Zoeken

25 resultaten gevonden

  1. Hoe logisch is het eigenlijk dat gemist zwart werk door aansprakelijkheidsverzekeraars wordt gecompenseerd binnen het aansprakelijkheidsrecht?

    VR-kort
    Artikel
    07 mei 2020
    Mr. Lisette de Haan en mr. Veneta Oskam Het is de bestaande praktijk. De aansprakelijkheidsverzekeraar in letselschadezaken wordt geacht gemiste zwarte inkomsten te compenseren. Uitgangspunt van het schadevergoedingsrecht is dat volledige compensatie plaatsvindt binnen de kaders die worden geschetst in het Burgerlijk Wetboek. Om de schade vast te stellen dient de werkelijke situatie waarin de benadeelde verkeert, dus met schadeveroorzakende gebeurtenis, te worden afgezet tegen de hypothetische situatie waarin de benadeelde zich zou hebben bevonden als de schadeveroorzakende gebeurtenis zich
  2. Hulpmiddelenregistraties bieden nieuwe mogelijkheden voor bewijsvergaring over falende medische hulpmiddelen

    VR-kort
    Artikel
    07 mei 2020
    Mr. Jasmin Buijs en mr. Cécile van der Heijden In hoeverre kunnen advocaten en belangenbehartigers van benadeelde patiënten uit hulpmiddelenregisters informatie halen om aan te tonen dat er sprake is van een falende medische hulpzaak? De auteurs bespreken de nieuwe medische hulpmiddelenwetgeving, die 26 mei 2020 in werking treedt, en het toezicht op hulpmiddelen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet wordt, naast de al bestaande registers met data over medische hulpmiddelen, EUDAMED hieraan toegevoegd. De auteurs analyseren deze nieuwe Europese databank, die in 2022 volledig operationeel
  3. Letselschade: mag het een onsje minder belastend?

    VR-kort
    Artikel
    07 mei 2020
    Mr. E.W. Bosch Al geruime tijd is er aandacht voor de problemen bij de afhandeling van letselschades, zoals trage afhandeling en ondeskundige belangenbehartigers. De Tweede Kamerleden Van Nispen, Van Toorenburg en Kuiken hebben aanleiding gezien een gezamenlijke notitie op te stellen, waarin zij vijf concrete voorstellen doen om de afhandeling van alle letselschades te verbeteren. Deze bijdrage bespreekt de voorgestelde maatregelen. Daarbij wordt per maatregel beschreven wat de initiatiefnemers voorstaan, wat de huidige praktijk is en hoe deze twee zich tot elkaar verhouden.
  4. Positie van het slachtoffer in de praktijk van ongeschikte medische hulpzaken

    VR-kort
    Artikel
    07 mei 2020
    Mr. June van Oers Gebruik van medische hulpmiddelen in de gezondheidszorg is een actueel onderwerp. Consumentenprogramma Radar nam in november 2018 samen met dagblad Trouw het initiatief voor een wereldwijd onderzoek naar medische implantaten. Het programma concludeert dat de patiënt vooraf onvoldoende wordt geïnformeerd over de veiligheid en kwaliteit van een implantaat. Strengere regelgeving zou de veiligheid van medische hulpmiddelen moeten vergroten en de gezondheidsrisico’s moeten verkleinen. Ook vanuit de overheid is er aandacht voor medische hulpmiddelen. Zo ging in juli 2017 het
  5. Rechtseconomische visie op regulering en aansprakelijkheid: ongeschikte medische hulpzaken

    VR-kort
    Artikel
    07 mei 2020
    Prof. mr. dr. Louis Visscher Niet alleen aansprakelijkheid, ook regulering kan mensen prikkelen tot wenselijk gedrag. Wat is de beste manier om de schade van ongeschikte medische hulpzaken te beperken? De auteur vergelijkt regulering en civiele aansprakelijkheid en zet de voor- en nadelen van beide op een rij. Rechtseconomen bestuderen het recht als instrument om de maatschappelijke welvaart te verhogen, waarbij niet alleen financiële, maar ook niet-financiële factoren meewegen. Die maatschappelijke welvaart is de optelsom van het nutsniveau van alle betrokkenen. Regulering en
  6. VR 2020/73 Stand van zaken recidiveregeling voor rijden onder invloed

