Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
VR 2025/06 Vasthouden mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Telefoon op bovenbeen met de vingers eromheen als een soort kooi moet worden aangemerkt als vasthouden.
De betrokkene heeft een sanctie van € 170,- gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Zijn gemachtigde betoogde dat het begrip 'vasthouden' volgens artikel 61a RVV 1990 niet zo ruim moet worden uitgelegd dat het ook het op de knie leggen van een telefoon omvat. Een ambtenaar heeft echter vastgesteld dat de betrokkene tijdens het rijden op een Go Sharing scooter een telefoon net boven zijn knie vasthield. In administratief beroep overhandigde de betrokkene een foto die de situatie toonde, waarbij de telefoon op zijn bovenbeen lag, maar niet
VR 2024/111 Wegslepen voertuig wegens belemmeren van uitrit. Kosten voor rekening van appellant.
De appellant had zijn voertuig geparkeerd voor de deur van een garagebox, waarop het college van B&W van Den Haag het voertuig heeft laten wegslepen. De kosten van deze operatie zijn op de appellant verhaald uit hoofde van artikel 5:25 Awb. De Afdeling is van oordeel dat het college deze plaats terecht heeft aangemerkt als een in- of uitrit. De loods is immers bereikbaar vanaf de weg waartoe de stoepband is verlaagd en waarbij een fietspad moet worden gepasseerd. Daarnaast verschilt de bestrating van het fietspad van die van de weg. De verwijdering van het voertuig was noodzakelijk in verband
VR 2024/100 Het niet voor laten gaan van een voorrangsvoertuig. Niet tijdig horen en zien van voorrangsvoertuig komt voor rekening van bestuurder.
De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het niet voor laten gaan van een ambulance. Anders dan de gemachtigde van de betrokkene is het hof van oordeel dat het ontbreken van een specifieke wettelijke bepaling die de exacte tijdsduur aangeeft waarbinnen men een voorrangsvoertuig voorrang moet verlenen, niet automatisch met zich meebrengt dat de bestuurder de daartoe nodige ruimte heeft en de ambtenaar moet aangeven of er mogelijkheden waren om opzij te gaan en hoe lang het heeft geduurd voordat de bestuurder dat daadwerkelijk deed. Het niet tijdig horen en zien van een
VR 2024/63 Over spanning tussen goede bedoelingen en juridische techniek
VR 2024/66 Art. 6 WVW 1994 en een (niet-goedgekeurde) elektrische step.
Verdachte heeft met een niet-goedgekeurde elektrische step een fietser aangereden die ten gevolge zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Ondanks dat de step een niet-goedgekeurd voertuig is, doet dit niet af aan de kwalificatie van bestuurder in de zin van art. 6 WVW 1994. Daarnaast neemt dit ook niet weg dat verkeersregels, zoals die zijn neergelegd in de RVV 1990, onverkort van toepassing zijn op bestuurders van een niet-goedgekeurde elektrische step.
VR 2024/65 Rechts inhalen. Lane assist-systeem. Overmacht.
De betrokkene heeft een voertuig rechts ingehaald dat stond te wachten voor een rood verkeerslicht. Toen het verkeerslicht groen werd, was de betrokkene onder de veronderstelling dat de auto zou optrekken. Dit bleek echter niet het geval, waardoor de betrokkene naar rechts uitweek. De betrokkene stelt dat hij hiertoe werd gedwongen door het ingebouwde 'lane assist-systeem' in zijn auto. De betrokkene bekent dat hij mogelijk een inschattingsfout heeft gemaakt. Het hof is van oordeel dat de betrokkene zijn snelheid bij het naderen van het verkeerslicht had moeten minderen in plaats van uit te
VR 2024/40 Bestuurders en stadsbestuurders, strijd van verkeersbesluiten met het RVV?
VR 2024/18 Parkeergelegenheid. Bestemd voor bepaalde voertuigcategorie.
Het voertuig van de betrokkene stond geparkeerd op een parkeergelegenheid bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen, terwijl het voertuig van de betrokkene geen elektrisch voertuig betrof. Volgens de gemachtigde van de betrokkene is ten onrechte een sanctie opgelegd, omdat ter plaatse geen bord E8 aanwezig was waarop werd aangegeven dat de parkeergelegenheid alleen was bestemd voor een bepaalde categorie voertuigen. Dat het ging om een parkeergelegenheid voor het opladen van elektrische voertuigen, werd aangegeven door middel van een bord E4 met een onderbord met daarop de tekst
VR 2024/16 Vasthouden mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Smartwatch. Mobiele telefoon.
De betrokkene heeft een boete opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De gemachtigde van de betrokkene beweert dat de betrokkene een Apple Watch om zijn pols droeg die licht uitstraalde. De betrokkene bracht deze Apple Watch dicht bij zijn gezicht. Het licht dat de ambtenaar waarnam moet afkomstig zijn geweest van deze Apple Watch. De ambtenaar zou de Apple Watch bij vergissing hebben aangezien als mobiel elektronisch apparaat. Een smartwatch is echter uitgezonderd van artikel 61a RVV 1990, aldus de gemachtigde. De nota van toelichting bij