eigen schuld

VR 2018/11 Deelgeschil. Verkeersongeval motorrijder en fietser; reflexwerking 185 WVW.

Jurisprudentie
Verzoeker reed met zijn motor op een weg met aan weerszijden fietspaden. Op een kruising is hij gestopt achter een Jeep die naar links wilde afslaan. Hij heeft deze Jeep vervolgens rechts gepasseerd. Daarbij is hij in botsing gekomen met verweerder, die aan de verkeerde kant van de weg fietste. De WA-verzekeraar van verweerder heeft aangeboden 40% van de schade te vergoeden. Verzoeker wenst zijn volledige schade vergoed te zien. Primair stelt hij dat er sprake is van overmacht aan zijn kant, subsidiair dat de fouten aan de zijde van verweerder zozeer hebben bijgedragen aan het ontstaan van het

VR 2018/08 Motorongeval; aansprakelijkheid landbouwer i.v.m. onvoldoende schoonmaken van de weg.

Jurisprudentie
Eiser is in september 2013 met zijn motor ten val gekomen, naar eigen zeggen omdat de weg glad was als gevolg van modder die niet was opgeruimd nadat met een of meerdere bij Univé verzekerde landbouwvoertuig(en) over de weg was gereden. Hij is in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat (1) de weg inderdaad glad was door modder, (2) deze modder de weg was opgereden door een bij Univé verzekerd landbouwvoertuig en (3) de slip is veroorzaakt door deze gladheid. Naar het oordeel van de rechtbank is hij op al deze punten geslaagd in de bewijsopdracht. Van de bestuurder van het voertuig (X) mocht

VR 2018/06 Verkeersongeval; eigen schuld; (doorbreking) causaal verband.

Jurisprudentie
Eiser reed op een motor op een voorrangsweg. Gedaagde (automobilist) verleende hem geen voorrang, waarop zij in botsing kwamen. Gedaagde is niet verzekerd. Gedaagde stelt dat eiser (1) niet beschikte over een geldig rijbewijs en (2) geen licht voerde (het ongeval vond plaats op 10 december om 23.35 uur). Hij doet op basis van die omstandigheden primair een beroep op overmacht en subsidiair op eigen schuld. Het gerecht verwerpt het beroep op overmacht en bespreekt dan het beroep op eigen schuld. De omstandigheid dat eiser niet beschikte over een geldig rijbewijs volgt uit de stukken; de

VR 2017/147 Aansprakelijkheid manege voor val van paard.

Jurisprudentie
Gedaagde (een manege) had het paard P in bruikleen. Eiseres reed daarop tijdens een rijles. Het paard schrok (kennelijk van het geluid van een tractor) en maakte een hoofdbeweging. Eiseres is daarop van het paard gevallen en heeft letsel opgelopen, waaronder beschadigde nekwervels. Zij vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de manege aansprakelijk is voor haar schade. De manege verweert zich met een beroep op de 'tenzij-clausule': bewust toelaten van de hoofdbeweging zou niet onrechtmatig zijn geweest, omdat het een beweging was waarmee iedere ruiter zou moeten kunnen omgaan

VR 2017/146 Aansprakelijkheid wegbeheerder, paard, eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres liep met haar paard aan de hand op een voetgangerspad in een natuurgebied. Toen zij een bruggetje overstak, zakte het paard door het bruggetje en liep daarbij letsel op. Eiseres stelt de beheerder van het natuurgebied aansprakelijk. De rechtbank wijst de vorderingen gedeeltelijk toe. De rechtbank verwerpt allereerst het beroep van de beheerder op de klachtplicht (eiseres zou de beheerder, door een en ander pas twee maanden na het ongeval aan de beheerder te melden, in zijn belangen hebben geschaad). Een melding na twee maanden is in beginsel tijdig en het is niet duidelijk waarom de

VR 2017/138 Deelgeschil; aansprakelijkheid voor val van paard; eigen
schuld?

