eigen schuld

VR 2022/73 Ongeval paragliding; vliegschool aansprakelijk; eigen schuld; exoneratiebeding.

Jurisprudentie
In 2012 heeft A als deelnemer deelgenomen aan een (week)cursus paragliding bij B. A had toen al enige vliegervaring. B heeft op enig moment aan A een nieuw vliegscherm ter beschikking gesteld. A kreeg dit scherm vanaf het begin af aan niet onder controle, waardoor hij in een flatspin is terechtgekomen. De noodparachute ging daarbij niet open, waardoor A hard op de grond is terechtgekomen. A heeft hierbij zwaar letsel opgelopen. A vordert van B vergoeding van de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van dit ongeval. Volgens A had B aan A niet het betreffende vliegscherm ter

VR 2022/72 Val in smeerkuil; kelderluikcriteria; dekking verzekering.

Jurisprudentie
A en B wonen in een buitengebied in Noord-Nederland. Op een dag passeert A het erf van B, waar B met zijn knecht C bezig is zijn tractor schoon te maken. A biedt B aan dat hij gebruik kan maken van zijn hogedrukspuit met heet water. A, B en C vertrekken daarop naar het erf van A om daar de tractor verder schoon te maken. Op het erf van A begint C met de schoonmaak van de tractor, terwijl A en B praten over de nieuw aangeschafte kiepwagen van A. De kiepwagen staat in de loods van A boven een smeerkuil. Achter de kiepwagen staat - over de voorkant van de smeerkuil - een shovel geparkeerd. A en B

VR 2022/49 Arbeidsongeval met heftruck en voetganger in loods.

Jurisprudentie
A (18 jaar oud) heeft een bijbaantje bij B. Op 3 april 2017 rijdt in de loods van B een heftruck (kooi-aap) over de voet van A. De bestuurder van de heftruck (X) werkt bij C. De eigenaar van de heftruck is D. C en D zijn WAM-verzekerd bij V. Het rapport van de Inspectie ZSW vermeldt dat het ongeval heeft plaatsgevonden tijdens het helpen lossen van een vrachtwagen van C met tapijtrollen. A liep samen met een collega naast de stapvoets rijdende heftruck (de een aan de linkerkant, de ander aan de rechterkant) mee naar de losplaats in het magazijn. Tijdens het meelopen naar de losplaats is de

VR 2022/46 Aanrijding auto en fietser; voorrang; rijrichting; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 3 december 2018 om 6:40 uur fietst V - tegen de rijrichting in - op het fietspad naast weg X. Automobilist A rijdt dan (in tegengestelde richting) op weg X en slaat rechtsaf weg Y in. Die afslag is gelegen op een brede drempel, waarover ook het fietspad loopt. Op de drempel staat op dat moment een bestelbus die vanuit weg Y weg X wil oprijden. A heeft hierdoor geen goed zicht op het fietspad aan zijn linkerzijde, waar V rijdt. A komt bij het inrijden van weg X in botsing met V, die voor A van links kwam, van achter de bestelbus. Als gevolg van het ongeval loopt V ernstig letsel op aan zijn

VR 2022/39 Soliste valt op podium. Heeft concertgebouw gevaarzettende situatie gecreëerd? Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

Jurisprudentie
X is professioneel musicus en zangeres. Op 12 januari 2019 komt zij na afloop van de generale repetitie voor een concert ten val. Zij struikelt over een schriklat die technici op het podium hadden laten liggen, waarbij ze letsel oploopt aan haar linkerarm en -schouder. X vordert een verklaring voor recht dat De Doelen, exploitant van het concertgebouw, aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Ze stelt dat De Doelen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, omdat De Doelen een gevaarzettende situatie zou hebben gecreëerd. De Doelen ontkent dit, stelt dat sprake is van een ongelukkige

VR 2022/32 Aanrijding auto en motor. Eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Motorrijder X komt na een aanrijding met een auto, bestuurd door Y, ten val. X houdt hier ernstig letsel aan over, dat leidt tot een ernstige complicatie (hydrothorax). X verzoekt een verklaring voor recht dat Y en Achmea, de verzekeraar van Y, aansprakelijk zijn voor de geleden schade, aangezien Y een verkeersfout maakte. Y kwam uit een uitrit en had op grond van art. 54 RVV dus voorrang moeten verlenen aan X. Y en Achmea stellen dat Y het ongeluk niet heeft veroorzaakt en, subsidiair, dat X een grote mate aan eigen schuld bij het ongeluk heeft.De rechtbank overweegt dat Y en Achmea voor 40%

VR 2022/15 Kind beschadigt andermans auto; risicoaansprakelijkheid ouder; 100% eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 16 februari 2018 heeft A aan haar aansprakelijkheidsverzekeraar (B) gemeld dat haar driejarige zoon (X) het panoramadak en de motorkap van de Volkswagen van een vriend (C) heeft vernield. X was met C mee in de auto. Toen C ging tanken, zou X zijn veiligheidsgordel hebben opengemaakt, het panoramadak hebben geopend en daaraan zijn gaan hangen. Ook zou hij een blikje frisdrank door het dak naar buiten hebben gegooid op de motorkap. Het panoramadak kon open, omdat C het contact had "aangelaten". A heeft haar vordering op B overgedragen aan C. C stelt dat A op grond van art. 6:169 lid 1 BW

VR 2021/150 Automobilist rijdt voetganger aan; aansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 11 januari 2020 rond 9:25 uur steekt voetganger A weg X over op een oversteekplaats zonder voorrang voor voetgangers. Automobilist B draait op hetzelfde moment weg X op. B ziet A te laat. A wordt aan het einde van zijn oversteek geraakt door de rechterzijde van de motorkap van de auto van B. Als gevolg van deze aanrijding loopt A letsel op. De WAM-verzekeraar van de auto (VB) erkent aansprakelijkheid voor het ongeval voor 50%. A verzoekt een verklaring voor recht dat VB voor 100% aansprakelijk is voor zijn schade als gevolg van het ongeval.Vaststaat dat VB op grond van art. 185 WVW

VR 2021/122 Aanrijding auto en fiets; automobilist 100% aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is een fietser (A) aangereden door een automobilist (B). Voorafgaand aan het ongeval fietste A op een fietspad naast een ventweg, B reed op de ventweg. B is bij het oversteken van het fietspad rechtsaf geslagen, terwijl A op de fiets van rechts kwam. B heeft A niet gezien en is tegen de linker zijkant van A gereden, waardoor A is gevallen. Een getuige (G) heeft 112 gebeld en A is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. G heeft aan de politie verklaard dat zij zag dat A voorafgaand aan het ongeval met haar telefoon "bezig was". Tussen partijen is niet in geschil dat de WAM

VR 2021/114 Fietser valt over biggenrug; wegbeheerder aansprakelijk; eigen schuld.

Jurisprudentie
In de nacht van 12 op 13 januari 2019 is fietser A gevallen op een kruising van straat X met straat Y. A kwam vanuit straat X rijden. Op de kruising stak zij schuin over om linksaf te slaan straat Y in. A is toen gevallen over een biggenrug die als afscheiding diende tussen het fietspad en de rijbaan aan straat Y. Aan weerszijden van de biggenruggen was een doorgetrokken witte belijning aangebracht. De biggenruggen hadden de kleur van het asfalt, gelijk aan de rijbaan. Het fietspad was rood. Links van de ingang van het fietspad stond een verkeerszuil met een verkeersbord dat een verplicht