Zoeken

29 resultaten gevonden

  1. VR 2019/113 Arubaans Verkeersrecht

    Artikel
    VR 2019/113 Arubaans Verkeersrecht Mr. J. Sap * * Vice-President van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, redacteur van Verkeersrecht. Met dank aan mr. E. Schwengle, Officier van Justitie belast met verkeerszaken, mr. J. Klamer, hoofd van de executie van het Parket Aruba en mw. M. Wever, administratief medewerkster van het Parket Aruba, belast met verkeerszaken, voor het geven van informatie. 1. Inleiding Wie voor het eerst in Aruba komt, zal zich verbazen over de enorme hoeveelheid motorvoertuigen 1) , de veelheid aan rotondes
  2. VR 2019/114 Op weg van Den Haag naar Rome?

    Artikel
    VR 2019/114 Op weg van Den Haag naar Rome? Een apologie voor de 'modieuze' verwijzingsregeling van Rome II met betrekking tot internationale verkeersongevallen. Voorstel tot opzegging door Nederland van het Haagse Verkeersongevallenverdrag 1971 Mr. A.P.M.J. Vonken * * Voormalig universitair hoofddocent IPR aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 1. Introductie De aankomende rechtenstudent, ja zelfs de al enigszins in het privaatrecht geverseerde jurist, heeft er vaak weinig notie van waar het internationaal privaatrecht – doorgaans afgekort met IPR – zich mee bezighoudt. Indachtig het adagium
  3. VR 2019/115 Road traffic offences in Europe

    Artikel
    VR 2019/115 Road traffic offences in Europe Michael Nissen * * Lawyer, Senior Manager of International Legal Services at ADAC e.V., Munich/Germany. I. Introduction “When in Rome, do as the Romans do!” – these words uttered by Saint Ambrose in 387 AD still apply unreservedly to international road traffic today: Both foreign road users driving their vehicles in the Netherlands or in Germany and Dutch or German road users driving abroad must comply with the respective national rules of the road – or risk bearing the consequences for violations. To many traffic lawyers, foreign fine regulations
  4. VR 2019/116 Brexit and Tourism

    Artikel
    VR 2019/116 Brexit and Tourism Philip Mead * * Barrister; 12 King’s Bench Walk Chambers, London; mead@12kbw.co.uk. The author practises in the area of cross-border personal injury and has over twenty years of experience in cases involving the application of conflict of laws and European law principles. Abstract: Do English Claimants have access to rights under EU law after departure from the European Union (Brexit)? This article describes the possible consequences for cross-border litigation in the field of tourism and personal injury (covering package holiday claims; cross-border tort claims
  5. VR 2019/117 Rijden onder invloed. Recht op tegenonderzoek.

    Jurisprudentie
    Art. 11, tweede lid, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer houdt - kort gezegd - in dat in geval van een ademonderzoek de opsporingsambtenaar het resultaat van het ademonderzoek direct aan de verdachte mededeelt en hem, indien het ademonderzoek het vermoeden bevestigt dat het alcoholgehalte in zijn adem hoger is dan op grond van de toepasselijke wet is toegestaan, erop wijst dat hij het recht heeft op een tegenonderzoek. Deze verplichting tot mededeling van dat recht op een tegenonderzoek moet worden gerekend tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als bedoeld
  6. VR 2019/118 Rijden onder invloed. Ne bis in idem. Straf. Onderzoek naar
    de rijvaardigheid of geschiktheid.

