letselschade

VR 2024/109 Verkeersongeval tussen motorrijder en fietser. Reflexwerking artikel 185 WVW. Schulddeling.

Jurisprudentie

Op 3 oktober 2018 vond er een verkeersongeval plaats op een kruising in Amsterdam tussen een motorrijder (verzoeker) en fietser (verweerster). Beiden liepen als gevolg van het verkeersongeval letsel op. De politie is ter plaatse geweest en heeft een proces-verbaal opgemaakt. Beiden zijn daarna op het politiebureau verhoord. Verzoeker verklaarde dat het verkeerslicht oranje knipperde en dat hij verweerster niet kon ontwijken. Verweerster had ter plaatse in het Engels verklaard dat ze op het fietspad reed en onzeker was of ze groen licht had. Op het politiebureau had zij haar verklaring

VR 2024/107 Deelgeschil uurtarief belangenbehartiger in letselschadezaak.

Jurisprudentie

Op 30 maart 2022 heeft X een verkeersongeval gehad waarbij hij letsel opgelopen heeft. Verzekeraar ASR heeft aansprakelijkheid erkend. X heeft A ingeschakeld voor de afhandeling van zijn schade. Er is een overeenkomst gesloten waarin een uurtarief van € 185,- voor inhoudelijke werkzaamheden en € 80,- voor administratieve werkzaamheden is vastgelegd. A heeft een regelingsvoorstel van € 10.000,- plus € 2.279,50 aan buitengerechtelijke kosten gedaan. ASR vindt het uurtarief te hoog en stelt lagere tarieven voor. Daarnaast betwist ASR het aantal geschreven uren. X is het niet eens met deze

VR 2024/106 Verkeersongeval met letselschade. Dwarslaesie. Nederlands recht.

Jurisprudentie

In 2014 is eiser in zijn woonplaats op zijn motor aangereden door een auto. Hierbij liep hij ernstig rugletsel op en raakte hij verlamd vanaf de tepellijn. De gevolgen van het ongeval zijn blijvend en hebben grote impact op financieel, sociaal en emotioneel gebied voor eiser. Door het ongeval heeft hij omvangrijke schade geleden. De auto was verzekerd bij KBC, waarbij sprake is van een ongelimiteerde verzekerde som. Achmea heeft namens KBC aansprakelijkheid erkend. KBC heeft in de loop der jaren diverse voorschotbetalingen verricht, waarvan tot aan de mondelinge behandeling een totaalbedrag

VR 2024/104 Ongeval tijdens studiereis. Zorgplicht school? Geen aansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Eiseres, een studente Tourism Management aan Saxion, heeft Saxion aansprakelijk gesteld voor letsel dat ze heeft opgelopen tijdens een studiereis. Zij is tijdens een wandeling van een brug gevallen. Allianz, de verzekeraar van Saxion, zou eerder de schadevergoeding toegezegd hebben, maar wees deze later af. Eiseres heeft hier niet mee ingestemd en aangeboden medische informatie te verstrekken bij erkenning van aansprakelijkheid. Allianz stelt echter dat Saxion geen verwijt treft en niet aansprakelijk is. Naar aanleiding hiervan heeft eiseres onderhavige procedure opgestart. Zij verzoekt de

VR 2024/96 Autobotsing. Letselschade. Aansprakelijkheid. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 19 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats tussen X (verzoeker) en Y (verweerder) op de Rijksstraatweg te Dordrecht. In beide auto’s was een passagier aanwezig, respectievelijk mevrouw A en mevrouw B. Y botste tegen X die links afsloeg, terwijl Y probeerde in te halen op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer. X liep ernstig letsel op. De auto van X was WAM verzekerd bij Bovemij en die van Y bij Univé. De politie was ter plaatse en heeft later een verkeersongevallenanalyse uitgevoerd. Onderzoeksbureaus Baan Hofman en Meuwissen Verkeers Ongevallen Analyse (MVOA) hebben analyses

VR 2024/94 Ongeval voetganger - taxibus. Geen afwijkende verdeling primaire schadevergoedingsverplichting.

