eigen schuld

VR 2017/23 Aansprakelijkheid wegbeheerder; scheur in wegdek.

Jurisprudentie
De tienjarige X keerde in de schemer terug van het strand, met K achterop en P op de fiets achter hen. Tijdens een vrij steile afdaling in het duinpad kwam zij ten val, waarbij zij hersenletsel heeft opgelopen. Op de plaats van het ongeval zat een scheur in het fietspad van ongeveer 5 meter in de lengterichting, met aan het eind een andere scheur er haaks op. De moeder van X (appellante) heeft de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk gesteld. Een door appellante ingeschakelde deskundige (Y) heeft vastgesteld dat de weg ter plaatse niet voldeed aan de CROW-normen en er ook anderszins niet zo

VR 2017/01 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders

Artikel
VR 2017/1 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders Mr. Pauline Woudenberg * * Advocaat te Haarlem. Inleiding Het dragen van een veiligheidsgordel in de auto is sinds 1975 wettelijk verplicht. 1) In veel gevallen kan een gordel de kans op ernstig letsel drastisch verminderen. 2) Toch kunnen zich situaties voordoen waarin de gordel het ontstaan van letsel niet kan voorkomen. De vraag rijst wat de consequenties zijn voor de automobilist die geen gordel draagt en in een ongeval verzeild raakt, terwijl een andere partij aansprakelijk is voor de schade. De directe oorzaak van het ongeval

VR 2017/14 Aanrijding fietsster, eigen schuld, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Ongeval tussen fietsster en automobilist. Eiseres was 15 jaar oud en kwam uit de fietsenstalling van school. Zij moest twee rijbanen oversteken en deed dit toen de eerste rijbaan vrij was, kennelijk zonder (voldoende) te kijken of ook de tweede rijbaan vrij was. Zij is daarop aangereden door Y. Niet in geschil is dat de verzekeraar van Y aansprakelijk is en dat er geen sprake is van overmacht. De verzekeraar wil 70% vergoeden, maar eiseres wil volledige vergoeding. De rechtbank stelt voorop dat het gevaar van het besturen van een motorvoertuig al volledig is verdisconteerd in de 50%-regel

VR 2017/07 Kop-staartbotsing; (geen) eigen schuld.

Jurisprudentie
Op 24 april 2009 vond er op de N242 een kop-staartbotsing plaats, waarbij X (WAM-verzekerd bij de rechtsvoorganger van Allianz) achterop geïntimeerde is gebotst. Geïntimeerde stelt Allianz aansprakelijk op grond van het feit dat X niet erin is geslaagd om haar auto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, en daarmee de verplichting van artikel 19 RVV heeft geschonden. Allianz verweert zich door te stellen dat geïntimeerde een noodstop heeft gemaakt terwijl X dat niet hoefde te verwachten. Het hof stelt voorop dat het enkele feit dat

VR 2016/175 Deelgeschil; verkeersaansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is, rijdend op een motor, in een 30 km/u-zone met een veel te hoge snelheid tegen een auto aangereden die uit een parkeervak kwam. Hij heeft de bestuurder van deze auto aansprakelijk gesteld op grond van overtreding van art. 54 RVV, dat bepaalt dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren het overige verkeer moeten laten voorgaan. De bestuurder heeft aangevoerd dat hij geen rekening hoefde te houden met de buitensporige snelheidsovertreding van verzoeker. De rechtbank overweegt dat iedere verkeersdeelnemer tot op zekere hoogte rekening dient te houden met fouten van andere

VR 2016/173 Verkeersongeval; eigen schuld; gordelkorting;
billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Verzoeker reed bij een bedrijfsuitje als passagier mee in een tuktuk (een gemotoriseerde driewieler) toen deze van de weg raakte en tegen een boom tot stilstand kwam, waarbij verzoeker eruit geslingerd werd. Hij droeg op dat moment niet de in de tuktuk aanwezige gordel. Bij het ongeval heeft hij ernstig letsel opgelopen en hij is blijvend invalide geraakt. De tuktuk was eigendom van evenementenbedrijf Y en WAM-verzekerd bij Unigarant (verweerder). Verweerder heeft aansprakelijkheid erkend, maar is uitgegaan van een eigen schuld van 25% omdat verzoeker geen gordel droeg. Verzoeker stelt dat dit

VR 2016/159 Deelgeschil; val van rijdende aanhanger; eigen schuld?

Jurisprudentie
Verzoeker (X) verrichte op 15 april 2013 wegwerkzaamheden, waarbij hij op een aanhangwagen zat achter een door Y bestuurde bestelauto. Hij moest daarbij afzetschilden in de berm gooien. Op enig moment is hij, staand op de aanhangwagen, gevallen en eerst tussen de bestelauto en de aanhangwagen, vervolgens onder de aanhangwagen terecht gekomen. Y is voor dit voorval in verband met overtreding van artikel 5 Wegenverkeerswet strafrechtelijk veroordeeld tot een boete. X acht Y aansprakelijk en stelt daartoe dat Y, door toe te staan dat X zich tijdens het rijden op de open aanhangwagen zonder enige

VR 2016/158 Deelgeschil; art. 185 WVW; eigen schuld;
billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Benadeelde is op een kruising door rood licht gefietst en daarbij aangereden door een auto die 70 km/uur reed waar 50 km/uur was toegestaan. Zij heeft daarbij ernstig hersenletsel opgelopen. De verzekeraar heeft aangeboden 75% van de schade te vergoeden, maar benadeelde vordert 90%. Tussen partijen is niet in geschil dat er geen sprake is van overmacht - het geschil is beperkt tot de mate van eigen schuld. De stelling dat de verkeersfout van de automobilist vele malen groter is dan die van benadeelde volgt de rechtbank niet: een substantiële overschrijding van de maximumsnelheid is een

VR 2016/157 Aansprakelijkheid voor val van paard bij proefrit.

Jurisprudentie
Ervaren dressuurrijdster (eiseres) valt tijdens een proefrit door onberekenbaar gedrag van de pony en loopt ten gevolge van de val letsel op. Aan de orde is de vraag of de val van de pony, en de dientengevolge opgelopen schade, het gevolg is van de eigen energie van de pony, of te wijten is aan gedragingen van de berijdster. Van tevoren was aan berijdster uitgelegd dat de pony jong was en op een bepaalde manier bereden moest worden. Verweer van de eigenaar van de pony is dat berijdster de pony teveel been heeft gegeven en haar handen te hoog heeft gehouden, en dat dit het onberekenbare gedrag

VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet?

Artikel
VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet? Mrs. R. Rutten en V. Oskam * * Beiden advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, mr. Oskam is tevens redacteur van Verkeersrecht. De aanleiding voor het schrijven van dit artikel vormt een beschikking in deelgeschil d.d. 18 april 2016 waarbij de rechtbank tot het oordeel kwam dat sprake was van overmacht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. 1) Dit lijkt op het eerste gezicht een uitzondering op de uit de jurisprudentie en literatuur af te leiden ‘hoofdregel’ dat zelden of nooit sprake zal zijn van een geslaagd