Jurisprudentie
Verweerder bezat hobbymatig twee paarden, die hij op enige afstand van zijn woning bij een boerderij had gestald. Hij had twee vriendinnen van verzoekster toestemming gegeven om zijn paarden te verzorgen en te berijden, op voorwaarde dat (1) zij hem steeds om toestemming zouden vragen om op een gegeven moment te gaan rijden en (2) zij dan niet op de openbare weg zouden gaan rijden. Op 30 december 2012 is verzoekster (toen 13 jaar oud) samen met deze vriendinnen naar de stal gegaan. Verweerder had de vriendinnen van verzoekster vooraf telefonisch toestemming gegeven om te gaan rijden

VR 2017/136 Deelgeschil; sport- en spelsituatie; aansprakelijkheid; geen
eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker en verweerder maken beiden deel uit van hetzelfde voetbalteam. Het team is een dagje uit geweest naar Duitsland, waar zij onder meer een ijsvoetbalspel hebben gespeeld. Daarbij wordt een voetbalwedstrijd gespeeld op een ijsbaan, waarbij de deelnemers worden beschermd door grote plastic ballen die zij aantrekken. Na afloop van de wedstrijd (het fluitsignaal van de scheidsrechter had geklonken) wilde verzoeker de ijsbaan verlaten. Hij had de bal reeds uitgetrokken, toen verweerder (die de bal nog droeg) hem een duw in de rug gaf. Mede door de extra verende kracht van de bal kwam die

VR 2017/135 Letsel vrachtwagenchauffeur door in dronken bui op treeplank
andere vrachtwagen te klimmen die vervolgens is gaan rijden. 'Vervoerd worden'.
Geen overmacht. Wel eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Verzoeker is een Poolse vrachtwagenchauffeur. Op 28 mei 2011 bevond hij zich 's avonds op een parkeerplaats, evenals (onder meer) de Roemeense vrachtwagenchauffeur A. In een dronken bui is verzoeker op de treeplank van de vrachtwagen van A geklommen en heeft hij onder meer op de ruiten gebonkt. A heeft geroepen dat hij moest stoppen en is op een gegeven moment weggereden om zich aan de situatie te onttrekken. Een getuige verklaart dat verzoeker daarbij van de treeplank is gevallen. Hij heeft ernstig letsel opgelopen aan zijn onderbenen. Verzoeker heeft de WAM-verzekeraar van A aansprakelijk

VR 2017/099 Aanrijding persoon op de snelweg; aan opzet grenzende
roekeloosheid?

Jurisprudentie
Eiser reed in november vroeg in de morgen op de snelweg toen hij een lekke band kreeg. Hij heeft zijn auto tot stilstand gebracht op de wisselrijstrook, die dient als zowel uit- als invoegstrook. Eiser is vervolgens uitgestapt en naar achteren gelopen om zijn gevarendriehoek uit de kofferbak te pakken. Op dat moment is hij aangereden door X. Ten tijde van het ongeval was het nog donker en was het druk op de weg. De wisselrijstrook ligt in het verlengde van een vluchtstrook en gaat na enkele kilometers opnieuw over in een vluchtstrook. De WAM-verzekeraar van X (ZLM) weigert aansprakelijkheid te

VR 2017/49 Deelgeschil; verkeersongeval auto en fietser, overmacht.

Jurisprudentie
Automobilist X stond op een smalle weg (ca. 3 meter breed) half in de berm stil om een tegemoetkomende auto (Y) te laten passeren. De weg is zo smal dat auto's elkaar in beginsel alleen kunnen passeren als één auto voor de andere uitwijkt. Terwijl Y langs X reed, fietste verweerder op een racefiets met hoge snelheid tussen de auto's door. Hij raakte daarbij spiegel van de auto van X en kwam ten val. De WAM-verzekeraar van X vraagt een verklaring voor recht dat sprake is van overmacht in de zin van art 185 WVW. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van overmacht. Van het feit dat X zijn auto