Jurisprudentie

Op 14 juli 2021 stak appellant een provinciale weg over via een oversteekplaats voor fietsers. Op de eerste rijbaan kreeg appellant net op tijd voorrang van een automobilist. Bij het oversteken van de tweede rijbaan werd appellant aangereden door een taxibus van PMW. Dit resulteerde in ernstig letsel bij appellant. PMW en hun verzekeringsmaatschappij Amlin hebben erkend dat ze voor 50% aansprakelijk zijn volgens artikel 185 WVW. Appellant is echter van mening dat PMW en Amlin voor 100%, of op zijn minst meer dan 50%, aansprakelijk zijn voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft

VR 2024/87 Aansprakelijkheid hondenbezitter. Schade minderjarige. Dubbele redelijkheidstoets.

Jurisprudentie

Op 15 juni 2022 heeft verzoeker letsel opgelopen in het Kortenbospark in Den Haag toen zij achtervolgd werd door een pitbull. Verweerder was op dat moment de eigenaar van de hond. De politie heeft een onderzoek uitgevoerd en heeft hiervan een mutatierapport opgemaakt. Volgens het rapport is verzoeker ten val gekomen nadat de pitbull haar achterna rende. De politie heeft verweerder telefonisch geïnformeerd over het ongeval en zij had toen aangegeven de schade te willen vergoeden. Echter, verweerder heeft niet gereageerd op de brieven van gemachtigde van verzoeker over de aansprakelijkstelling

VR 2024/85 Deelgeschil. Causaal verband tussen letselschade en ongeval. Realiteitsgehalte klachten.

Jurisprudentie

Op 7 oktober 2019 werd X in zijn stilstaande auto schuin van achteren aangereden door een auto die ongeveer 40 km/u reed. Deze auto was WAM-verzekerd bij Ethias. Dekra behandelde de letselschadezaak namens Ethias en erkende aansprakelijkheid voor het ongeval. X was destijds 60 jaar en zelfstandig huisschilder. Direct na het ongeval ervaarde X weinig klachten, maar op de tweede dag had X last van nek-, schouder-, rug-, hoofdpijn en slaapproblemen. Na gezamenlijk overleg hebben experts A en B neurologische en orthopedische onderzoeken uitgevoerd. A stelt aanhoudende brandende nekpijn en

VR 2024/84 Dwarslaesie door duik in ondiep water. Schending zorgplicht. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 12 juni 2020 nam X een duik in ondiep water waardoor hij een hoge dwarslaesie opliep. X was zestien jaar oud toen dit plaatsvond. Het Landschap is de eigenaar/beheerder van het natuurgebied waar het meer gelegen is. X stelt dat het Landschap en haar verzekeraar NN aansprakelijk zijn. Zij hebben niet aan hun zorgplicht voldaan door bezoekers niet te waarschuwen voor het ondiepe water en hebben hiermee onrechtmatig gehandeld. Het Landschap en NN verwerpen de verzoeken van X. Ze stellen dat het natuurgebied in kwestie geen zwemrecreatiegebied is en dus niet onder de Wet hygiëne en veiligheid

VR 2024/82 Schadestaatprocedure. Schade na val van paard. Verzuim betaling voorschot deskundigenonderzoek.

Jurisprudentie

Op 7 april 2018 raakte A gewond tijdens een bosrit te paard die georganiseerd was door X die een stalhouderij exploiteert. Tijdens de rit sloegen de paarden op hol, waardoor A van haar paard viel en letsel opliep. In een eerdere rechtszaak was X reeds voor 70% aansprakelijk gesteld voor de schade van A. Onderhavige procedure richt zich op het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding. Op 29 maart 2023 oordeelde de rechtbank dat een deskundigenonderzoek nodig was om de claims van A te beoordelen. A stelde dat ze door het ongeval last had van verminderde energie, motorische onhandigheid