letselschade

VR 2024/85 Deelgeschil. Causaal verband tussen letselschade en ongeval. Realiteitsgehalte klachten.

Jurisprudentie

Op 7 oktober 2019 werd X in zijn stilstaande auto schuin van achteren aangereden door een auto die ongeveer 40 km/u reed. Deze auto was WAM-verzekerd bij Ethias. Dekra behandelde de letselschadezaak namens Ethias en erkende aansprakelijkheid voor het ongeval. X was destijds 60 jaar en zelfstandig huisschilder. Direct na het ongeval ervaarde X weinig klachten, maar op de tweede dag had X last van nek-, schouder-, rug-, hoofdpijn en slaapproblemen. Na gezamenlijk overleg hebben experts A en B neurologische en orthopedische onderzoeken uitgevoerd. A stelt aanhoudende brandende nekpijn en

VR 2024/84 Dwarslaesie door duik in ondiep water. Schending zorgplicht. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 12 juni 2020 nam X een duik in ondiep water waardoor hij een hoge dwarslaesie opliep. X was zestien jaar oud toen dit plaatsvond. Het Landschap is de eigenaar/beheerder van het natuurgebied waar het meer gelegen is. X stelt dat het Landschap en haar verzekeraar NN aansprakelijk zijn. Zij hebben niet aan hun zorgplicht voldaan door bezoekers niet te waarschuwen voor het ondiepe water en hebben hiermee onrechtmatig gehandeld. Het Landschap en NN verwerpen de verzoeken van X. Ze stellen dat het natuurgebied in kwestie geen zwemrecreatiegebied is en dus niet onder de Wet hygiëne en veiligheid

VR 2024/82 Schadestaatprocedure. Schade na val van paard. Verzuim betaling voorschot deskundigenonderzoek.

Jurisprudentie

Op 7 april 2018 raakte A gewond tijdens een bosrit te paard die georganiseerd was door X die een stalhouderij exploiteert. Tijdens de rit sloegen de paarden op hol, waardoor A van haar paard viel en letsel opliep. In een eerdere rechtszaak was X reeds voor 70% aansprakelijk gesteld voor de schade van A. Onderhavige procedure richt zich op het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding. Op 29 maart 2023 oordeelde de rechtbank dat een deskundigenonderzoek nodig was om de claims van A te beoordelen. A stelde dat ze door het ongeval last had van verminderde energie, motorische onhandigheid

VR 2024/76 Het Bogortuin-zwemongeval geplaatst in het licht van de Omgevingswet

Artikel
VR 2024-7-8_illu-zwemmen
Toen op 15 juni 2020 een zwemmer in de Amsterdamse Bogortuin het water in dook, besefte hij niet dat het water op die plaats maar 50 cm diep was. Hij liep ernstig letsel op, waaronder een dwarslaesie. Welke regelgeving was van toepassing op deze casus en wat is er sinds de invoering van de Omgevingswet (Ow) veranderd? In Nederland mag je overal zwemmen in het oppervlaktewater, tenzij dat verboden is. Zo is het onder meer bij wet verboden om te zwemmen bij bruggen, viaducten, in vaarroutes, en in of nabij havens. Provincies kunnen ook een zwemverbod instellen. Er staan dan borden met een zwemverbod op de locatie en het wordt aangegeven op de landelijke zwemwatersite (www.zwemwater.nl).

VR 2024/74 Beretrots op het personenschaderecht anno 2024?

Artikel
VR 2024-7-8_illu-beer
De LSA is 35 jaar oud. Reden om trots te zijn als een pauw, of apetrots, maar beretrots mag natuurlijk ook. De LSA staat als een huis in het personenschaderecht dat zij gedurende haar bestaan tot ontwikkeling heeft zien komen. Daarbij heeft zij niet alleen aan de zijlijn staan toe te kijken, zij heeft met haar leden ook een bijdrage geleverd door de agendering van thema’s (in het kader van de Symposions maar zeker ook in individuele procedures) en door te streven naar verbetering van de afwikkeling van personenschade in overleg en samenwerking met overheid en andere hoofdrolspelers. Lange tijd had de LSA daarbij de wind mee: de rechtsontwikkeling op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht vond eerst en vooral plaats in de rechtspraak van de Hoge Raad op het vlak van de personenschade en dat trok ook de aandacht van de wetenschap. In de literatuur stond de personenschade dan ook regelmatig in de schijnwerpers en dat leverde inspiratie voor nieuwe onderwerpen en vragen op. De LSA ging zo mee op de golven van rechtsvorming door de Hoge Raad op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht. De personenschade stond daarbij in de frontlinie: juist op dat vlak kon regelmatig een nieuw staaltje van rechterlijke rechtsvorming worden bijgeschreven.

