VR 2020/120 Fietser schrikt van auto en valt; art. 6:185 WVW; geen overmacht.
In 2012 is A met haar fiets ten val gekomen in een bocht naar rechts. Op het moment dat zij de bocht naderde, kwam B met zijn auto vanuit tegenovergestelde richting rijden. Toen A de auto van B zag, heeft zij van schrik geremd en haar stuur naar rechts gedraaid. Zij is van haar fiets gevallen en op het asfalt terechtgekomen naast de auto van B, waarbij zij haar pols en onderbeen heeft gebroken. De vraag is of B en diens WAM-verzekeraar (C) aansprakelijk zijn op grond van art. 6:185 WVW voor de schade die A als gevolg van het ongeval heeft geleden of dat aannemelijk is dat het ongeval is te