Zoeken

30 resultaten gevonden

  1. Commissie Claimcode

    VR-kort
    Boek
    15 mei 2019
    De Claimcode is een governance code voor stichtingen en verenigingen die als doel hebben te komen tot collectief schadeverhaal. De code beoogt degenen die zich hierbij willen aansluiten garanties te bieden dat het bestuur steeds de belangen van de collectief benadeelden centraal stelt. De eerste versie van de Claimcode verscheen in 2011. Na inwerkingtreding is de betekenis ervan in de rechtspraktijk gegroeid. Tegelijk heeft de praktijk op het gebied van collectieve claims zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld, zodat een herziening en aanvulling van de Claimcode niet kon uitblijven. Op
  2. De scheidslijn tussen hoofd- en schadestaatprocedure in 7:611-zaken

    VR-kort
    Artikel
    15 mei 2019
    Mr. P.E. Bloemendal In een arrest van 19 oktober 2018 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de scheidslijn tussen de hoofdprocedure en de schadestaatprocedure. De zaak draait materieel om de aansprakelijkheid van een werkgever voor de schade die een van zijn werknemers lijdt als gevolg van een ernstig verkeersongeval. Het arrest is een vervolg op een uitspraak van de Hoge Raad uit 2008, Autoster/Hendriks. Die cassatie zag op de hoofdprocedure en had uitsluitend betrekking op de vraag of Hendriks zijn werkgever Autoster met succes kon aanspreken. Het arrest behoort tot een reeks uitspraken
  3. Het recht op een kans

    VR-kort
    Artikel
    15 mei 2019
    W.Th. Nuninga Dit artikel gaat over het zelfstandige bestaansrecht van het leerstuk verlies van een kans. Het gaat over hoe het moet worden toegepast en hoe die toepassing verschilt van de toepassing van het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid. De Hoge Raad overweegt dat beide leerstukken toegepast kunnen worden in gevallen waarin de eisende partij moeite heeft het causaal verband tussen normschending en ondervonden nadeel te bewijzen, maar dat het wel om te onderscheiden leerstukken gaat. Niet iedereen kan de Hoge Raad daarin volgen: de leerstukken zouden dezelfde functie
  4. Kabinet akkoord met harmonisatie milieuzones

    VR-kort
    Bericht
    15 mei 2019
    Automobilisten die rijden op diesel kunnen vanaf 2020 op twee manieren te maken krijgen met een milieuzone. Gemeenten die een milieuzone invoeren, kunnen dieselauto’s die op 1 januari 2020 ouder zijn dan 15 jaar, of ouder dan 20 jaar, in hun zone weigeren. Milieuzones blijven wel toegankelijk voor benzineauto’s. Verder komt er een systeem van eenduidige bebording dat begrijpelijk is voor de automobilist. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. Het voorstel wordt nu ter voorhang aan zowel de Eerste als de Tweede
  5. Risicoaansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken

    VR-kort
    Artikel
    15 mei 2019
    Mr. dr. J.T. Hiemstra Op 4 oktober 2018 verdedigde de auteur haar proefschrift over de aansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken. Het gebruik van medische hulpzaken bij de behandeling van patiënten kan met ernstige risico’s gepaard gaan. Vanwege het hoge ontwikkelingstempo en de complexe aard van medische hulpzaken zal de hulpverlener deze risico’s niet altijd kunnen voorzien. De vraag is of, en in hoeverre, het risico dat voortvloeit uit het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak desalniettemin voor rekening van de hulpverlener dient te komen. Ter beantwoording van die
  6. Stelplicht, bewijslastverdeling en de civiele vordering van de benadeelde partij in het strafproces

    VR-kort
    Artikel
    15 mei 2019
    Ilou Felix en Alexander Schild De vordering van de benadeelde partij in het strafproces is civiel van aard. In de voegingsprocedure gelden de regels van stelplicht en bewijslastverdeling in civiele zaken en niet de bewijs(minimum)regels van het Wetboek van Strafvordering, zo heeft de Hoge Raad overwogen. De vraag in hoeverre deze regels gelden behoeft verduidelijking. Daartoe bespreken de auteurs eerst welke materieelrechtelijke vragen de strafrechter heeft te beantwoorden bij de beoordeling van een vordering van de benadeelde partij. Vervolgens staan zij stil bij de eigen aard van de
  7. VR 2019/63 Het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van de WAM-richtlijn

