VR 2017/29 Verkeersongeval, doorgaande weg, ten onrechte geen voorrang.
A reed in de auto van verzoeker toen hij op een T-splising in botsing kwam met (de auto van) verweerster. A reed daarbij op de doorgaande weg, zodat verweerster hem voorrang diende te verlenen. Verzoeker vordert vergoeding van de reparatiekosten. Het gerecht stelt voorop dat 'voorrang verlenen' betekent 'in staat stellen ongehinderd zijn weg te vervolgen'. Het is dan ook niet van belang of verweerster op het moment van het ongeval ten onrechte de doorgaande weg aan het oprijden was of dat zij te ver op de doorgaande weg stilstond - in beide gevallen heeft zij A ten onrechte geen voorrang