eigen schuld

VR 2017/147 Aansprakelijkheid manege voor val van paard.

Jurisprudentie
Gedaagde (een manege) had het paard P in bruikleen. Eiseres reed daarop tijdens een rijles. Het paard schrok (kennelijk van het geluid van een tractor) en maakte een hoofdbeweging. Eiseres is daarop van het paard gevallen en heeft letsel opgelopen, waaronder beschadigde nekwervels. Zij vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de manege aansprakelijk is voor haar schade. De manege verweert zich met een beroep op de 'tenzij-clausule': bewust toelaten van de hoofdbeweging zou niet onrechtmatig zijn geweest, omdat het een beweging was waarmee iedere ruiter zou moeten kunnen omgaan

VR 2017/146 Aansprakelijkheid wegbeheerder, paard, eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres liep met haar paard aan de hand op een voetgangerspad in een natuurgebied. Toen zij een bruggetje overstak, zakte het paard door het bruggetje en liep daarbij letsel op. Eiseres stelt de beheerder van het natuurgebied aansprakelijk. De rechtbank wijst de vorderingen gedeeltelijk toe. De rechtbank verwerpt allereerst het beroep van de beheerder op de klachtplicht (eiseres zou de beheerder, door een en ander pas twee maanden na het ongeval aan de beheerder te melden, in zijn belangen hebben geschaad). Een melding na twee maanden is in beginsel tijdig en het is niet duidelijk waarom de

VR 2017/138 Deelgeschil; aansprakelijkheid voor val van paard; eigen
schuld?

Jurisprudentie
Verweerder bezat hobbymatig twee paarden, die hij op enige afstand van zijn woning bij een boerderij had gestald. Hij had twee vriendinnen van verzoekster toestemming gegeven om zijn paarden te verzorgen en te berijden, op voorwaarde dat (1) zij hem steeds om toestemming zouden vragen om op een gegeven moment te gaan rijden en (2) zij dan niet op de openbare weg zouden gaan rijden. Op 30 december 2012 is verzoekster (toen 13 jaar oud) samen met deze vriendinnen naar de stal gegaan. Verweerder had de vriendinnen van verzoekster vooraf telefonisch toestemming gegeven om te gaan rijden

VR 2017/136 Deelgeschil; sport- en spelsituatie; aansprakelijkheid; geen
eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker en verweerder maken beiden deel uit van hetzelfde voetbalteam. Het team is een dagje uit geweest naar Duitsland, waar zij onder meer een ijsvoetbalspel hebben gespeeld. Daarbij wordt een voetbalwedstrijd gespeeld op een ijsbaan, waarbij de deelnemers worden beschermd door grote plastic ballen die zij aantrekken. Na afloop van de wedstrijd (het fluitsignaal van de scheidsrechter had geklonken) wilde verzoeker de ijsbaan verlaten. Hij had de bal reeds uitgetrokken, toen verweerder (die de bal nog droeg) hem een duw in de rug gaf. Mede door de extra verende kracht van de bal kwam die

VR 2017/135 Letsel vrachtwagenchauffeur door in dronken bui op treeplank
andere vrachtwagen te klimmen die vervolgens is gaan rijden. 'Vervoerd worden'.
Geen overmacht. Wel eigen schuld en billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie
Verzoeker is een Poolse vrachtwagenchauffeur. Op 28 mei 2011 bevond hij zich 's avonds op een parkeerplaats, evenals (onder meer) de Roemeense vrachtwagenchauffeur A. In een dronken bui is verzoeker op de treeplank van de vrachtwagen van A geklommen en heeft hij onder meer op de ruiten gebonkt. A heeft geroepen dat hij moest stoppen en is op een gegeven moment weggereden om zich aan de situatie te onttrekken. Een getuige verklaart dat verzoeker daarbij van de treeplank is gevallen. Hij heeft ernstig letsel opgelopen aan zijn onderbenen. Verzoeker heeft de WAM-verzekeraar van A aansprakelijk

VR 2017/099 Aanrijding persoon op de snelweg; aan opzet grenzende
roekeloosheid?