    Artikel
    VR 2019/63 Het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van de WAM-richtlijn Mr. K. Redeker-Gieteling * * Wetgevingsjurist bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. In mei 2018 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan tot wijziging van de WAM-richtlijn (hierna: het richtlijnvoorstel). Hierna schets ik eerst de voorgeschiedenis van het richtlijnvoorstel (zie 1.). Vervolgens bespreek ik de vijf inhoudelijke wijzigingen die het richtlijnvoorstel bevat. Deze wijzigingen zien op de reikwijdte van de WAM-richtlijn (zie 2.a.), de
  8. VR 2019/64 De zelfrijdende auto en het overmachtsverweer van art. 185 WVW

    Artikel
    VR 2019/64 De zelfrijdende auto en het overmachtsverweer van art. 185 WVW Mr. dr. N. Lavrijssen * en mr. M. Weitering ** * Docent bij de Juridische Hogeschool Avans & Fontys. Tevens lid van de kenniskring van het lectoraat Recht & Digitale Technologie van Fontys. ** Docent bij de Juridische Hogeschool Avans & Fontys. Tevens lid van de kenniskring van het lectoraat Digitalisering & Veiligheid van het Expertisecentrum Veiligheid van Avans. In het verleden heeft mw. Weitering met succes de Grotius specialisatieopleiding Personenschade afgerond en heeft zij als LSA-advocaat gewerkt. 1. Inleiding
  9. VR 2019/65 Ritsen. Rechts inhalen.

    Jurisprudentie
    Het door de verbalisant bestuurde voertuig en het door de gemachtigde bestuurde voertuig reden op enig moment naast elkaar, het eerste voertuig op de linker rijstrook, het tweede op de rechter rijstrook, terwijl het verkeer van de linker rijstrook diende in te voegen op de rechter rijstrook. Het betreft een situatie waarin van de verschillende weggebruikers wordt verlangd rekening met elkaar te houden en de snelheid aan te passen ten einde het invoegen (ritsen) zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden. Het verkeer op de linker rijstrook dient daarbij te anticiperen op het verdrijvingsvlak en
  10. VR 2019/67 Wegvak. Gelding verkeersteken. Kruising.

    Jurisprudentie
    Uit de toelichting op de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Besluit 28 juni 1991, Stcrt. 1991, 134) volgt dat een bord A1 van kracht is voor het wegvak waarlangs het is geplaatst. Blijkens voormelde Uitvoeringsvoorschriften luidt de definitie van het begrip wegvak: "gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". In een geval als het onderhavige houdt dat in dat het bord A1 van kracht blijft tot aan het begin van het volgende wegvak, derhalve tot na de kruising.
  11. VR 2019/68 Milieuzone. Bewijs.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “handelen ism geslotenverklaring voor mrvtgen op meer dan 2 wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990 (milieuzone)”. Naar oordeel van het hof kan niet worden vastgesteld dat de gedraging is verricht. Uit het dossier en wat door de vertegenwoordiger van de advocaat-generaal is aangevoerd ter zitting, is gebleken dat het voertuig bij het verlaten van de milieuzone zou zijn gefotografeerd. Het voertuig van de betrokkene is vanaf de voorkant gefotografeerd. Op de foto van de gedraging is
  12. VR 2019/69 Buitengewoon opsporingsambtenaar. Bevoegdheid.

    Jurisprudentie
    Artikel 3, eerste lid, van het ten tijde van de gedraging geldende Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 9 november 2010, nr. 5672782/Justis/10, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de gemeente Enschede in het domein openbare ruimte, houdt in dat de buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd is tot het opsporen van de strafbare feiten behorend bij domein I, Openbare Ruimte, van bijlage A-1 van de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar (verder: de Circulaire).Anders dan de gemachtigde wil doen geloven, was ten tijde van de onderhavige
  13. VR 2019/70 Maximumsnelheid. Trajectcontrole. Bebording.

    Jurisprudentie
    Uit het zaakoverzicht blijkt dat de gedraging in de onderhavige zaak is geconstateerd door middel van een trajectcontrole op de autosnelweg A2. In afwijking van de reguliere maximumsnelheid op autosnelwegen zou op het betreffende traject ook op het tijdstip van de gedraging niet harder dan 100 km/h mogen worden gereden. Of er op het betreffende traject borden zijn geplaatst waarop deze afwijkende snelheid is aangegeven, blijkt echter niet uit het zaakoverzicht of uit andere stukken in het dossier.Nu de betrokkene van meet af aan heeft betwist dat de juiste bebording was geplaatst en de
  14. VR 2019/71 Schadebegroting; redelijke verwachtingen.

