eigen schuld

VR 2019/9 Verkeersongeval; aansprakelijkheid en 25% eigen schuld staan vast; beoordeling verdienvermogen vóór ongeval en in theoretische situatie zonder ongeval.

Jurisprudentie
Verzoekster heeft van 1995 tot 2001 Medische Biologie gestudeerd. Daarna heeft zij een jaar promotieonderzoek verricht en diverse artikelen gepubliceerd. In de zomer van 2003 is verzoekster als secretaresse gaan werken bij het OLVG, waarna zij in januari 2004 is aangenomen als bedrijfsleidster/onderzoekscoördinator plastische chirurgie van het OLVG, in welke functie zij per 1 maart 2004 zou starten. Op 19 februari 2004 is verzoekster op haar fiets aangereden door een bus van GVB, waardoor zij ernstig en blijvend orthopedisch en neurologisch (schedelhersen)letsel heeft opgelopen. De GVB heeft

VR 2019/7 Verkeersongeval bus en voetganger; overmacht; roekeloosheid;eigen schuld.

Jurisprudentie
Gedaagde organiseert op Aruba excursies en exploiteert in dat verband zgn. Bananabussen. Op 2 maart 2012 heeft er een ongeval plaatsgevonden tussen eiser als voetganger en een Bananabus van gedaagde. De bus reed op de verkeerde weghelft achteruit en kwam daarbij in botsing met eiser, die op de rijbaan liep. Eiser is tientallen meters meegesleurd en heeft ernstig (deels blijvend) letsel opgelopen. Eiser vordert een verklaring voor recht dat gedaagde volledig aansprakelijk is. Gedaagde verweert zich door te stellen:- primair: dat sprake zou zijn van overmacht;- subsidiair: dat voor toepassing

VR 2018/165 Deelgeschil; internationale verkeersaansprakelijkheid; eigen
schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is eigenaar van een garagebedrijf voor motoren. Op 22 april 2015 is hij tijdens een proefrit met een motor van een klant in botsing gekomen met een door Y bestuurde auto met aanhangwagen. Volgens verzoeker was de toedracht als volgt: - hij wilde uit een uitrit linksaf de weg oprijden en zag ca. 60-70 meter links van hem de door Y bestuurde auto met aanhangwagen stilstaan op de (voor verzoeker) linker rijbaan;- hij is daarop de weg opgereden en heeft tijdens het optrekken naar de tellers van zijn motor gekeken;- zodra hij opkeek, zag hij plotseling de auto met aanhanger keren en

VR 2018/164 Deelgeschil. Ongeval na U-turn auto zonder voorrang te
verlenen, maar bestuurder motorfiets heeft geen rijbewijs en anticipeert
onvoldoende op verkeer. Omvang aansprakelijkheid?

Jurisprudentie
De bestuurder van een auto maakte een U-turn met de intentie om op de andere weghelft terug te rijden. Hierbij verleende hij geen voorrang aan verzoeker die achter hem op een motorfiets reed en vervolgens tegen de linkerkant van de Golf reed en ten val kwam. Verzoeker (de bestuurder van de motorfiets) heeft de rechtbank verzocht om de omvang van de aansprakelijkheid van Achmea (waar de auto WAM-verzekerd was) als gevolg van het ongeval vast te stellen. Vaststaat dat de bestuurder van de auto in strijd met art. 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) heeft

VR 2018/148 Deelgeschil. Val door verrot houten dak; aansprakelijkheid
boedel; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoekster verrichtte werkzaamheden op het dak van een garage/schuur/overkapping van haar vader. Zij kwam daarbij ten val en viel door een door verrotting zwak geworden deel van het dak heen. Zij spreekt haar twee zussen aan in hun hoedanigheid van (mede-)erfgenamen van haar inmiddels overleden vader. Zij stelt dat haar vader aansprakelijk was op grond van art. 6:174 BW, omdat het dak gebrekkig was. De rechtbank oordeelt dat het dak gebrekkig was en dat de vader van de vrouw aansprakelijk is. Van een dak mag in beginsel worden verwacht dat het voldoende stevig is om het gewicht van een

VR 2018/146 Ski-ongeval; gevaarzetting; overtreding FIS-regels; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres en gedaagde zijn bij het afdalen van een skipiste met elkaar in botsing gekomen. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de door haar geleden schade, nader op te maken bij staat. Zij stelt dat gedaagde de zgn. FIS-regels (='verkeersregels' voor op de piste) heeft overtreden doordat hij haar met te hoge snelheid en op te kleine afstand heeft ingehaald, waarbij hun ski's elkaar hebben geraakt en eiseres ten val is gekomen. In (voorwaardelijke) reconventie vordert gedaagde een verklaring voor recht dat de eventuele schadevergoedingsverplichting is vervallen, althans

VR 2018/134 Verkeersongeval; inhalen; afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 16 november vond omstreeks 16.50 uur op de Lunterseweg een ongeval plaats tussen eiser (motorrijder) en gedaagde (automobilist). De ter plaatse toegestane maximumsnelheid is 80 km/u. Eiser reed met die snelheid en begon de langzamer rijdende gedaagde in te halen op de weghelft voor tegenoverliggend verkeer. Terwijl eiser zich volledig op die weghelft bevond, ongeveer 10 meter linksachter gedaagde, sloeg deze linksaf. Daarbij zijn eiser en gedaagde in botsing gekomen en heeft eiser ernstig (blijvend) letsel opgelopen. Nadat een voorlopig getuigenverhoor had plaatsgevonden, heeft eiser

VR 2018/117 Deelgeschil; aanrijding tussen personenauto en lijnbus.

Jurisprudentie
Aanrijding tussen personenauto en lijnbus. Verzoekster zat als bijrijder in de personenauto, die voorrang moest verlenen aan de van rechts komende bus. De WAM-verzekeraar van Connexxion heeft aansprakelijkheid afgewezen. Verzoekster acht de bestuurder van de bus aansprakelijk, onder meer omdat hij te hard zou hebben gereden. Volgens Achmea daarentegen zou het ontstaan van het ongeval uitsluitend te wijten zijn aan de bestuurder van de personenauto. De rechtbank oordeelt dat de verkeersfout van de bestuurder van de personenauto, ten onrechte geen voorrang verlenen, zwaar weegt. Ook aan de zijde

VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te

VR 2018/110 Aansprakelijkheid zwembad voor ongeval bij afdaling waterglijbaan.

Jurisprudentie
Eiser ging als 16-jarige op zijn knieën van de familieglijbaan in een zwembad. Hij is daarbij met zijn hoofd op de bodem van het zwembad terechtgekomen en heeft een hoge dwarslaesie opgelopen. Een deskundige aan de zijde van eiser heeft onder meer opgemerkt dat (1) het risico op een gevaarlijke 'landing' bij een familieglijbaan groter is dan bij gewone glijbanen, dat (2) dit risico nog groter is bij onreglementaire wijzen van afdalen (zoals hier aan de orde) en dat (3) het aantal ongevallen bij familieglijbanen in het algemeen ca. 5 keer zo groot is als bij andere glijbanen. Gelet op deze