Zoeken

27 resultaten gevonden

  1. 20 jaar na Taxibus: hoe de wal het schip van schokschade toch heeft doen keren

    VR-kort
    Artikel
    18 oktober 2022
    Op 22 februari 2022 namen A-G’s Spronken en Lindenberg een zeer uitgebreide, gezamenlijke conclusie, waarin zij de Hoge Raad adviseerden om het juridische kader van de aansprakelijkheid wegens confrontatie met een schokkende gebeurtenis te herzien. De A-G’s stellen onder meer voor om een helderder confrontatiecriterium te introduceren, om het vereiste van geestelijk letsel voor vergoeding van materiële schokschade te verlaten en om de vergoeding van affectieschade te absorberen in het smartengeldbedrag voor immateriële shockschade.
  2. Een algemeen en autonoom recht: over het recht op vrije advocaatkeuze en de europeanisering van het verzekeringsrecht

    VR-kort
    Artikel
    18 oktober 2022
    Op grond van het Europese recht hebben verzekerden bij een rechtsbijstandverzekering het recht om zelf een advocaat of andere gekwalificeerde rechtshulpverlener te kiezen die hun belangen behartigt in een ‘gerechtelijke of administratieve procedure’. In de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie is dit ‘recht op vrije advocaatkeuze’ door de jaren heen steeds uitgebreid.
  3. LetselLab

    VR-kort
    Cursussen en congressen
    18 oktober 2022
    LetselLab van Studiecentrum Kerckebosch en Flyct Letselschade is een interactief webinar over een actueel thema uit de branche om kennis, ervaringen en inzichten te delen.
  4. Risicoverdeling in geval van gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen

    VR-kort
    Artikel
    18 oktober 2022
    De discussie over wie aansprakelijk is voor schade als gevolg van het gebruik van ongeschikte medische hulpmiddelen houdt de gemoederen al even bezig. Dat is niet voor niets: het gaat om zaken waarin patiënten worden geconfronteerd met neveneffecten van medische hulpmiddelen. Dat kan ernstige gezondheidsschade tot gevolg hebben, soms zelfs van blijvende aard.
  5. Verzekeringsdekking en causaliteit: meer uitleg, minder dogmatiek: drie kanttekeningen en één uitwerking naar aanleiding van Hoge Raad jurisprudentie

    VR-kort
    Artikel
    18 oktober 2022
    Causaal verband speelt een wezenlijke rol bij schadeverzekering. Niet alleen is schade op zichzelf een causaal begrip, maar bovenal is causaal verband vaak een expliciet onderdeel van het verzekerd risico. Dit geldt met name voor zgn. ‘named perils’-verzekeringen, waarbij de polis dekking biedt tegen schade ‘door’, ‘als gevolg van’, ‘in verband met’, etc. bepaalde gebeurtenissen, zoals brand, storm of inbraak.
  6. Visie op de nieuwe aanpak voor het confrontatiecriterium bij shockschade en op de samenloop met affectieschade

    VR-kort
    Artikel
    18 oktober 2022
    Op 28 juni 2022 wees de Hoge Raad een spraakmakend arrest over shockschade in de strafzaak over het drama in Hoogeveen. In deze zaak werd een smartengeldclaim voor shockschade tot een bedrag van € 20.000 toegewezen van een vader die zich als benadeelde partij had gevoegd in de strafzaak tegen zijn (ex-)vrouw.
  7. VR 2022/141 Bewijs in letselschadezaken bezien vanuit de positie van de rechter

    Artikel
    De rechter komt pas in zicht als partijen er onderling niet uitkomen. Vaak zijn er dan al vele jaren verstreken na het incident dat tot schade heeft geleid. En als dan een vordering wordt ingediend (door gelaedeerde) dan komt het aan op de onderbouwing met feiten (en omstandigheden) die de grondslag van de vordering kunnen dragen. Het verloop van de tijd werkt overigens in het nadeel van beide partijen: stukken kunnen zijn zoekgeraakt, namen van andere betrokkenen zijn niet te achterhalen of getuigen weten niet meer zo goed wat er heeft plaatsgevonden. De kunst is natuurlijk voor partijen die zich nog in de voorfase van een gerechtelijke procedure bevinden, de feiten en omstandigheden rondom het incident ‘veilig te stellen’ voor het geval zij er niet uit komen en zij zich – in de toekomst – tot de rechter moeten wenden. Los van de (informele) mogelijkheid dat partijen zelf schriftelijke verklaringen vragen van personen die bij het incident waren betrokken, biedt de wet ook mogelijkheden hiertoe zoals het voorlopig getuigenverhoor. Als er problemen worden voorzien ten aanzien van het causaal verband tussen het incident en de schade, kan een voorlopig deskundigenbericht uitkomst bieden (naast natuurlijk de mogelijkheid dat de gelaedeerde zelf een medisch advies inwint5), dan wel dat partijen dat gezamenlijk doen). In bodemzaken zijn de letselschadedossiers vaak al vele, vele jaren oud, hetgeen de feitenvergaring bemoeilijkt als hierop niet goed is geanticipeerd. Voor partijen én de rechter die de zaak behandelt is dat ook frustrerend, want er moet recht worden gedaan en de rechter wil op basis van de werkelijke, vaststaande feiten een uitspraak kunnen doen. Alleen dan kan een rechtvaardige uitkomst worden bereikt, die door partijen wordt geaccepteerd. Daarom is het belangrijk dat zowel eiser als gedaagde die feiten goed kunnen presenteren: hoe dichter bij de werkelijkheid (‘de waarheid’), hoe groter de kans op acceptatie van het (Salomons)oordeel van de rechter.
  8. VR 2022/142 Verkeersongeval. Beide bestuurders maakten verkeersfout. Bewijslevering geslaagd? Mate van eigen schuld?