    Artikel
    VR 2020/73 Stand van zaken recidiveregeling voor rijden onder invloed Mr. Rob Bindels * * Seniorjurist bij de Directie Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel. Inleiding Sinds 1 juni 2011 is in artikel 123b van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW 1994) de zogeheten recidiveregeling opgenomen. 1) Deze regeling houdt – kort gezegd – in dat de bestuurder van een motorrijtuig zijn rijbewijs verliest als hij zich na een eerdere strafrechtelijke veroordeling wegens rijden onder invloed of het weigeren mee te werken aan een adem- of
  7. VR 2020/74 Appen achter het stuur

    Artikel
    VR 2020/74 Appen achter het stuur Wat zijn de gevaren van appen onder het rijden en is appen met de telefoon gevaarlijker dan appen met een telefoon in een houder naast het stuur? Dr. W.P. Vlakveld * * Senior-gedragsonderzoeker bij SWOV. Willem Vlakveld deed samen met Michelle Doumen en Sander van der Kint onderzoek naar Appen achter het stuur met de telefoon in een houder . Inleiding SWOV heeft onderzoek gedaan naar de negatieve effecten op het rij- en kijkgedrag van appen achter het stuur met de smartphone in de hand en van appen terwijl de smartphone in een houder is geplaatst net naast het
  8. VR 2020/75 Toekenning proceskostenvergoeding. Vervolg op HR 7 april 2020, VR 2020/80.

    Jurisprudentie
    Het aanwenden van rechtsmiddelen tegen een op basis van de Wahv opgelegde sanctie dient er in het algemeen op te zijn gericht die sanctie ongedaan te maken dan wel het te betalen bedrag te verlagen. Een ander doel kan zijn het aankaarten van vermeende fouten in de sanctiebeschikking om te bewerkstelligen dat de beschikking op grond daarvan wordt vernietigd of gewijzigd. Het voorgaande brengt naar het oordeel van het hof mee dat een betrokkene geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld wanneer de inleidende beschikking wordt vernietigd of wordt gewijzigd voor wat betreft het sanctiebedrag
  9. VR 2020/76 Mobiele telefoon. Vasthouden. Omstandigheid die het opleggen van een administratieve sanctie niet billijkt?

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”. De omstandigheid dat de betrokkene de mobiele telefoon maar heel even heeft vastgehouden om deze op te pakken, is geen omstandigheid die aanleiding geeft af te wijken van de vastgestelde tarieven.
  10. VR 2020/77 Mobiele telefoon. Handscanner.

    Jurisprudentie
    Ook als de betrokkene als bestuurder een scanner vasthield, is artikel 61a van het RVV 1990 geschonden. Het door de betrokkenen vastgehouden toestel van Panasonic is namelijk, zo volgt uit de overgelegde folder, te beschouwen als een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare telecommunicatie. Het begrip “mobiele openbare telecommunicatie’’ is ruimer dan ermee kunnen bellen, het gaat erom dat er data uitgewisseld kan worden via een openbaar netwerk. Uit de folder blijkt dat het toestel dit kan. Ook al kan er niet met een dergelijk toestel worden gebeld, het vasthouden
  11. VR 2020/78 Driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie. Draagplicht autogordel. Draagplicht helm. Wijziging feitcode.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 140,- opgelegd ter zake van “in een motorvoertuig voorin geen autogordel gebruiken (feitcode R533)”.Het onderhavige voertuig is een driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie. Artikel 59, eerste lid, van het RVV 1990, houdende de plicht tot het dragen van een autogordel voor bestuurders en passagiers van in die bepaling genoemde motorvoertuigen, is dan ook niet van toepassing. De vraag die voorligt is of de feitcode kan worden gewijzigd naar R536C: als bestuurder, passagier van een motorfiets dan wel
  12. VR 2020/79 Parkeerverbod. Verkeersbesluit. Internet. Google Maps.

    Jurisprudentie
    Aan betrokkene wordt het verwijt gemaakt dat op 15 november 2017 met het voertuig met het kenteken XXX-00-Y op de A-straat te Gouda is geparkeerd bij één van de borden E4 tot en met E10, E12 of E13 v/d bijlage I van het Rvv 1990, terwijl betrokkene toen de kentekenhouder van dit voertuig was.In het dossier bevinden zich foto's van de gedraging, waarop het voertuig met kenteken XXX-00-Y zichtbaar is. De gegevens die bij de foto's vermeld staan, komen overeen met de gedragingsgegevens in het zaakoverzicht. Uit deze foto’s blijkt bovendien op welk moment de foto is gemaakt, namelijk 15 november
  13. VR 2020/80 Cassatie in het belang der wet. Toekenning van proceskostenvergoeding in WAHV-zaken.