    Jurisprudentie
    In 1996 is eiser, toen 30 jaar oud, een verkeersongeval overkomen. Direct na het ongeval was sprake van hoofd- en nekklachten. In 1997 en 2000 is eiser bovendien opgenomen geweest op de psychiatrische afdeling van verschillende ziekenhuizen. In 2001 stelde psychiater A de diagnose schizofrenie, waarbij hij overwoog dat het ongeval weliswaar mogelijk een luxerende factor was geweest, maar er op dat moment geen aanwijzingen meer waren dat de schizofrenie het gevolg was van het ongeval. In 2004 is eiser bovendien onderzocht door psychiater B, die onder meer concludeert dat eiser, indien het
  15. VR 2019/72 Ruiterongeval: uiting van de eigen energie van de pony (art.
    6:179 BW).

    Jurisprudentie
    Op 4 januari 2012 is appellante tijdens een groepsles een ongeval overkomen. Aan het einde van de les werd gesprongen over een parcours bestaande uit vier of vijf hindernissen. De laatste hindernis was een zogenaamde dubbelsprong, twee op korte afstand van elkaar geplaatste hindernissen die bij elkaar horen, waarbij het paard na de eerste hindernis vrijwel direct de volgende hindernis moet nemen. De moeilijkheidsgraad van het parcours werd geleidelijk opgebouwd, waarbij appellante met haar paard (C) de hindernissen zonder problemen nam. Op enig moment weigerde het paard de tweede hindernis van
  16. VR 2019/73 Onware schadeaangifte na aanrijding (art. 7:941 lid 5 BW)?

    Jurisprudentie
    Op 5 januari 2014 rond 23.00 uur heeft op de Binckhorstlaan te Den Haag een aanrijding plaatsgevonden tussen een door geïntimeerde bestuurde auto en een door betrokkene 1 bestuurde auto. Geïntimeerde reed daar op de als voorrangsweg aangeduide Binckhorstlaan toen betrokkene 1, komend vanuit een zijweg, die laan is opgereden en daarbij toen geen voorrang heeft verleend aan geïntimeerde. Betrokkene 1 is met de voorzijde van de door hem bestuurde auto aangereden tegen het midden van de rechterzijkant van de door geïntimeerde bestuurde Mercedes. Als gevolg van die aanrijding is schade ontstaan aan
  17. VR 2019/74 Regres op veroorzaker schade, schadestaat envaststellingsovereenkomst.

    Jurisprudentie
    Geïntimeerde heeft op 13 januari 2013 als bestuurder van een voertuig een ongeval veroorzaakt. Bij het ongeval was ook het voertuig van de heer B betrokken. Ten tijde van het ongeval was ten aanzien van het voertuig bestuurd door geïntimeerde een aansprakelijkheidsverzekering van kracht bij verzekeraar Bovemij. De verzekeraar is aangesproken tot betaling van door B geleden schade. Namens B is een voorlopige schadestaat opgesteld met een totaal te vorderen bedrag van € 25.418,28. Enige maanden later is tussen de verzekeraar en B een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op grond daarvan heeft de
  18. VR 2019/75 Ongeval door paard; betekenis van prejudiciële beslissing 'Imagine' over de aansprakelijkheid van medebezitters van het dier.

    Jurisprudentie
    Op 29 juni 2008 maakten geïntimeerde en appellante sub 2, samen met hun dochter, een rit met een koets die door middel van een enkelspan werd voortgetrokken door een paard. Appellante sub 2 zat rechts voorin op de bok in de hoedanigheid van koetsier. Bij het binnenrijden van de plaats Oude Ade werd het paard onrustig nadat het was geschrokken. Geïntimeerde is toen, op verzoek van appellante sub 2, links naast het paard gaan lopen in de hoop dat het paard zou kalmeren. Op dat moment kwam vanuit de tegengestelde richting een auto aanrijden. De bestuurder van de auto heeft zijn auto tot stilstand
  19. VR 2019/76 Achteropaanrijding; opzettelijk veroorzaakt verkeersongeval;verzekeringsfraude.

    Jurisprudentie
    Uit het tussenarrest van 5 december 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:5463):Appellant is als automobilist van achteren aangereden door X toen hij voor een rotonde remde. Hij heeft de WAM-verzekeraar van X aangesproken tot vergoeding van de schade aan zijn auto. De kantonrechter heeft in eerste aanleg overwogen dat het enkele feit dat X niet in staat is geweest om haar voertuig tijdig tot stilstand te brengen, onvoldoende is om aan te nemen dat zij een verkeersfout heeft gemaakt. De kantonrechter heeft appellant vervolgens opgedragen te bewijzen dat X op onvoldoende zorgvuldige wijze aan het verkeer

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!