gevaarzetting

VR 2024/105 Brandwonden op leerling tijdens kerstviering. School volledig aansprakelijk.

Jurisprudentie
X1 zat op 21 december 2018 in de eerste klas van de havo op Het Baken Park Lyceum. Tijdens de kerstviering van zijn school vatte zijn kleding vlam. Hij liep ernstige brandwonden op en moest naar het Brandwondencentrum worden vervoerd. Tot op heden ondergaat hij daar nog steeds behandelingen. Er is op dit moment geen medische eindsituatie bereikt. De ouders van X1, gezamenlijk X2, hebben Het Baken aansprakelijk gesteld voor het ongeval. In de brief van 3 april 2019 heeft de aansprakelijkheidsverzekeraar van het Baken 50% aansprakelijkheid erkend. X2 zijn het hier niet mee eens en hebben

VR 2024/86 Fietser ten val door kabelgoot. Onrechtmatige daad? Eigen verantwoordelijkheid.

Jurisprudentie

In 2022 benaderen verweerders ’t Hekeltje voor hun bruiloft op 25 juni 2022. Voor het evenement hebben zij feestbenodigdheden gehuurd, inclusief een toiletwagen. Op de dag van het evenement legden zij een afvoerslang over een openbare weg om de toiletwagen op het riool aan te sluiten. In de nacht van 25 op 26 juni viel een 15-jarig meisje met haar elektrische fiets op de openbare weg waar de afvoerslang lag. Zij liep hierdoor letsel op. Verzoekers, de ouders van het meisje, stellen dat ’t Hekeltje en verweerders aansprakelijk zijn voor de geleden en nog te lijden schade. In de brief aan de

VR 2024/76 Het Bogortuin-zwemongeval geplaatst in het licht van de Omgevingswet

Artikel
VR 2024-7-8_illu-zwemmen
Toen op 15 juni 2020 een zwemmer in de Amsterdamse Bogortuin het water in dook, besefte hij niet dat het water op die plaats maar 50 cm diep was. Hij liep ernstig letsel op, waaronder een dwarslaesie. Welke regelgeving was van toepassing op deze casus en wat is er sinds de invoering van de Omgevingswet (Ow) veranderd? In Nederland mag je overal zwemmen in het oppervlaktewater, tenzij dat verboden is. Zo is het onder meer bij wet verboden om te zwemmen bij bruggen, viaducten, in vaarroutes, en in of nabij havens. Provincies kunnen ook een zwemverbod instellen. Er staan dan borden met een zwemverbod op de locatie en het wordt aangegeven op de landelijke zwemwatersite (www.zwemwater.nl).

VR 2024/22 Kopstaartbotsing. Voertuigschade. Total loss. Geen onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op 13 augustus 2019 vond er een kopstaartbotsing plaats op de N59 tussen een Opel Corsa van Directlease, bestuurd door mevrouw X, en een Opel Combo Van, bestuurd door gedaagde sub 1. De botsing gebeurde op de N59 tussen de zijweg naar Sint-Philipsland en hectometerpaal 32.4, in de richting van Bruinisse. De N59 is een voorrangsweg met één baan buiten de bebouwde kom, waar ter hoogte van de kruising een maximumsnelheid van 70 km per uur geldt. Vlak voor en na de kruising geldt een maximumsnelheid van 100 km per uur. Er is een uitvoegstrook vanaf de N59 om af te slaan naar de zijweg en deze is

VR 2024/06 Val over biggenrug op parkeerterrein. Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal.

Jurisprudentie

In maart 2015 heeft de benadeelde zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van een ABN AMRO-filiaal. Het parkeerterrein heeft twee rijen van vijf parkeervakken met betonnen drempels (biggenruggen) aan de koppen van de vakken om te voorkomen dat auto's te ver doorrijden. Tijdens het verlaten van het parkeerterrein is de benadeelde gestruikeld over een biggenrug en heeft daarbij een incomplete dwarslaesie opgelopen. De benadeelde verzocht de rechtbank een verklaring voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de

VR 2023/140 Zwaar lichamelijk letsel door schuld? Black-out. Afwezigheid van alle schuld.

Jurisprudentie

Aan verdachte is ten laste gelegd dat door zijn schuld een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor aan slachtoffer 1 en slachtoffer 2 (zwaar) lichamelijk letsel werd toegebracht, door met een door hem bestuurde personenauto, rijdende met een te hoge snelheid en terwijl hij hoge koorts had, een kruising rechtdoor over te steken, terwijl het in zijn richting en voor hem geldend verkeerslicht rood licht uitstraalde, dan wel (subsidiair) het zich zodanig gedragen dat daardoor gevaar op de weg werd veroorzaakt. Het primair tenlastegelegde aanmerkelijk onvoorzichtig rijden (art. 6 WVW 1994)

VR 2023/133 Ongeluk in skihal. Exploitant niet aansprakelijk.

Jurisprudentie

Op 18 november 2016 is X een ski-ongeval overkomen in een skihal. X stelt exploitant SnowWorld aansprakelijk. In eerste aanleg wijst de rechtbank zijn vorderingen af. X gaat in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. In het kort staan de volgende feiten vast. X bezocht SnowWorld met zes vrienden. Hij is geen ervaren skiër. Ze besloten om naar de 'berghut' te skiën via het 'Funpark'. Volgens waarschuwingsborden is het Funpark slechts bedoeld voor ervaren/gevorderde skiërs, maar X stelt de borden niet te hebben gezien. In het Funpark bevindt zich een skischans, die X om

VR 2023/116 Gevaar of hinder. Ontoereikend proces-verbaal.

Jurisprudentie

Uit het dossier blijkt onvoldoende dat het voertuig van de betrokkene zodanig stond dat daardoor voor het verkeer op de weg gevaar of hinder werd veroorzaakt dan wel kon worden veroorzaakt. De ambtenaar heeft niet concreet aangegeven waaruit dat gevaar of die hinder zou hebben (kunnen) bestaan. Hij heeft slechts verklaard dat de doorgang voor het verkeer werd dan wel kon worden geblokkeerd, maar heeft dit niet toegelicht. Een foto van de gedraging heeft hij niet toegevoegd.

VR 2023/103 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Verontschuldigbare onmacht?

Jurisprudentie

De verdachte heeft een verkeersfout gemaakt, namelijk het als bestuurder niet zoveel mogelijk rechts (blijven) rijden. Zij is op de weghelft voor het tegemoetkomende verkeer gekomen met overschrijding van de dubbel ononderbroken streep gelegen tussen de beide weghelften en daarbij op een tegenligger gebotst met zwaar lichamelijk letsel van inzittenden van de tegenligger als gevolg. De strekking van de verkeersregel dat een ononderbroken streep niet mag worden overschreden, is dat er anders in de gegeven situatie een ontoelaatbare mate van voorzienbaar gevaar voor de verkeersveiligheid zou

VR 2023/102 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht.

Jurisprudentie

De verdachte is met de door hem bestuurde auto op de linker weghelft geraakt en daardoor op een tegemoetkomende auto gebotst waardoor de bestuurder van die auto om het leven is gekomen. Met de neuroloog acht het hof het meest aannemelijk dat het handelen van de verdachte een medische oorzaak heeft gehad, in de vorm van een epileptische aanval. Derhalve geen schuld in de zin van art. 6 WVW 1994 en ontslag van rechtsvervolging t.a.v. art. 5 WVW 1994.