslagen, waarbij verzoeker (die rechtuit ging en derhalve voorrang had op verweerder) niet meer kon stoppen en een ongeval heeft plaatsgevonden. Uit de verklaring die verweerder kort daarop (als verdachte) tegen de politie aflegde, blijkt dat hij verzoeker eerder wel had zien rijden op het fietspad, maar hem bij het afslaan over het hoofd heeft gezien. Hij heeft geremd zodra hij het geluid van

VR 2016/135 Deelgeschil; verkeersongeval; eigen schuld; bewijslast;
omkeringsregel.

Jurisprudentie
Op 6 oktober 2013 vond een botsing plaats tussen X (motorrijder) en Y (automobilist) op de kruising van de Westpoortweg met de Abijanweg. De Westpoortweg is eerst een tweebaansweg en verbreedt zich kort voor de kruising tot een vierbaansweg, met twee banen voor rechtdoor en een uitvoegstrook aan beide zijden. Blijkens de VerkeersOngevallenAnalyse (VOA) kan niet precies worden vastgesteld wie op welke rijbaan reed. Het meest waarschijnlijk is dat Y op de rechterbaan voor rechtdoor reed en X op de linkerbaan. Terwijl X hem probeerde in te halen is Y linksaf gegaan, naar de uitvoegstrook aan de

VR 2016/134 Verkeersongeval; inhaalmanoeuvre; eigen schuld.

Jurisprudentie
X reed in een auto van gedaagde op een tweebaansweg. Nadat hij een weg aan de linkerzijde al bijna voorbij was, is hij plotseling linksaf geslagen. Daarbij is een ongeval ontstaan met eiser, die X op zijn motorfiets juist aan het inhalen was. Eiser heeft daarbij onder meer een geluxeerde enkelfractuur opgelopen. Gedaagde heeft aansprakelijkheid erkend, maar stelt dat eiser 65% eigen schuld heeft aan het ongeval. Daartoe wordt aangevoerd dat X weliswaar zonder richting aan te geven plotseling linksaf is geslagen, maar dat eiser heeft ingehaald op een kruising en niet in staat was zijn voertuig

VR 2016/133 Verkeersongeval; geen overmacht.

Jurisprudentie
Eiseres was buschauffeur. Een werknemer van gedaagde is in een vrachtwagen tegen haar bus aangereden, waarbij eiseres zeer ernstig letsel heeft opgelopen. Gedaagde verweert zich in de procedure met een beroep op overmacht, omdat de chauffeur gedwongen zou zijn geweest uit te wijken in verband met een verkeersfout van een derde. De rechtbank passeert dit verweer, nu deze stelling in het geheel niet is onderbouwd en uit het dossier blijkt dat het ongeval is ontstaan toen de remmen van de vrachtwagen blokkeerden. Onder die omstandigheden heeft gedaagde niet aan haar stelplicht voldaan. Voorts kan

VR 2016/129 Verkeersaansprakelijkheid; geen overmacht; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Bij een wielerwedstrijd in Oostenrijk is X bij een afdaling frontaal op een hem tegemoetkomende auto gebotst, bestuurd door Y (verzekerd bij Generali) die op deze weg (de B176) reed in strijd met het tijdelijke inrijverbod. X nam bij de afdaling de binnenbocht, op de linkerbaan. X heeft het ongeval niet overleefd. Y is in Oostenrijk strafrechtelijk veroordeeld voor dood door schuld, met als strafverminderende factor dat X door op de linkerbaan te rijden eigen schuld heeft gehad aan het ongeval. In de hoofdzaak vorderen de nabestaanden van X van Generali vergoeding van overlijdensschade