deelgeschil

VR 2019/46 Deelgeschil; eigen schuld (toepassing 'gordelkorting').

Jurisprudentie
Verzoeker is op 16 juli 2016 als automobilist aangereden door een bij NN verzekerde auto. NN heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Dit deelgeschil gaat voornamelijk over drie geschilpunten: a) Moet er wegens het niet-dragen van de gordel een zgn. eigen-schuld-aftrek plaatsvinden?b) Zo ja: moet die aftrek dan ook worden toegepast op de kosten van het deelgeschil?c) Is sprake van verlies aan verdienvermogen? Met betrekking tot (a) stelt verzoeker dat niet vaststaat dat het niet-dragen van de gordel van invloed is geweest op de aard en omvang van het ontstane letsel; volgens hem is

VR 2019/43 Aanrijding tussen (zit)grasmaaier en personenauto; toedracht ongeval onduidelijk.

Jurisprudentie
Op 21 juni 2014 reed A met haar personenauto over een circa 4 meter brede weg die is gelegen in het buitengebied. Ter plaatse geldt een maximumsnelheid van 50 km per uur. Verzoeker maaide op dat moment een strook voor zijn woning gelegen gras met een (zit)grasmaaimachine. Op enig moment heeft verzoeker met de grasmaaier een manoeuvre gemaakt waarbij hij geheel of ten dele over de weg heeft gereden. Beide voertuigen zijn met elkaar in botsing gekomen. Vanwege het ongeval zijn de rechter voorzijde van de personenauto en de linker achterzijde van de grasmaaier beschadigd geraakt. Verzoeker heeft

VR 2018/165 Deelgeschil; internationale verkeersaansprakelijkheid; eigen
schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is eigenaar van een garagebedrijf voor motoren. Op 22 april 2015 is hij tijdens een proefrit met een motor van een klant in botsing gekomen met een door Y bestuurde auto met aanhangwagen. Volgens verzoeker was de toedracht als volgt: - hij wilde uit een uitrit linksaf de weg oprijden en zag ca. 60-70 meter links van hem de door Y bestuurde auto met aanhangwagen stilstaan op de (voor verzoeker) linker rijbaan;- hij is daarop de weg opgereden en heeft tijdens het optrekken naar de tellers van zijn motor gekeken;- zodra hij opkeek, zag hij plotseling de auto met aanhanger keren en

VR 2018/153 Deelgeschil; val trappenhuis; zorgplicht werkgever.

Jurisprudentie
Verzoekster overkwam een ongeval toen zij via het trappenhuis van de 17e naar de 16e etage liep voor een overleg met collega's. Zij was op dat moment in loondienst van financieel dienstverlener Robidus die ten tijde van het ongeval de 16e en 17e etage van het kantoorpand huurde. Verzoekster is door de val met haar hoofd tegen een betonnen muur geslagen en heeft hierdoor hersenletsel opgelopen. Partijen twisten over de vraag of de zorgplicht van de werkgever (Robidus) zich uitstrekt tot de trap en het trappenhuis in het kantoorpand. De kantonrechter overweegt dat de centrale toegang van het

VR 2018/148 Deelgeschil. Val door verrot houten dak; aansprakelijkheid
boedel; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoekster verrichtte werkzaamheden op het dak van een garage/schuur/overkapping van haar vader. Zij kwam daarbij ten val en viel door een door verrotting zwak geworden deel van het dak heen. Zij spreekt haar twee zussen aan in hun hoedanigheid van (mede-)erfgenamen van haar inmiddels overleden vader. Zij stelt dat haar vader aansprakelijk was op grond van art. 6:174 BW, omdat het dak gebrekkig was. De rechtbank oordeelt dat het dak gebrekkig was en dat de vader van de vrouw aansprakelijk is. Van een dak mag in beginsel worden verwacht dat het voldoende stevig is om het gewicht van een

VR 2018/137 Deelgeschil; valpartij racefietser; sport en spel;
ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Jurisprudentie
Deelgeschil letselschade. Twee valpartijen van racefietser tijdens recreatieve tocht: eerst wordt verzoeker door een van zijn twee fietsmaten (verweerder 1) rechts ingehaald en daarbij met een schouder aangeraakt waarna hij valt, daarna wordt hij door zijn andere fietsmaat (verweerder 3) bemoedigend op de schouder aangeraakt waarna hij van het fietspad afraakt en ten val komt, met ernstig schouderletsel tot gevolg. De Rechtbank oordeelt dat de fietsmaten niet aansprakelijk zijn en overweegt daarbij als volgt: Ten aanzien van de eerste valpartij: de drie fietsers reden op de openbare weg, waar

VR 2018/136 Deelgeschil; ongeval op bouwplaats, geen aansprakelijkheid
opdrachtgever.

Jurisprudentie
Verzoeker was in opdracht van Vink Systemen aan het werk op een bouwplaats toen hij in een vloersparing is gevallen. Hij heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. De vloersparing kon worden afgesloten met een mandragende houten plaat. De plaat had vastgezeten met spijkerpluggen, maar bleek voor het ongeval (kennelijk: met geweld) te zijn verwijderd. Het is onbekend gebleven wie de plaat heeft verwijderd. Vink Systemen heeft geweigerd aansprakelijkheid te erkennen. In dit deelgeschil vordert verzoeker alsnog een daartoe strekkende verklaring voor recht. De deelgeschilrechter stelt

VR 2018/114 Deelgeschil; eenzijdig verkeersongeval; bewijsrecht.

Jurisprudentie
Verzoeker was ten tijde van het ongeval in 2012 16 jaar. Hij zat in de auto bij vriendin A, een 24-jarige vrouw. Er bestaat onduidelijkheid over hun precieze relatie; volgens verzoeker vond A hem leuk, maar had hij haar zojuist verteld dat hij het contact wilde verbreken. De auto is in een slip geraakt en meerdere malen over de kop geslagen. A is daarbij overleden. Verzoeker heeft tegenover de politie onder meer verklaard dat A zich niet goed voelde en vreemde slingerbewegingen begon te maken, waarop hij het stuur zou hebben gegrepen in een poging de auto recht te houden. Uit de in opdracht

VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te

VR 2018/97 Deelgeschil; val van paard, eigen schuld; kosten deelgeschil.

Jurisprudentie
Verzoekster volgde bij verweerder, een manege, een paardrijles. Het paard waar zij op zat weigerde over een hindernis te springen en bewoog in plaats daarvan onverwacht naar links. Verzoekster is daarbij van het paard gevallen en heeft ernstig rugletsel opgelopen, met 6% blijvende invaliditeit gehele persoon tot gevolg. Tussen partijen is niet in geschil dat de manege aansprakelijk is; er bestaat wel onenigheid over het al dan niet bestaan van eigen schuld. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat er in verband met de specifieke omstandigheden van het geval (onder meer haar jonge leeftijd