    Jurisprudentie
    Evenmin als de ongeldigverklaring van het rijbewijs, wordt de verplichting tot deelname aan het daaraan voorafgaande onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid derhalve opgelegd op grond van het plegen van een strafbaar feit, ook al kan de verdenking van zo een feit wel de aanleiding vormen voor dat onderzoek. Mede gelet daarop betreft het onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen - ook in aanmerking genomen dat de met dit onderzoek verbonden kosten ten laste komen van degene aan wie de verplichting tot deelname aan het onderzoek is opgelegd -
  7. VR 2019/119 Gevaarlijk rijden. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft zich als bestuurder van een personenauto met passagiers schuldig gemaakt aan zeer gevaarlijk verkeersgedrag door met een aanzienlijk hogere snelheid te rijden dan ter plaatse was toegestaan en tweemaal een rood verkeerslicht ter hoogte van een kruising te negeren. Dit heeft geresulteerd in een botsing met een ander voertuig. Door aldus te handelen heeft de verdachte niet alleen schade en hinder veroorzaakt, maar ook blijk gegeven van miskenning van zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer. Hij heeft geen rekening gehouden met de gevolgen die zijn rijgedrag zou kunnen
  8. VR 2019/120 Verlaten plaats ongeval.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft na een aanrijding waarbij zij betrokken was en een ander letsel opliep, de plaats van het ongeval verlaten zonder haar identiteit kenbaar te maken. De verdachte heeft haar voertuig nabij de plaats van het ongeval achtergelaten, maar heeft daarbij niet op enigerlei wijze kenbaar gemaakt dat deze auto betrokken was geweest bij het ongeval. Met het achterlaten van een voertuig is niet de identiteit van de bestuurder bekend. De verdachte heeft dus niet behoorlijk gelegenheid gegeven tot vaststelling van haar identiteit als bedoeld in art. 7, tweede lid, WVW 1994.
  9. VR 2019/121 Strafvermindering. Samenloop.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft in de bebouwde kom met zijn motorfiets met een snelheid gereden die de maximumsnelheid aanzienlijk heeft overschreden. Door te handelen zoals de verdachte heeft gedaan, heeft hij de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer ernstig veronachtzaamd. Gelet op het bepaalde artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht houdt het hof rekening met de door dit hof bij arrest opgelegde straf in de gelijktijdig op 23 juli 2018 behandelde strafzaak (onder parketnummer 23.003866-16) en met de veroordeling van het gerechtshof Amsterdam van 30
  10. VR 2019/122 Rood verkeerslicht. Geeltijd. Stopafstand.

    Jurisprudentie
    De rechtbank heeft op juiste gronden geoordeeld dat het voertuig van de betrokkene het rood uitstralende verkeerslicht is gepasseerd, dat de leerling van de gemachtigde tijdig en op verantwoorde wijze heeft kunnen stoppen voor het verkeerslicht en dat de rechtbank hierbij een correcte berekening van de remafstand heeft gehanteerd. Dat volgens het IVER-rapport te weinig rekening wordt gehouden met achterliggers bij roodlichtgedragingen en wordt aanbevolen dat geeltijden consistent moeten zijn, betekent niet zonder meer dat het voor de leerling van de gemachtigde in de onderhavige zaak niet meer
  11. VR 2019/123 Bevoegdheid buitengewoon opsporingsambtenaar. Openbare orde.

    Jurisprudentie
    De buitengewoon opsporingsambtenaar was louter in relatie tot de openbare orde bevoegd op te treden ter zake van gedragingen in strijd met een geslotenverklaring. Uit het verkeersbesluit blijkt niet dat argumenten ontleend aan de 'openbare orde' grondslag voor de onderhavige geslotenverklaring hebben geboden. Het verbaliserende optreden van de hier betrokken boa had geen relatie met de openbare orde. Bij die stand van zaken blijkt niet dat deze sanctie door een daartoe bevoegde verbalisant is opgelegd.
  12. VR 2019/124 Trajectcontrole. Privacy. Persoonlijke
    levenssfeer.

    Jurisprudentie
    Er is geen enkele aanwijzing dat de bij een trajectcontrole vastgelegde gegevens direct herleidbaar zijn tot de bestuurder. Dat is te meer het geval in een zaak als deze waarin de kentekenhouder een rechtspersoon is. Gelet hierop is er naar het oordeel van het hof bij een trajectcontrole geen sprake van schending van de privacy als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het EVRM of van schending van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Grondwet.
  13. VR 2019/126 Zaakoverzicht. Camerabeelden. Kosten van door een derdeberoepsmatig verleende rechtsbijstand.