VR 2024/72 Verkeersongeval auto en motor, eigen schuld, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

In dit deelgeschil staat de vraag centraal of sprake is van een verkeersovertreding, het toerekenbaar onrechtmatig handelen en zo ja, in hoeverre sprake is van eigen schuld van de motorrijder. De onderstaande feiten zijn in hoger beroep niet in geschil. Op 22 juni 2019 vond op de Leidsestraat in Hillegom een aanrijding plaats tussen een auto, een Toyota Corolla, bestuurd door X, en een motor, een Yamaha YP250, bestuurd door Y. Hierbij kwam Y ten val en liep ernstig letsel op. De Leidsestraat was een tweerichtingsweg met een dubbele doorgetrokken streep in het midden. Langs de rijbaan bevonden

VR 2024/71 Onrechtmatige daad, vliegtuigongeluk, letselschade, schadeposten.

Jurisprudentie

Op 28 mei 2012 is vliegtuig Cessna 172, eigendom van B, neergestort op de Maasvlakte. In het vliegtuig zaten de piloot en drie passagiers, waaronder A en zijn broer als passagiers. A heeft hierbij ernstig letsel opgelopen, waaronder een zware hersenschudding, traumatische heupontwrichting en een gecompliceerde dijbeenfractuur. Na operaties en revalidatie is er littekenvorming opgetreden. A was tijdens het ongeluk 10 jaar oud. A heeft B en diens verzekeraar, Euro-aviation, aansprakelijk gesteld in april 2013. In 2019 heeft een orthopedisch onderzoek plaatsgevonden, waarbij goed functioneel

VR 2024/61 Werkgeversverplichting behoorlijke verzekering verkeersongevallen voor werknemers.

Jurisprudentie
Gedaagde is een bedrijf dat nationaal en internationaal transport voor andere bedrijven regelt met geleasde bedrijfsauto's. Eiser, een student bedrijfskunde, trad op 28 maart 2017 in dienst bij gedaagde als koerier op oproepbasis. Op 11 oktober 2017 raakte eiser ernstig gewond bij een eenzijdig ongeval tijdens zijn werk, waarbij hij meerdere snelheidslimieten overtrad. Eiser liep ernstig letsel op, waaronder miltverwijdering en botbreuken. Gedaagde had een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB) zonder dekking voor motorvoertuigongevallen. Ze hadden ook een werknemersongevallenverzekering

VR 2024/60 Vrijwaringszaak, verkeersongeval, onrechtmatigheid.

Jurisprudentie

Dit betreft een vrijwaringszaak die is verbonden aan C/15/292019/ HA ZA 19-518. Automobilist X loopt met passagier Y letsel op tijdens een auto-ongeluk, waarbij ze tegen een paal in de middenberm aanbotsen. Op dezelfde rijbaan bevond automobilist B zich samen met passagier C. Automobilist X is WAM en SVI verzekerd. Automobilist X vordert een bedrag van € 435.000 van de eigen verzekeraar, NH1816. NH1816 beweert dat automobilist B onrechtmatig heeft gehandeld jegens automobilist X, waardoor de schade is ontstaan. Automobilist B is verzekerd bij ZLM. NH1816 stelt automobilist B aansprakelijk is

VR 2024/58 Verkeersongeval auto - motorscooter. Ernstige letselschade. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 28 februari 2011 was X betrokken bij een ernstig verkeersongeval in Eindhoven. Hij werd op zijn motorscooter aangereden door een rechts afslaande auto. X was destijds 17 jaar oud en liep ernstig blijvend letsel op. Uit het politieonderzoek blijkt dat X en zijn duopassagier met hoge snelheid over het fietspad reden terwijl de auto rechts afsloeg. Er werden geen remsporen gevonden. De politie concludeert dat de autobestuurder geen voorrang verleend had en dat de motorscooter de maximumsnelheid van 30 km/u ruimschoots overschreed. Verschillende getuigen hebben hun waarnemingen bevestigd. X en