verkeersongeval

VR 2017/50 Deelgeschil; aanrijding voetganger door fietser; overmacht.

Jurisprudentie
Verweerder fietste op een recht fietspad. Verzoekster kwam vanachter een grote staande bloembak en stak het fietspad over. Zij werd daarbij aangereden door verweerder, kwam ten val en liep letsel op. Nationale Nederlanden weigert aansprakelijkheid te erkennen. Verzoekster verzoekt in deze procedure een alsnog daartoe strekkende verklaring voor recht. Zij stelt dat verweerder aansprakelijk is wegens overtreden van art. 5 WVW (verbod een gevaarlijke situatie te veroorzaken) en/of art. 19 RVV (een bestuurder moet zijn voertuig tot stilstand kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan

VR 2017/49 Deelgeschil; verkeersongeval auto en fietser, overmacht.

Jurisprudentie
Automobilist X stond op een smalle weg (ca. 3 meter breed) half in de berm stil om een tegemoetkomende auto (Y) te laten passeren. De weg is zo smal dat auto's elkaar in beginsel alleen kunnen passeren als één auto voor de andere uitwijkt. Terwijl Y langs X reed, fietste verweerder op een racefiets met hoge snelheid tussen de auto's door. Hij raakte daarbij spiegel van de auto van X en kwam ten val. De WAM-verzekeraar van X vraagt een verklaring voor recht dat sprake is van overmacht in de zin van art 185 WVW. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van overmacht. Van het feit dat X zijn auto

VR 2017/01 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders

Artikel
VR 2017/1 Gordelloze slachtoffers en beschonken bestuurders Mr. Pauline Woudenberg * * Advocaat te Haarlem. Inleiding Het dragen van een veiligheidsgordel in de auto is sinds 1975 wettelijk verplicht. 1) In veel gevallen kan een gordel de kans op ernstig letsel drastisch verminderen. 2) Toch kunnen zich situaties voordoen waarin de gordel het ontstaan van letsel niet kan voorkomen. De vraag rijst wat de consequenties zijn voor de automobilist die geen gordel draagt en in een ongeval verzeild raakt, terwijl een andere partij aansprakelijk is voor de schade. De directe oorzaak van het ongeval

VR 2017/08 Wanprestatie, overmacht, bewijslast, matiging.

Jurisprudentie
Appellant (gedaagde in eerste aanleg) heeft een proefrit met een motor gemaakt, waarbij er een eenzijdig ongeval heeft plaatsgevonden en de motor ernstig is beschadigd. Het hof kwalificeert de afspraak dat er een proefrit gemaakt mocht worden als een bruikleenovereenkomst. Appellant had de verplichting de motor in goede staat terug te brengen en is hierin tekort geschoten (6:74 BW). De claim van appellant dat het ongeval werd veroorzaakt door een technisch mankement en dat aldus sprake is van overmacht (6:75 BW) wordt niet gehonoreerd, nu de stelplicht en bewijslast van die omstandigheid op

VR 2016/175 Deelgeschil; verkeersaansprakelijkheid; eigen schuld.

Jurisprudentie
Verzoeker is, rijdend op een motor, in een 30 km/u-zone met een veel te hoge snelheid tegen een auto aangereden die uit een parkeervak kwam. Hij heeft de bestuurder van deze auto aansprakelijk gesteld op grond van overtreding van art. 54 RVV, dat bepaalt dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren het overige verkeer moeten laten voorgaan. De bestuurder heeft aangevoerd dat hij geen rekening hoefde te houden met de buitensporige snelheidsovertreding van verzoeker. De rechtbank overweegt dat iedere verkeersdeelnemer tot op zekere hoogte rekening dient te houden met fouten van andere

VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet?

Artikel
VR 2016/126 Overmacht in het verkeer; een zeldzaamheid of toch niet? Mrs. R. Rutten en V. Oskam * * Beiden advocaat bij Van Traa Advocaten N.V. te Rotterdam, mr. Oskam is tevens redacteur van Verkeersrecht. De aanleiding voor het schrijven van dit artikel vormt een beschikking in deelgeschil d.d. 18 april 2016 waarbij de rechtbank tot het oordeel kwam dat sprake was van overmacht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. 1) Dit lijkt op het eerste gezicht een uitzondering op de uit de jurisprudentie en literatuur af te leiden ‘hoofdregel’ dat zelden of nooit sprake zal zijn van een geslaagd