dood door schuld

VR 2024/68 Onvoorzichtig. Dood door schuld. Doodslag.

Jurisprudentie

Verdachte reed met een snelheid van bijna 100 kilometer per uur richting een kruising met een voorrangsweg. De geldende maximumsnelheid bedroeg 50 kilometer per uur. Het was donker en op het wegdek lag natte sneeuw. De straat waar verdachte op reed buigt vlak voor het kruispunt, alwaar voorrang moet worden verleend, af naar rechts. Verdachte heeft de bocht niet gehaald en reed in een rechte, diagonale streep de straat over, waar hij met een snelheid van zo'n 70 kilometer per uur tegen de bestuurderszijde van de auto van het slachtoffer botste. Het slachtoffer is met haar auto in een

VR 2024/47 Veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. Roekeloosheid. Rijden onder invloed. Verlaten van plaats van ongeval.

Jurisprudentie

De verdachte heeft onder invloed van alcohol een verkeersongeval veroorzaakt waarbij hij met hoge snelheid op het voertuig van het slachtoffer is ingereden. Het slachtoffer was op slag dood. De verdachte is - nadat hij constateerde dat hij het slachtoffer niet meer kon helpen - gevlucht van de plaats van het ongeval. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij zich vanwege het drinken van teveel alcohol weinig van de aanrijding kan herinneren. Uit gegevens van de verkeersregel-installatie blijkt dat de verdachte een rood licht heeft genegeerd en het slachtoffer een groen licht had toen

VR 2024/05 Dood door schuld. Mate van schuld. Voetgangersoversteekplaats.

Jurisprudentie

De verdachte heeft een voetganger die doende was met oversteken op een voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) aangereden. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, tweede lid, van het RVV moeten bestuurders voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staat zulks te doen, voor laten gaan. De verdachte heeft de heer (het slachtoffer) niet voor laten gaan, omdat hij hem niet heeft gezien. Er is echter niet gebleken van omstandigheden die het zicht van de verdachte belemmerden. Het betrof voorts

VR 2024/04 Verkeersongeval met dood door schuld. Tractorbestuurder. Vorenpakker op onjuiste wijze bevestigd. Aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld.

Jurisprudentie

De verdachte heeft als bestuurder van een tractor, met aan de voorzijde een vorenpakker en aan de achterzijde een ploeg, een ongeval veroorzaakt. De verdachte heeft zijn vaart geminderd en naar rechts gestuurd om een groep tegemoetkomende wielrenners ruimte te geven. Doordat de verdachte bij het naar rechts sturen over het beschadigde bermbeton is gereden, is de vorenpakker losgekomen van de tractor en de weg over gerold. Het slachtoffer heeft deze 1.327 kilo wegende vorenpakker niet kunnen ontwijken en heeft als gevolg van de botsing zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waarna hij in het

VR 2023/142 Dood door schuld. Onvoldoende oplettende passagier. Aanmerkelijke schuld.

Jurisprudentie

De verdachte heeft als passagier van een taxi de deur van die taxi geopend, waarna het van achter op de fiets naderende slachtoffer die deur raakte, waardoor zij onder een tegemoetkomende lijnbus viel en door een achterwiel van die bus werd overreden. Het slachtoffer is als gevolg van dit verkeersongeval ter plaatse overleden. De verdachte heeft als verkeersdeelnemer aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld omdat hij zich bewust was van de gevaarlijke situatie ter plaatse, door zijn moeder en de taxichauffeur extra was gewaarschuwd om op te letten en hij desondanks niet de vereiste

VR 2023/141 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Overschrijding doorgetrokken streep.

Jurisprudentie

De verdachte reed met de door hem bestuurde auto met overschrijding van de doorgetrokken streep op de voor hem linker weghelft en botste daardoor met de door hem bestuurde auto op een tegemoetkomende auto, met zwaar lichamelijk letsel van een inzittende van die tegemoetkomende auto als gevolg. De verdachte heeft zich, als bestuurder van een motorrijtuig, niet gehouden aan de verplichting om zoveel mogelijk rechts te houden op een niet-ongevaarlijke plaats en op een gevaarlijk moment, te weten ten tijde van het naderen van een tegenligger, die voor de verdachte in ieder geval enige tijd goed

VR 2023/118 Kruising. Oversteken. Excessieve snelheidsoverschrijding.

Jurisprudentie

Verdachte reed als bestuurder van een personenauto op een voor hem bekende voorrangsweg buiten de bebouwde kom. Hij heeft daar toen gereden met een snelheid van 139,78 km/u, terwijl de ter plaatse toegestane maximum snelheid 70 km/u bedroeg. Op enig moment steekt een Toyota Aygo (gezien verdachtes rijrichting van rechts naar links) over een kruispunt. Verdachte is met de veel te hoge snelheid op die Toyota Aygo gebotst, waarbij twee inzittenden in de Toyota Aygo om het leven zijn gekomen en hun vierjarige kleinzoon zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De Forensische Opsporing concludeerde

VR 2023/103 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Verontschuldigbare onmacht?

Jurisprudentie

De verdachte heeft een verkeersfout gemaakt, namelijk het als bestuurder niet zoveel mogelijk rechts (blijven) rijden. Zij is op de weghelft voor het tegemoetkomende verkeer gekomen met overschrijding van de dubbel ononderbroken streep gelegen tussen de beide weghelften en daarbij op een tegenligger gebotst met zwaar lichamelijk letsel van inzittenden van de tegenligger als gevolg. De strekking van de verkeersregel dat een ononderbroken streep niet mag worden overschreden, is dat er anders in de gegeven situatie een ontoelaatbare mate van voorzienbaar gevaar voor de verkeersveiligheid zou

VR 2023/102 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht.

Jurisprudentie

De verdachte is met de door hem bestuurde auto op de linker weghelft geraakt en daardoor op een tegemoetkomende auto gebotst waardoor de bestuurder van die auto om het leven is gekomen. Met de neuroloog acht het hof het meest aannemelijk dat het handelen van de verdachte een medische oorzaak heeft gehad, in de vorm van een epileptische aanval. Derhalve geen schuld in de zin van art. 6 WVW 1994 en ontslag van rechtsvervolging t.a.v. art. 5 WVW 1994.

VR 2023/90 Dood door schuld. Vertrouwen op aanwijzingen van derde.

Jurisprudentie

Doordat verdachte zijn combinatie moest “ophalen”, was er op gegeven moment een aanzienlijk gat ontstaan tussen de door betrokkene 1 bestuurde kraanwagen en de door verdachte bestuurde combinatie. Daarmee verdween voor de overige verkeersdeelnemers het beeld van het rijden in konvooi voor wat betreft de kraanwagen en de combinatie, zodat er voor overige verkeersdeelnemers meer gelegenheid ontstond om zich tussen beide voertuigen te begeven. Van die gelegenheid is blijkens de camerabeelden van camera 4 ook volop gebruik gemaakt. Zolang betrokkene 1 zich - behalve op het besturen van zijn eigen