Jurisprudentie
Eiser reed in november vroeg in de morgen op de snelweg toen hij een lekke band kreeg. Hij heeft zijn auto tot stilstand gebracht op de wisselrijstrook, die dient als zowel uit- als invoegstrook. Eiser is vervolgens uitgestapt en naar achteren gelopen om zijn gevarendriehoek uit de kofferbak te pakken. Op dat moment is hij aangereden door X. Ten tijde van het ongeval was het nog donker en was het druk op de weg. De wisselrijstrook ligt in het verlengde van een vluchtstrook en gaat na enkele kilometers opnieuw over in een vluchtstrook. De WAM-verzekeraar van X (ZLM) weigert aansprakelijkheid te

VR 2017/49 Deelgeschil; verkeersongeval auto en fietser, overmacht.

Jurisprudentie
Automobilist X stond op een smalle weg (ca. 3 meter breed) half in de berm stil om een tegemoetkomende auto (Y) te laten passeren. De weg is zo smal dat auto's elkaar in beginsel alleen kunnen passeren als één auto voor de andere uitwijkt. Terwijl Y langs X reed, fietste verweerder op een racefiets met hoge snelheid tussen de auto's door. Hij raakte daarbij spiegel van de auto van X en kwam ten val. De WAM-verzekeraar van X vraagt een verklaring voor recht dat sprake is van overmacht in de zin van art 185 WVW. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van overmacht. Van het feit dat X zijn auto

VR 2017/48 Verkeersongeval, geen voorrang verlenen, afslaan.

Jurisprudentie
Op 30 januari 2016 reden X en Y op dezelfde weg. Y wilde linksaf slaan en kwam daarbij in botsing met X, die hem aan het inhalen was. X vordert schadevergoeding van Univé en stelt dat Y heeft gehandeld in strijd met art. 18 en 54 RVV door X niet te laten voorgaan. Volgens X stond Y stil op de rijbaan en was niet duidelijk waarom hij dit deed, zodat X kon besluiten om hem links te passeren. Tijdens deze manoeuvre zou Y ineens linksaf zijn geslagen. Univé stelt dat Y niet onrechtmatig heeft gehandeld. Hij heeft richting aangegeven en even kort stilgestaan om zich ervan te vergewissen dat er geen

VR 2017/47 Verkeersongeval; terugkomen van eindbeslissing deelgeschil;eigen schuld.

Jurisprudentie
X reed op een bromfiets op de rechterzijde van de weg. Hij schrok van Y in een taxi (verzekerd bij Aegon) die vooruit rijdend uit een parkeervak kwam aan de linkerzijde van de weg, remde abrupt en kwam ten val. Er is geen contact tussen de voertuigen geweest. Y heeft na het ongeval bij de politie verklaard dat hij al enige tijd stilstond op de linkerzijde van de weg, omdat hij X zag aankomen. Hij zag dat X kennelijk schrok en ten val kwam. Een deel van de getuigen volgt deze verklaring, een ander deel (vrienden van X) verklaren dat Y plotseling en hard uit het parkeervak kwam rijden. In een

VR 2017/28 Gebondenheid aan eenzijdige expertise; looptijd schade;
factoren smartengeld.

Jurisprudentie
Na een auto-ongeval stellen eisers blijvende beperkingen te ervaren. De aansprakelijke verzekeraar betwist het bestaan van de gestelde schade en vordert in reconventie medewerking aan onafhankelijk medisch onderzoek, omdat de bestaande medische informatie eenzijdig opgesteld en verouderd zou zijn. Het gerecht oordeelt met betrekking tot eiser 1: uit de medische informatie blijkt dat het ongeval heeft geleid tot blijvende klachten en beperkingen. De verzekeraar heeft deze conclusies niet gemotiveerd weersproken. Van een partij die de juistheid van een rapport betwist mag zulks wel worden