verkeersongeval

VR 2018/45 Toename aantal verkeersslachtoffers in Nederland:

Artikel
VR 2018/45 Toename aantal verkeersslachtoffers in Nederland: nieuwe impuls nodig voor verbetering verkeersveiligheid Dr. ir. Wendy Weijermars * * Senior onderzoeker bij SWOV. 1. Inleiding Verkeersongevallen kosten de Nederlandse samenleving grofweg 14 miljard euro per jaar. Dat is beduidend meer dan andere maatschappelijke kosten als gevolg van verkeer, zoals congestie (€ 2,3 tot € 3 miljard) en milieuschade (€ 4,8 miljard). 1) Het is dan ook belangrijk om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen. Voor een goed verkeersveiligheidsbeleid is inzicht in recente

VR 2018/51 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

Jurisprudentie
De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een bijzondere manoeuvre - keren - willen uitvoeren op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar deze verboden was, zonder goed uit te kijken of hij daarmee anderen niet in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Als gevolg van deze ernstige verkeersovertreding heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen.De ontzegging van de rijbevoegdheid wordt voorwaardelijk opgelegd omdat de verdachte zonder zijn rijbewijs zijn werk als

VR 2018/48 Roekeloosheid. Bewijs.

Jurisprudentie
De verdachte heeft 's nachts in het kader van een verkeersruzie - waarbij de verdachte een voor hem rijdende auto dicht heeft genaderd, met de lichten van zijn auto heeft geseind en vervolgens rechts heeft ingehaald - zijn auto plotseling tot stilstand gebracht op de rechterrijstrook van een onverlichte autosnelweg omdat hij 'verhaal wilde halen'. Daarbij heeft hij zo abrupt geremd dat de achter de verdachte rijdende auto werd gedwongen te stoppen. Als gevolg daarvan kon een derde achteropkomende auto de stilstaande auto's niet meer ontwijken en is deze auto met beide stilstaande auto's in

VR 2018/42 Dood door schuld. Strafmaat.

Jurisprudentie
Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een voor hem rijdende auto willen inhalen en heeft daartoe twee doorgetrokken strepen overschreden. Verdachte overschreed daarbij de geldende maximumsnelheid met 17 km/h. Hij is met zijn personenauto de linker weghelft opgereden en daar met de linkerzijde van zijn voertuig frontaal in aanrijding gekomen met een hem tegemoetkomende motorrijder. De motorrijder is ten gevolge van de botsing komen te overlijden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden, wat betekent dat verdachte schuld heeft in de

VR 2018/40 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig en
onoplettend handelen. Letsel. Strafmaat.

Jurisprudentie
Verdachte keerde een door hem bestuurde auto op een plaats waar dit verboden was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar dit verboden was, terwijl hij wist dat de bestuurder van een motorfiets hem naderde, en zonder voldoende uit te kijken of hij met zijn handelen anderen in gevaar zou brengen, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld. Daardoor heeft de bestuurder van de motorfiets zodanig lichamelijk letsel opgelopen dat daaruit tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Omdat het verkeersongeluk meer dan twee

VR 2018/39 Verkeersongeval. Schuld. Aanmerkelijk onoplettend rijden.
Zwaar lichamelijk letsel. Dood. Causaal verband. Wens nabestaanden.

Jurisprudentie
Verdachte verleende als bestuurder van een personenauto geen voorrang aan een op een tot een voorrangsweg behorend fietspad rijdende fietser. Deze liep daardoor zwaar lichamelijk letsel (diverse breuken) op. Twee dagen na het ongeval overleed het slachtoffer in het ziekenhuis aan een inwendige bloeding.Nu verdachte bekend was met de verkeerssituatie en wist dat het om een (gevaarlijke) kruising ging waar je niet vrij kan kijken, mocht van de verdachte als wegbestuurder worden verwacht dat hij extra oplettend was. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte in onvoldoende mate heeft

VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
drugsgebruik. Straf.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het

VR 2018/09 Klacht; geen redelijke belangenafweging; eenzijdig verkeersongeval.

Jurisprudentie
Verzoeker is ten val gekomen toen hij met zijn motor slipte over een strook modder en tegen een boom botste. De politie heeft een aantal foto's gemaakt en de bevindingen vastgelegd in een mutatie, maar niet in een proces-verbaal. Verzoeker klaagt erover dat de politie ondanks herhaaldelijk aandringen heeft geweigerd een proces-verbaal op te maken, nu de precieze toedracht als gevolg van dit verzuim niet meer kan worden vastgesteld en een civielrechtelijke aansprakelijkheidsstelling moeilijk met feiten kan worden onderbouwd. De politie stelt dat er geen proces-verbaal hoefde te worden opgemaakt

VR 2017/134 Ongeval tussen motor en brandweerauto; geen
aansprakelijkheid.

Jurisprudentie
Eiser reed op een motor een met verkeerslichten beveiligde kruising op. Daar werd hij aan zijn rechterzijde geconfronteerd met een brandweerauto die met zwaailicht en sirene door rood licht reed. Eiser moest daarbij hard remmen, kwam ten val en liep letsel op. Hij stelt de brandweer aansprakelijk voor zijn schade. De rechtbank wijst zijn vorderingen af. De rechtbank overweegt daarbij allereerst dat de brandweerauto, aangezien deze gebruikmaakte van zowel zwaailicht als sirene, een voorrangsvoertuig was. Eiser had de brandweerauto dan ook voor moeten laten gaan (art. 50 RVV). De rechtbank

VR 2017/095 Dood door schuld. Verontschuldigbare onmacht. Afwezigheid vanalle schuld.

Jurisprudentie
Het hof acht voldoende aanknopingspunten aanwezig voor de vaststelling dat het niet anders kan zijn dan dat het handelen van verdachte een medische oorzaak heeft, bestaande in een kortdurend gebrek dat met de cardiale functie van verdachte van doen heeft, terwijl verdachte van het veroorzaken van het ongeval geen verwijt kan worden gemaakt, zodat hij niet wist, noch redelijkerwijs kon en behoorde of behoefde te weten of te voorzien dat dat gebrek zich zou voordoen. De verdachte verkeerde ten tijde van het ongeval in verontschuldigbare onmacht, zodat van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW niet