gevaarzetting

VR 2018/168 De strijd tegen de smartphone in het verkeer

Artikel
VR 2018/168 De strijd tegen de smartphone in het verkeer Dr. Gerard Tertoolen * * Verkeerspsycholoog. 1. Inleiding De smartphone is niet meer weg te denken uit ons leven. Kijk eens rond op een station, een terrasje of een willekeurig plein waar mensen lopen; vrijwel iedereen is ‘connected.’ Dit heeft voor- en nadelen. Enerzijds beleven we er veel plezier aan en ontdekken we continu nieuwe ‘werelden’ dankzij onze kleine zakcomputer. Anderzijds kunnen we steeds minder ‘zonder’ en verhoogt het ons algemene stressniveau. De afhankelijkheid van de smartphone leidt er toe dat (te) veel mensen ook

VR 2018/171 Ontvankelijkheid. Vervolging. Gevaar veroorzaken. Richting voorsorteerstrook
niet volgen. Mobiele telefoon.

Jurisprudentie
De omstandigheid dat de verbalisanten de verdachte hadden aangezegd dat zij proces-verbaal zouden opmaken ter zake van enige verkeersovertredingen neemt niet weg dat zij later, na raadpleging van de registraties van de verdachte waarin diverse registraties ter zake van verkeersovertredingen en verkeersonveilig gedrag stonden, proces-verbaal ter zake van art. 5 WVW 1994 mochten opmaken.De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gevaarlijk rijgedrag. Hij heeft als bestuurder van een auto onder andere door een rood verkeerslicht gereden, tijdens het rijden een mobiele telefoon vastgehouden,

VR 2018/162 Aansprakelijkheid wegbeheerder; wegwerkzaamheden; voldoende
maatregelen.

Jurisprudentie
In juli 2015 was in Rijswijk een gedeelte van de Haagweg opgebroken in verband met wegwerkzaamheden. Er was sprake van een gat in de weg van ca. 20 cm diep. Eiser is op de fiets met hoge snelheid dit gat ingereden, over het stuur van zijn fiets gelanceerd en met zijn hoofd tegen het uitgehakte deel van het asfalt aangekomen. Hij heeft daarbij onder meer ernstig hersenletsel opgelopen. Hij beschikt niet over een ziektekostenverzekering; in verband met zijn behandeling is ruim € 88.000,- in rekening gebracht. Eiser stelt de gemeente Rijswijk aansprakelijk op grond van art. 6:174 juncto 6:162 BW

VR 2018/146 Ski-ongeval; gevaarzetting; overtreding FIS-regels; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Eiseres en gedaagde zijn bij het afdalen van een skipiste met elkaar in botsing gekomen. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de door haar geleden schade, nader op te maken bij staat. Zij stelt dat gedaagde de zgn. FIS-regels (='verkeersregels' voor op de piste) heeft overtreden doordat hij haar met te hoge snelheid en op te kleine afstand heeft ingehaald, waarbij hun ski's elkaar hebben geraakt en eiseres ten val is gekomen. In (voorwaardelijke) reconventie vordert gedaagde een verklaring voor recht dat de eventuele schadevergoedingsverplichting is vervallen, althans

VR 2018/71 Verkeersongeval snelweg; gevaarzetting niet onrechtmatig.

Jurisprudentie
Eerst een ongeval tussen een personenauto en een camper, waarbij beide voertuigen deels terechtkwamen op de vluchtstrook. Kort na het ongeval kwam A, medewerker van de ANWB, in een ANWB-voertuig ter plaatse. Hij plaatste zijn voertuig in eerste instantie voorbij de aanrijdingslocatie, maar besloot na het opnemen van de stand van zaken dat het beter was om zijn voertuig vóór de aanrijdingslocatie te plaatsen. Hij is daartoe op de rechterrijstrook van de snelweg achteruit gereden. Een Toyota op de rechterrijstrook, bestuurd door B en met C en D als inzittenden, is tijdens deze manoeuvre in

VR 2018/53 Mobiele telefoon. Vasthouden. iPhone.

Jurisprudentie
Het begrip 'mobiele telefoon' was ten tijde van de gedraging - anders dan tegenwoordig - niet nader gedefinieerd in het RVV 1990. In een dergelijke situatie wordt voor de uitleg van een begrip doorgaans aansluiting gezocht bij hetgeen de wetgever in de toelichting daaromtrent heeft vermeld. Blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit van 4 februari 2002 tot wijziging van het RVV 1990 (verbod handmatig telefoneren), Stb. 2002, 67 - waaraan de betrokkene ook heeft gerefereerd -, wordt onder mobiele telefoon verstaan: "een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare

VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten

Artikel
VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten Mr. A. Postma & prof. mr. H.D. Wolswijk * * A. Postma is wetenschappelijk medewerker van het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad; H. D. Wolswijk is hoogleraar straf(proces)recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en redacteur van Verkeersrecht. 1. Inleiding Over de straftoemeting bij ernstige verkeersdelicten bestaat veel maatschappelijke discussie. In de media is nogal eens het geluid te horen dat slachtoffers en nabestaanden de opgelegde straffen te laag vinden. Teleurstelling is er soms ook over de juridische

VR 2018/36 Achtervolging van fietser met auto. Zware mishandeling.
Opzet.

Jurisprudentie
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen door, kort gezegd, met zijn auto een drietal op de fiets voor hem uit vluchtende jongens te achtervolgen op een smal fietspad dat geen mogelijkheid bood om uit te wijken. Voorts heeft het hof geoordeeld dat de mate van gevaarzetting van deze gedraging blijkt uit de omstandigheid dat de verdachte, nadat een van de jongens was gevallen, zijn auto niet tijdig tot stilstand wist te brengen en de fiets niet wist te ontwijken. Hieruit heeft het hof afgeleid dat de verdachte, door een combinatie van te

VR 2018/31 Deelgeschil; aansprakelijkheid wegbeheerder; verzoek
afgewezen.

Jurisprudentie
In opdracht van de gemeente Wageningen heeft een extern bedrijf op 2 mei dranghekken langs de weg gezet, die op 4 en 5 mei zouden worden gebruikt in verband met de festiviteiten waarvan op die data op verschillende plaatsen in Wageningen sprake zou zijn. De dranghekken stonden onder meer in de buurt van een aantal studentensociëteiten, waar in de nacht van 3 op 4 mei feest werd gevierd. (Een) Onbekende persoon/personen heeft/hebben in deze nacht een dranghek op de weg geplaatst. Verzoekster is vervolgens op haar scooter tegen dit hek aangereden en heeft daarbij letsel opgelopen. Zij stelt de