Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

VR 2024/77 Niet tijdig beslissen officier van justitie op 433 administratieve beroepen tegen verkeersboetes op grond van de Wahv.

Jurisprudentie

De kantonrechter doet uitspraak in 433 zaken over het niet tijdig beslissen door de officier van justitie op administratieve beroepen tegen verkeersboetes op grond van de Wahv. De kantonrechter benoemt dat, hoewel de kantonrechter als bijzondere bestuursrechter bevoegd is kennis te nemen van deze zaken, de wetgever de rechter geen uitspraakmogelijkheden heeft gegeven voor niet tijdig beslissen in Wahv-zaken. Bovendien kan bij Wahv-zaken de Awb niet analoog worden toegepast in een procedure over niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeert dat als iemand in beroep gaat tegen het niet tijdig

VR 2024/46 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

Jurisprudentie

Aan het deelscooterbedrijf 'Felyx' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Felyx beroep ingesteld. Volgens Felyx is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Felyx eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Ingevolge hiervan meent Felyx dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat aangezien Felyx enkel

VR 2024/45 Kentekenaansprakelijkheid deelscooter.

Jurisprudentie

Aan het deelscooterbedrijf 'Check' is een sanctie opgelegd in het kader van overtreding van de Wahv vanwege een verkeerd geparkeerde bromfiets. Tegen deze sanctie is door Check beroep ingesteld. Volgens Check is zij niet aansprakelijk als kentekenhouder aangezien de scooter ten tijde van de gedraging nog was verhuurd. Volgens de algemene voorwaarden van Check eindigt de huurovereenkomst pas wanneer de scooter correct is geparkeerd. Op basis hiervan meent Check dat de beschikking dient te worden vernietigd op grond van art. 8 sub b Wahv. De kantonrechter overweegt dat deze conclusie niet volgt

VR 2024/15 Het einde van de 'ncnp'-bureautjes

Column 13 februari 2024
Bij de meeste rechtbanken op de afdelingen kanton puilen de voorraadkasten uit met beroepen tegen verkeersboetes. Het gaat veelal niet om beroepen van burgers aan wie onterecht verkeersboetes zijn opgelegd, maar om beroepen die door ‘no cure no pay’-bureaus zijn ingesteld. Die bureautjes lieten zich op grote schaal machtigen om namens beboete verkeerszondaars beroepsprocedures volgens de WAHV te voeren. De inzet van procedures was niet gericht op het ongedaan maken van materieel onrecht, maar op het zodanig voeren van beroepsprocedures dat uiteindelijk een proceskostenvergoeding in de wacht kon worden gesleept. Die vergoeding kwam ten goede aan de ncnp-bureautjes. Zij hielden daar een dik belegde boterham aan over.

VR 2024/19 Vermindering verkeersboete en proceskosten bij te late uitspraak.

Jurisprudentie

De kantonrechter vermindert ambtshalve de verkeersboete vanwege een te late uitspraak in de zaak. De kantonrechter beslist echter niet dat de proceskosten moeten worden vergoed voor de fase waarin te laat uitspraak wordt gedaan. Hierbij gaat de kantonrechter in op zogeheten no cure no pay-bureau's die vele Wet Mulderzaken voeren. Volgens de rechter is het niet redelijk om een proceskostenvergoeding toe te kennen als de reden daarvoor mede in procedeergedrag is gelegen.

VR 2023/129 Rijden met scooter in voetgangersgebied. Billijkende omstandigheid?

Jurisprudentie

Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 95,- voor: “als (snor)fietser bij ontbreken (verplicht)(brom)fietspad niet de rijbaan gebruiken (bijv. rijden op trottoir, voetpad)”. De betrokkene heeft met zijn scooter door het voetgangersgebied gereden. Door al duwend zijn weg te vervolgen heeft de betrokkene de scooter bestuurd. Dat hij dit deed terwijl de motor niet in werking was gesteld, brengt niet mee dat hij die bromfiets niet bestuurde en niet als bestuurder daarvan in de zin van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 kan

VR 2023/70 Uitzicht belemmerende onnodige voorwerpen. Feitcode.

Jurisprudentie

Uit de verklaring van de ambtenaar volgt dat de telefoonhouder zo was gemonteerd dat de telefoon voor het gezicht van de betrokkene kwam te staan. Hieruit blijkt voldoende dat het uitzicht werd belemmerd. Naar het oordeel van het hof heeft de ambtenaar de juiste feitcode(N420b) gebruikt, nu de telefoonhouder aan de voorruit was gemonteerd.

VR 2023/31 De ontwikkeling van automatische nummerplaatherkenning voor opsporingsdoeleinden in Nederland

Artikel
VR2023-3_illu
Zowel publieke als private organisaties maken in Nederland gebruik van camera’s langs de weg om het verkeer te monitoren. Zo beheert Rijkswaterstaat 3.000 camera’s om verkeersstromen te monitoren langs wegen, tunnels en bruggen. De politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar) en het Openbaar Ministerie (OM) gebruiken soortgelijke camera’s voor opsporings- en handhavingsdoeleinden. Deze camera’s kunnen automatisch kentekens herkennen van passerende voertuigen, zodat bijvoorbeeld trajectcontroles kunnen worden uitgevoerd of voortvluchtige personen kunnen worden aangehouden. Tot 2019 was het gebruik van deze camera’s beperkt tot het registeren van een overtreding of het registreren van een voertuig dat gesignaleerd stond. Sinds 1 januari 2019 is het mogelijk om met deze camera’s kentekengegevens van alle passerende voertuigen voor een periode van vier weken op te slaan en aan opsporingsambtenaren die het onderzoek uitvoeren te verstrekken. Zij kunnen daarnaast een foto van het voertuig ontvangen. De inzittenden van het voertuig moeten door een daartoe geautoriseerde opsporingsambtenaar onherkenbaar worden gemaakt. Op basis van het nieuwe artikel 126jj Wetboek van Strafvordering (hierna 126jj) kan de politie deze gegevens inzien ten behoeve van de opsporing van een misdrijf of van voortvluchtige personen. De wet is na invoering gemonitord en geëvalueerd. De wet was op het moment van inwerkingtreding tijdelijk van aard, maar is mede op basis van de resultaten uit de evaluatie permanent geworden. In het onderhavige artikel wordt ingegaan op de ontwikkeling van automatische nummerplaatherkenning in Nederland, de achtergrond en juridische aspecten van de nieuwe wet en ten slotte op de belangrijkste bevindingen uit de evaluatie.

VR 2023/19 Administratieve sanctie. Samenloop.

Jurisprudentie

Bij de beoordeling of in het geval van meerdere gedragingen sprake is van een voortgezette handeling stelt het hof voorop dat een verkeersdeelnemer voortdurend te maken krijgt met nieuwe verkeerssituaties, waarin hij alert dient te zijn en waarin hij derhalve bij voortduring beslissingen neemt en moet nemen. Er is niet snel sprake van meerdere gedragingen die voortkomen uit één ongeoorloofd wilsbesluit. Dat is in dit geval niet anders. De bestuurder reed van de invoegstrook over het puntstuk naar rijstrook 2 (dat was de eerste overtreding) en koos er vervolgens voor om direct door te rijden