    Jurisprudentie
    Het hof (zie VR 2019/185) heeft als criterium geformuleerd - waarbij het aansluiting heeft gezocht bij de regeling van de vergoeding van kosten op grond van artikel 591a Sv - dat de vraag of een betrokkene in het gelijk is gesteld, alleen bevestigend is te beantwoorden als de inleidende beschikking is vernietigd. Deze maatstaf is in zijn algemeenheid niet juist, omdat daaronder ook situaties kunnen worden gebracht waarin de betrokkene materieel wel geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld en de kosten dus in zoverre als regel redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking zouden moeten
  14. VR 2020/81 Ongeldig rijbewijs. Wetenschap.

    Jurisprudentie
    De verdachte werd vervolgd ter zake van het rijden met een motorfiets terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat de verdachte op 20 juli 2016 ‘wist’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Anders dan het hof heeft geoordeeld, is de omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief is verzonden naar het toenmalige adres van de verdachte en de verdachte zijn rijbewijs kennelijk op 23 november 2012 heeft ingeleverd, daartoe niet voldoende. Evenmin kan dit worden
  15. VR 2020/82 Herziening. Novum. Gegeven.

    Jurisprudentie
    De aanvrager is veroordeeld ter zake besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. Het rijbewijs van de aanvrager is in 2007 door het CBR ongeldig verklaard omdat de aanvrager niet heeft meegewerkt aan de EMA. De omstandigheid dat de aanvrager in 2016 door het hof Amsterdam is vrijgesproken van het rijden onder invloed van alcohol in 2006, brengt niet mee dat het (onherroepelijke) besluit van het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van aanvrager - met terugwerkende kracht en van rechtswege - is komen te vervallen. Hieruit volgt dat het in de aanvraag
  16. VR 2020/83 Rijden tijdens ontzegging. Bewijs.

    Jurisprudentie
    Uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de verdachte bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, noch dat een ontzegging van kracht was ten tijde van het tenlastegelegde rijden tijdens ontzegging van de rijbevoegdheid. Anders dan het hof kennelijk heeft geoordeeld, is de omstandigheid dat de verdachte voorafgaande aan het tenlastegelegde feit is veroordeeld vanwege het besturen van een motorrijtuig terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard, daartoe niet redengevend.
  17. VR 2020/84 Rijbewijs. Invordering. Inhouding. Overgifte.

    Jurisprudentie
    De vordering tot overgifte van een rijbewijs kan niet worden gelijkgesteld aan de invordering van een rijbewijs. De vordering tot overgifte houdt in de plicht tot het inleveren van het rijbewijs. Bij een invordering is een rijbewijs ook daadwerkelijk ingenomen. Die invordering is van kracht zolang het rijbewijs niet is teruggegeven. Deze veiligheidsmaatregel verliest zijn rechtskracht derhalve slechts door teruggave van het rijbewijs op grond van een daartoe strekkende beslissing van de officier van justitie, dan wel op last van de rechter naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in
  18. VR 2020/85 Rijden met ongeldigverklaard rijbewijs. Verhoor. Cautie. Wetenschap.

    Jurisprudentie
    Het hof is van oordeel dat de twee politieambtenaren tot de conclusie hebben kunnen komen dat er van een redelijk vermoeden van schuld ter zake van rijden zonder geldig rijbewijs sprake was toen één van de verbalisanten kennis nam van de registratie van de ongeldigheid van verdachtes rijbewijs. De verklaring die de verdachte direct daarop heeft afgelegd, is niet het antwoord geweest op een de verdachte gestelde vraag, maar moet naar het oordeel van het hof worden beschouwd als op eigen initiatief door de verdachte gedane mededelingen, in reactie op de hem gedane mededeling. De verdachte had
  19. VR 2020/87 Rijden onder invloed. Bloedonderzoek. Accreditatie laboratorium.

    Jurisprudentie
    Tijdens het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdediging naar voren gebracht dat zich in het dossier geen stukken bevonden aan de hand waarvan kon worden gecontroleerd of het laboratorium een geaccrediteerd laboratorium in de zin van artikel 14, tweede lid, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (hierna: het Besluit) betrof. Er is geen rechtsregel die voorschrijft dat dergelijke stukken standaard aan het dossier moeten worden toegevoegd. Het ligt dan ook voor de hand om - na een onderbouwd verweer betreffende de accreditatie - het onderzoek ter

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!