    Jurisprudentie

    Op 16 april 2017 wil X in de bebouwde kom linksaf slaan, wanneer Y hem inhaalt. De auto's botsen en Y raakt zwaargewond. Ze hebben beiden verkeersfouten gemaakt: X had Y ingevolge art. 18 lid 1 RVV voor moeten laten gaan en Y reed, met een snelheid van ongeveer 80 km/u, te hard. In een tussenarrest komt het hof tot de conclusie dat beide bestuurders verkeersfouten hebben gemaakt. X en zijn verzekeraar, Allianz, worden in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat X zijn richtingaanwijzer heeft gebruikt. Het hof oordeelt dat X en Allianz dit bewijs niet geleverd hebben en oordeelt dat Y 2

  9. VR 2022/143 Verzekeringsrecht; misleiding verzekeraar; benadeelde presenteert namaakartikelen als designerkleding.

    Jurisprudentie

    Op 1 mei 2015 vindt een aanrijding plaats tussen een snorfietser (A) en een fietser (B). De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. A claimt bij VB schade aan zijn scooter, jas, broek en zonnebril. Een taxateur (X) maakt in opdracht van A een taxatierapport op aan de hand van foto's van de goederen. Volgens dit rapport bedraagt de dagwaarde van de Gucci leren jas € 1.250, van de Kenzo broek € 175 en van de Cartier zonnebril € 575. Eerder dat jaar (januari 2015) had A de jas laten taxeren door Y, eveneens aan de hand van toegezonden foto's. Y schat de

  10. VR 2022/144 Snorfietser aangereden door vrachtwagen. Verzekeraar stelt gemeente aansprakelijk. Gebrekkige verkeersinstallatie?

    Jurisprudentie

    Op 1 april 2016 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden tussen snorfietser A en vrachtwagenchauffeur B, waarbij A ernstig en blijvend letsel oploopt. WAM-verzekeraar ASR betaalt schadevergoeding aan A. ASR meent dat het ongeval is ontstaan door een gebrekkige verkeersinstallatie en vordert, onder meer, een verklaring voor recht dat de gemeente Dordrecht, als bezitter van de opstal, aansprakelijk is. De rechtbank wijst de vorderingen af en overweegt hiertoe als volgt. Op de wegbeheerder rust de plicht ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in

  11. VR 2022/145 Ongeval door onduidelijke verkeerssituatie. Gemeente aansprakelijk wegens gebrekkige weginrichting.

    Jurisprudentie

    Op 26 april 2016 vond een verkeersongeval plaats, waarbij motorrijder X en autorijder A betrokken waren. X liep hierbij letsel op. X vordert in deze procedure, onder meer, een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is op grond van art. 6:174 BW, dan wel art. 6:162 BW. Hij stelt dat de weginrichting gebrekkig is, nu de verkeerssituatie bij het kruispunt waar het ongeval heeft plaatsgevonden onduidelijk en gevaarlijk is. De geparkeerde auto's ontnamen namelijk het zicht op het geplaatste waarschuwingsbord J8 en op (het verkeer komend uit) de zijstraat. De rechtbank verklaart voor

  12. VR 2022/146 Klachten na ongeval in 2009. Causaliteit. Waardering deskundigenberichten. Vaststellen schadeposten.

    Jurisprudentie

    Op 1 augustus 2009 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden. Een afslaande vrachtwagen zag een auto over het hoofd, waarna de auto om zijn as tolde, tegen twee auto's botste en uiteindelijk frontaal tegen de auto van X aan botste. X stelt aan het ongeval nek- en rugpijn, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, vergeetachtigheid, en concentratie- en woordingvindingsproblemen te hebben overgehouden. Allianz, bij wie de vrachtwagen was verzekerd, erkent aansprakelijkheid voor het ongeval. Na ruim twaalf jaar zijn partijen het nog altijd niet eens over de

  13. VR 2022/147 Geen authentieke aanrijding; ongeval door X in scène gezet. X heeft onrechtmatig en maatschappelijk onbetamelijk gehandeld.