    Jurisprudentie
    In zijn algemeenheid mag de eis worden gesteld dat uit de in het zaakoverzicht opgenomen verklaring blijkt dat de verbalisant zijn wetenschap dat de gedraging is verricht ontleent aan camerabeelden. Indien er een foto van de gedraging is, dient deze te behoren tot de stukken van het dossier. Aan het verzoek van de gemachtigde om toezending van alle op de zaak betrekking hebbende stukken is in administratief beroep geen gevolg gegeven. Die stukken waren ook niet alle aanwezig in het dossier zoals dat bij de rechtbank ter inzage heeft gelegen. Onder die omstandigheden kan aan het niet voeren van
  14. VR 2019/127 Snelheidsovertreding. Meetplaats. Afstand.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximumsnelheid binnen bebouwde kom, met 30 km/h”. De gemachtigde voert aan dat een juiste meting niet mogelijk was omdat de meting is verricht op een bochtige weg. Daarnaast kan de nauwkeurigheid van een lasermeting niet worden gegarandeerd indien de meting plaatsvindt onder een viaduct. De gemachtigde voert verder aan dat artikel 2.2 van de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (hierna: de Aanwijzing) is geschonden, nu de verbalisant en
  15. VR 2019/128 Aanhangwagen. Koppeling. Voorzijde.

    Jurisprudentie
    De lading van de aanhangwagen bevond zich achter de koppeling van de aanhangwagen, maar tussen die koppeling en het kopschot van de aanhangwagen. De lading was tussen een rek op het kopschot aan de rechterzijde van de aanhangwagen geplaatst. Het hart van de koppeling heeft als voorzijde van de aanhangwagen te gelden. De betrokkene heeft zich dus niet schuldig gemaakt aan “met voertuig/samenstel rijden terwijl de lengte van de ondeelbare lading voor de voorzijde van de aanhangwagen uitsteekt”.
  16. VR 2019/129 Aansprakelijkheid wegbeheerder: geen gebrekkige zaak en geenonrechtmatige daad van provincie. Vorderingen afgewezen.

    Jurisprudentie
    In 2013 komt eiser op zijn racefiets in een bocht naar rechts in aanrijding met een tegemoetkomende fietser (fietser 1). Bij de aanrijding is de remgreep van het stuur van de fiets van fietser 1 blijven haken in de rechter onderarm van eiser, met letselschade tot gevolg. Eiser stelt dat de Provincie primair op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is jegens eiser. Eiser voert daartoe aan dat de inrichting van het fietspad een gevaarlijke gebrekkige dan wel onrechtmatige weginrichting vormde. Subsidiair stelt eiser de Provincie aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW omdat het fietspad volgens
  17. VR 2019/130 Dodelijk verkeersongeval snelweg; wisseling van rijbaan;
    omkeringsregel; geen eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Een vrachtwagen botst op de snelweg tegen een Volkswagen, waardoor de Volkswagen dwars voor de vrachtauto terechtkomt en beide voertuigen uiteindelijk in de berm belanden. De bijrijdster in de Volkswagen komt als gevolg van het ongeval te overlijden. De bestuurder van de Volkswagen vordert dat de bestuurder van de vrachtwagen en zijn WA-verzekeraar worden veroordeeld tot betaling van de schade als bedoeld in art. 6:107 en art. 6:108 BW nader op te maken bij staat. In deze procedure ligt de vraag voor of het ongeval is veroorzaakt doordat de bestuurder van de Volkswagen de macht over het stuur
  18. VR 2019/131 Verjaring vordering vergoeding van schade ontstaan door
    verkeersongeval.

    Jurisprudentie
    New India heeft de schade vergoed die door gedaagde ten gevolge van een ongeval was veroorzaakt aan de auto van een derde. New India heeft regres genomen op gedaagde ter hoogte van het door haar aan de derde betaalde bedrag. In een recovery agreement hebben partijen onder meer te kennen gegeven dat gedaagde verplicht is dit bedrag aan New India te betalen. Het stuk is op 15 februari 2008 ondertekend door partijen. Vervolgens heeft New India gedaagde diverse malen schriftelijk gemaand om zijn betalingsverplichtingen na te komen. New India vordert het gerecht om gedaagde te veroordelen tot
  19. VR 2019/132 Verkeersaansprakelijkheid, geen verjaring.

    Jurisprudentie
    Ongeval op Curaçao tussen de auto van eiseres en een bij gedaagde verzekerde auto. Eiseres spreekt gedaagde aan tot vergoeding van haar schade. Gedaagde heeft bij conclusie van antwoord (1) betwist dat haar verzekerde een verkeersfout zou hebben gemaakt en (2) gesteld dat de vordering van eiseres verjaard zou zijn. Beide stellingen zijn nadien uitgebreid door eiseres weersproken. Gedaagde heeft daar niet meer op gereageerd. Het verweer is daarmee onvoldoende gehandhaafd en faalt. Daarmee staat vast dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiseres geleden schade. Volgt bespreking van de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!