gevaarzetting

VR 2022/176 Glas valt op hoofd X. Gevaarzetting? Kelderluikcriteria.

Jurisprudentie

X is in de nacht van 7 op 8 april op stap in café De Vooruitgang. Op een gegeven moment valt een glas van de bovenverdieping van het café op het hoofd van X. Kort hierop verliest zij het bewustzijn en wordt ze naar het ziekenhuis gebracht. X verzoekt een verklaring voor recht dat café De Vooruitgang aansprakelijk is voor haar schade als gevolg van het ongeval. Het café zou namelijk een gevaarzettende situatie in het leven hebben geroepen. De Vooruitgang betwist dat sprake was van gevaarzetting. De rechtbank oordeelt dat geen sprake was van onrechtmatige gevaarzetting en wijst het verzoek af

VR 2022/170 Gevaarlijk rijden. Achteruit rijden. Zwaar lichamelijk letsel. Noodweerexces.

Jurisprudentie

De verdachte heeft zich als bestuurder van een motorrijtuig zodanig gedragen dat gevaar op de weg werd veroorzaakt, de gedraging bestaande uit: verdachte is vanuit de parkeerhaven achteruit gaan rijden terwijl het rechter portier van de auto nog geopend was en verdachte heeft zich er voor en tijdens het achteruit rijden niet voldoende van vergewist dat de weg achter en naast de auto vrij was van enig verkeer en verdachte is vervolgens met het openstaande portier tegen het zich naast of achter de auto bevindende slachtoffer gereden. Naar achteren rijden, weg van de man die zijn vrouw schopte

VR 2022/168 Achteruit rijden. Bijzondere manoeuvre. Gevaar veroorzaken.

Jurisprudentie

Naar geldend recht stelt art. 5 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) gedrag strafbaar waardoor gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Het moet daarbij gaan om gevaar voor de veiligheid op de weg, waaronder de reële mogelijkheid van schade voor goed of lijf op de weg dient te worden verstaan. Of in een concreet geval sprake is van gevaar in de zin van art. 5 WVW 1994 hangt af van de feitelijke waardering van de omstandigheden van het geval. Een enkele overtreding van een verkeersregel uit het Reglement

VR 2022/160 Fietser komt ten val door bouwhekvoet. Gevaarzetting; Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 16 september 2019 is X een ongeval overkomen. Terwijl zij op een smalle weg fietste, moest zij vanwege remmend verkeer vóór haar uitwijken, waarbij zij een bouwhekvoet op is gereden en ten val is gekomen. X stelt BAN Bouw en HDI aansprakelijk, omdat zij door het plaatsen van de bouwhekvoeten een gevaarzettende situatie in het leven zouden hebben geroepen. De kantonrechter oordeelt in deze mondelinge uitspraak dat BAN Bouw voor 50% aansprakelijk is voor de door het ongeval geleden schade en dat BAN Bouw en HDI die schade moeten vergoeden. Hiertoe overweegt zij als volgt. De vraag of BAN Bouw

VR 2022/121 Fietser botst tegen portier geparkeerde auto. Tweede deelbeschikkingsverzoek geen verkapt hoger beroep. Bewijslevering; geen eigen schuld; monteur aansprakelijk.

Jurisprudentie

Op 9 juni 2016 botste fietser X tegen het openstaande portier van een langs de weg geparkeerde auto waaraan Y werkzaamheden verrichtte. X kwam ten val en liep letsel op. X stelt dat Y het portier plotseling opendeed terwijl hij langs fietste. Y stelt dat X door eigen onvoorzichtigheid tegen het openstaande portier is gereden terwijl Y onder de motorkap bezig was. In een eerste deelgeschilprocedure verzocht X een verklaring voor recht dat Y en diens werkgever aansprakelijk zijn voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelde dat niet tot een beslissing kon worden gekomen

VR 2022/87 Veiligheid op de weg. Kop-staartbotsing. Schuivende lading.

Jurisprudentie

De verdachte botste met de door hem bestuurde vrachtwagen op een andere vrachtwagen die een noodstop maakte. Door de botsing schoof de lading van verdachtes vrachtauto naar voren en doodde de bijrijder. De verdachte hield gelet op de verkeerssituatie een passende afstand tot die voor hem rijdende vrachtauto. Tijdens het rijden, kort voor de botsing, keek de verdachte in zijn linker buitenspiegel. Dat was in de onderhavige situatie geen gevaarzettend gedrag. De verdachte heeft niet een of meer verkeersregels overtreden of een verkeersfout gemaakt. Volgt vrijspraak van art. 5 WVW 1994.

VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht

Artikel
VR 2022/64 Nieuwe hoofdwegen door het verkeersrecht Bespreking van A.E. Harteveld en R. Robroek, Hoofdwegen door het verkeersrecht 1) H.D. Wolswijk * * Hoogleraar straf(proces)recht Rijksuniversiteit Groningen, redacteur Verkeersrecht. 1. Inleiding Vorig jaar verscheen de zevende druk van Hoofdwegen door het verkeersrecht. Het boek verschijnt niet langer in de serie Studiepockets, maar als een zelfstandige uitgave. Deze zevende druk is opnieuw verzorgd door Harteveld en Robroek, waarmee het boek in zeer deskundige handen is gebleven. Er was alle aanleiding voor een nieuwe druk (de vorige

VR 2022/72 Val in smeerkuil; kelderluikcriteria; dekking verzekering.

Jurisprudentie
A en B wonen in een buitengebied in Noord-Nederland. Op een dag passeert A het erf van B, waar B met zijn knecht C bezig is zijn tractor schoon te maken. A biedt B aan dat hij gebruik kan maken van zijn hogedrukspuit met heet water. A, B en C vertrekken daarop naar het erf van A om daar de tractor verder schoon te maken. Op het erf van A begint C met de schoonmaak van de tractor, terwijl A en B praten over de nieuw aangeschafte kiepwagen van A. De kiepwagen staat in de loods van A boven een smeerkuil. Achter de kiepwagen staat - over de voorkant van de smeerkuil - een shovel geparkeerd. A en B

VR 2022/68 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloos?

Jurisprudentie
Verdachte heeft na het gebruik van meerdere alcoholische consumpties (310 µg/l) met de door hem bestuurde personenauto gedurende enige tijd en over een langere afstand met een zeer hoge snelheid, van rond de 200 kilometer per uur over de rijksweg A2 gereden, terwijl op de locatie waar het verkeersongeval uiteindelijk heeft plaatsgevonden een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur gold. Hij heeft zich al slalommend door het verkeer begeven, heeft zeer dicht achter een ander voertuig gereden en heeft in strijd met het bepaalde in artikel 11 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens

VR 2022/39 Soliste valt op podium. Heeft concertgebouw gevaarzettende situatie gecreëerd? Kelderluikcriteria. Eigen schuld.

Jurisprudentie
X is professioneel musicus en zangeres. Op 12 januari 2019 komt zij na afloop van de generale repetitie voor een concert ten val. Zij struikelt over een schriklat die technici op het podium hadden laten liggen, waarbij ze letsel oploopt aan haar linkerarm en -schouder. X vordert een verklaring voor recht dat De Doelen, exploitant van het concertgebouw, aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Ze stelt dat De Doelen onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, omdat De Doelen een gevaarzettende situatie zou hebben gecreëerd. De Doelen ontkent dit, stelt dat sprake is van een ongelukkige