    Jurisprudentie

    Op 15 januari 2020 zou X, als bestuurder van een Land Rover, betrokken zijn geweest bij een aanrijding met B, als bestuurder van een bij Bo-Rent gehuurde bestelbus. Een dag later stuurt X een e-mail over de vermeende aanrijding, met een ingevuld aanrijdingsformulier, naar Allianz, de verzekeraar van Bo-Rent. X stelt Allianz aansprakelijk en verzoekt Allianz een expert in te schakelen voor de schade aan zijn auto. Allianz neemt de schade in behandeling, maar neemt nog geen standpunt in over de aansprakelijkheid. Daarnaast wil zij de Land Rover aan een nadere technische inspectie bij

  14. VR 2022/148 Weigering medewerking bloedonderzoek na eenzijdig ongeval. Verzekeraar keert terecht niet uit, maar legt onterecht boete op. Geen sprake van fraude/opzet tot misleiding.

    Jurisprudentie

    In de nacht van 28 op 29 oktober 2016 overkomt X een eenzijdig ongeval terwijl hij reed in de auto van Y, zijn vader. X raakt gewond en de auto raakt beschadigd. In de ambulance naar het ziekenhuis is X onderworpen aan een ademtest. De uitkomst ('P/A') overschrijdt de wettelijke alcohollimiet van X als beginnend bestuurder. Om deze reden neemt het ziekenhuis contact op met de politie, waarop een opsporingsambtenaar X in het ziekenhuis meerdere malen vraagt mee te werken aan een bloedonderzoek. X weigert telkens. De auto van Y was verzekerd bij Achmea. Op het aanrijdingsformulier vult Y in dat

  15. VR 2022/149 Fietsongeval; oneffenheid in wegdek; gemeente niet aansprakelijk.

    Jurisprudentie

    In 2018 doet fietser A mee aan een recreatieve fietstoertocht in Brabant. A rijdt in een groep van acht fietsers, die in tweetallen naast elkaar fietsen. A rijdt voorop aan de rechterzijde. Bij het voorsorteren om linksaf te gaan, valt A op een verkeersdrempel. De drempel bestaat uit betonplaten met bovenop klinkers. Als gevolg van de val heeft A diverse ernstige fracturen, een klaplong en een hersenschudding. A vordert een verklaring voor recht dat de gemeente Oss (B) aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval op grond van art. 6:174 lid 2 BW. Volgens A bleef zijn voorwiel

  16. VR 2022/150 X valt als kind van pony. Eigen schuld; billijkheidscorrectie; matiging wegens onaanvaardbare gevolgen.

    Jurisprudentie

    Op 16 januari 2008 komt de 7-jarige X tijdens een paardrijles ten val. Haar pony schrok van de pony die voor X reed en maakte een onverwachte beweging, waardoor X ten val kwam. Zij liep een open botbreuk en zenuwschade op, waarvoor zij twee keer geopereerd moest worden. Dertien jaar later heeft zij nog steeds, onder meer, krachtverlies en gevoelloosheid in haar arm en benen. Ze verzoekt een verklaring voor recht dat het paardrijbedrijf aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval en verzoekt een voorschot op de schadevergoeding. Het paardrijbedrijf erkent risicoaansprakelijkheid

  17. VR 2022/151 Naast voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger aangereden. Getuigenverklaringen. Eigen schuld. Billijkheidscorrectie.

    Jurisprudentie

    Op 18 februari 2021 is voetgangster X, terwijl het donker was en het regende, bij het oversteken aangereden door automobilist Y. Hierbij liep X ernstig letsel op. Achmea, de WAM-verzekeraar van de auto, meent dat X eigen schuld bij het ongeval heeft. X verzoekt een verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor haar schade en gehouden is de volledige schade te vergoeden. De rechtbank verklaart voor recht dat Achmea aansprakelijk is voor 90% van de schade van X en gehouden is 90% van de schade te vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. Achmea stelt dat X eigen schuld heeft aan het

  18. VR 2022/152 Is tussen partijen een eindregeling tot stand gekomen? Begroting buitengerechtelijke kosten: dubbele redelijkheidstoets.

    Jurisprudentie

    Op 29 september 2018 is fietser X aangereden door een bij De Goudse verzekerde auto. Hierdoor loopt zij een breuk in haar scheenbeen op, waaraan zij geopereerd moet worden. Daarnaast zijn enkele zaken van haar beschadigd. De Goudse erkent aansprakelijkheid en partijen treden in onderhandeling over een schaderegeling. De Goudse doet een aanbod voor een slotuitkering (exclusief buitengerechtelijke kosten) voor de letselschade van X. Voor de beoordeling van de buitengerechtelijke kosten verzoekt zij Van der Zwan, de belangenbehartiger van X, om zijn slotdeclaratie op te sturen. Een paralegal van

  19. VR 2022/153 Partijen zijn gebonden aan rapport van gezamenlijk benaderde deskundige.

    Jurisprudentie

    Op 15 mei 2016 botst een bij Aegon verzekerde auto tegen de auto van de Russische X. Aegon erkent aansprakelijkheid. Partijen schakelen gezamenlijk een neuroloog, psychiater en neuropsycholoog A in om de klachten van X te onderzoeken. Aegon schakelt neuropsycholoog B in, die de conclusies van A bestrijdt. X verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat de rapportage van A als bindend uitgangspunt geldt voor de vaststelling van de schade. De rechtbank wijst de verzoeken toe en overweegt als volgt. Uitgangspunt is dat partijen gebonden zijn aan de uitkomsten van de deskundigen die ze

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!