eigen schuld

VR 2018/146 Ski-ongeval; gevaarzetting; overtreding FIS-regels; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres en gedaagde zijn bij het afdalen van een skipiste met elkaar in botsing gekomen. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de door haar geleden schade, nader op te maken bij staat. Zij stelt dat gedaagde de zgn. FIS-regels (='verkeersregels' voor op de piste) heeft overtreden doordat hij haar met te hoge snelheid en op te kleine afstand heeft ingehaald, waarbij hun ski's elkaar hebben geraakt en eiseres ten val is gekomen. In (voorwaardelijke) reconventie vordert gedaagde een verklaring voor recht dat de eventuele schadevergoedingsverplichting is vervallen, althans

VR 2018/134 Verkeersongeval; inhalen; afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 16 november vond omstreeks 16.50 uur op de Lunterseweg een ongeval plaats tussen eiser (motorrijder) en gedaagde (automobilist). De ter plaatse toegestane maximumsnelheid is 80 km/u. Eiser reed met die snelheid en begon de langzamer rijdende gedaagde in te halen op de weghelft voor tegenoverliggend verkeer. Terwijl eiser zich volledig op die weghelft bevond, ongeveer 10 meter linksachter gedaagde, sloeg deze linksaf. Daarbij zijn eiser en gedaagde in botsing gekomen en heeft eiser ernstig (blijvend) letsel opgelopen. Nadat een voorlopig getuigenverhoor had plaatsgevonden, heeft eiser

VR 2018/117 Deelgeschil; aanrijding tussen personenauto en lijnbus.

Jurisprudentie
Aanrijding tussen personenauto en lijnbus. Verzoekster zat als bijrijder in de personenauto, die voorrang moest verlenen aan de van rechts komende bus. De WAM-verzekeraar van Connexxion heeft aansprakelijkheid afgewezen. Verzoekster acht de bestuurder van de bus aansprakelijk, onder meer omdat hij te hard zou hebben gereden. Volgens Achmea daarentegen zou het ontstaan van het ongeval uitsluitend te wijten zijn aan de bestuurder van de personenauto. De rechtbank oordeelt dat de verkeersfout van de bestuurder van de personenauto, ten onrechte geen voorrang verlenen, zwaar weegt. Ook aan de zijde

VR 2018/113 Deelgeschil. Aanrijding bij inhalen/afslaan; eigen schuld.

Jurisprudentie
A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom. Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker. Niet is komen vast te staan dat verzoeker voor A nog niet te

VR 2018/110 Aansprakelijkheid zwembad voor ongeval bij afdaling waterglijbaan.

Jurisprudentie
Eiser ging als 16-jarige op zijn knieën van de familieglijbaan in een zwembad. Hij is daarbij met zijn hoofd op de bodem van het zwembad terechtgekomen en heeft een hoge dwarslaesie opgelopen. Een deskundige aan de zijde van eiser heeft onder meer opgemerkt dat (1) het risico op een gevaarlijke 'landing' bij een familieglijbaan groter is dan bij gewone glijbanen, dat (2) dit risico nog groter is bij onreglementaire wijzen van afdalen (zoals hier aan de orde) en dat (3) het aantal ongevallen bij familieglijbanen in het algemeen ca. 5 keer zo groot is als bij andere glijbanen. Gelet op deze

VR 2018/109 Aanrijding vrachtwagen met nagenoeg stilstaande personenauto;
eigen schuld.

Jurisprudentie
Eisers zijn een Poolse vrachtwagenchauffeur en diens echtgenote. Op 30 september 2015 is eiser met zijn vrachtwagen op een autoweg achterop een (nagenoeg stilstaande) personenauto gereden, waarbij de inzittenden van de personenauto om het leven zijn gekomen en zware schade aan de vrachtwagencombinatie is ontstaan. Eisers hebben de WAM-verzekeraar van de personenauto aansprakelijk gesteld. De rechtbank stelt voorop dat de Nederlandse rechter bevoegd is (art. 2 lid 1 EEX-Verordening) en dat Nederlands recht van toepassing is (art. 3 Haags Verkeersongevallenverdrag). Op grond van

VR 2018/97 Deelgeschil; val van paard, eigen schuld; kosten deelgeschil.

Jurisprudentie
Verzoekster volgde bij verweerder, een manege, een paardrijles. Het paard waar zij op zat weigerde over een hindernis te springen en bewoog in plaats daarvan onverwacht naar links. Verzoekster is daarbij van het paard gevallen en heeft ernstig rugletsel opgelopen, met 6% blijvende invaliditeit gehele persoon tot gevolg. Tussen partijen is niet in geschil dat de manege aansprakelijk is; er bestaat wel onenigheid over het al dan niet bestaan van eigen schuld. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat er in verband met de specifieke omstandigheden van het geval (onder meer haar jonge leeftijd

VR 2018/95 Deelgeschil, verkeersongeval, eigen schuld,
billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Verzoekster is door A aangereden terwijl zij een voorrangsweg wilde oprijden en heeft daarbij ernstig letsel opgelopen. A reed (zo blijkt uit een verkeersongevallenanalyse) ca. 72 km/u waar ter plaatse 50 km/u is toegestaan. De verkeersongevallenanalyst concludeerde dat het ongeval zich niet zou hebben voorgedaan als A zich aan de toegestane maximumsnelheid zou hebben gehouden. A is door de politierechter veroordeeld wegens overtreding van art. 5 WVW. Verzoekster stelt dat zij geen fout heeft gemaakt en dat Achmea (de WAM-verzekeraar van A) de schade derhalve volledig dient te vergoeden

VR 2018/88 Schade door paard; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Appellante is door het paard van geïntimeerde omver gelopen toen zij in de wei bezig was met het vullen en/of schoonmaken van de waterbakken. Vast staat dat geïntimeerde op grond van art. 6:179 BW jegens appellante aansprakelijk is; in deze procedure staat centraal of de kantonrechter met recht 70% eigen schuld aan de zijde van appellante heeft aangenomen. De redenering van de kantonrechter komt erop neer dat appellante, als ervaren ruiter, bij uitstek bekend mocht worden verondersteld met de onberekenbaarheid van een paard en het daaruit voortvloeiende risico bij verblijf in de wei, zodat

VR 2018/76 Deelgeschil; art. 185 WVW, eigen schuld.

Jurisprudentie
Deelgeschil. Verzoekster is op de fiets aangereden door Y. De oprit van de woning van haar ouders grenst aan de straat de Breede. Verzoekster wilde deze weg oversteken om aan de rechterzijde van de weg naar Bafflo te fietsen. Zij stak daartoe over, vlak voor een groep fietsers die de andere kant op ging. Deze groep fietsers was op dat moment nog ca. 2 meter van verzoekster verwijderd. Op het moment dat zij overstak werd zij aangereden door Y, die op zijn bromfiets de groep fietsers inhaalde. Verzoekster heeft onder meer een hersenschudding opgelopen. Univé heeft, als WAM-verzekeraar van Y, 50%