Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

VR 2018/53 Mobiele telefoon. Vasthouden. iPhone.

Jurisprudentie
Het begrip 'mobiele telefoon' was ten tijde van de gedraging - anders dan tegenwoordig - niet nader gedefinieerd in het RVV 1990. In een dergelijke situatie wordt voor de uitleg van een begrip doorgaans aansluiting gezocht bij hetgeen de wetgever in de toelichting daaromtrent heeft vermeld. Blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit van 4 februari 2002 tot wijziging van het RVV 1990 (verbod handmatig telefoneren), Stb. 2002, 67 - waaraan de betrokkene ook heeft gerefereerd -, wordt onder mobiele telefoon verstaan: "een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare

VR 2018/22 Snelheidsovertreding. Verkeersregelaar. Aanwijzing.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (30 km/h) met 19 km/h”. De betrokkene ontkent niet de gedraging te hebben verricht. Hij stelt zich op het standpunt dat hij op instructie van een wegwerker, die in de hoedanigheid van verkeersregelaar optrad, de overtreding heeft begaan. Voor zover het verweer van de betrokkene moet worden opgevat als een beroep op het van hoofdstuk IV van het RVV 1990 deel uitmakende artikel 84 (inhoudende: "Aanwijzingen gaan boven verkeerstekens en

VR 2018/21 Parkeerschijfzone. Verkeersbord E10.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “zonder duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf met de aangegeven begintijd van parkeren bij blauwe streep” welke gedraging zou zijn verricht op 8 mei 2013 om 13.39 uur op het Koningin Julianaplein te Voorburg. De gemachtigde stelt dat er geen E10-bord (parkeerschijfzone met verplicht gebruik van parkeerschijf, tevens parkeerverbod indien er langer wordt geparkeerd dan de parkeerduur die op het bord is aangegeven) stond op de toegangsweg waar de

VR 2018/20 Parkeren. Ander weggedeelte.

Jurisprudentie
Administratieve sanctie ter zake van overtreding van art. 10 RVV 1990. De plaats waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd dient te worden aangemerkt als een ander weggedeelte, niet zijnde een voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of ruiterpad, zoals omschreven in artikel 10, eerste lid RVV. Uit de verklaring van de verbalisant blijkt niet dat het voertuig met de overige wielen geparkeerd stond op een voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of ruiterpad. Derhalve is niet komen vast te staan dat de gedraging is verricht.

VR 2018/19 Rechts inhalen.

Jurisprudentie
De betrokkene heeft reeds in het beroepschrift tegen de inleidende beschikking aangevoerd dat er sprake was van voorsorteren en dat er op de linker rijbaan meer auto's stonden voorgesorteerd dan op de rechter rijbaan, in welk geval rechts inhalen is toegestaan. Hiermee geeft de betrokkene te kennen dat er naar zijn mening sprake was van filerijden. Gelet op hetgeen de betrokkene gedurende de gehele procedure vasthoudend en consistent heeft aangevoerd, acht het hof de verklaringen van de verbalisant onvoldoende om tot de overtuiging te komen dat de betrokkene rechts heeft ingehaald waar dat

VR 2018/15 Parkeren voor uitrit. Gevaar of hinder veroorzaken. Discretionaire bevoegdheid verbalisant. Zwaarder feit.

Jurisprudentie
De verbalisant heeft een sanctie opgelegd voor de gedraging "voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd", gebaseerd op artikel 5 van de Wegenverkeerswet. Alhoewel uit de verklaring van de verbalisant in het aanvullend proces-verbaal blijkt dat door de gedraging (ook) hinder is ontstaan en gevaar kon worden veroorzaakt, heeft de verbalisant naar het oordeel van het hof in dit geval ten onrechte gekozen voor het opleggen van een sanctie voor deze gedraging. Weliswaar heeft de verbalisant een discretionaire bevoegdheid

VR 2018/14 Parkeren. Kruispunt.

Jurisprudentie
Een redelijke uitleg van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, RVV 1990 brengt naar het oordeel van het hof mee dat het verbod om binnen vijf meter van een kruispunt te parkeren gelding heeft voor de weg zoals opgenomen in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

VR 2018/01 Landbouwvoertuigen op de openbare weg

Artikel
VR 2018/1 Landbouwvoertuigen op de openbare weg: Aan welke voorschriften moeten ze voldoen en waar mogen ze (niet) rijden? Dr. ir. C.F. Jaarsma * * Onafhankelijk adviseur vervoersplanologie en UHD technische infrastructuur Wageningen University & Research (em.). Foto tractor: Verkeersknooppunt 1. Inleiding Landbouwvoertuigen zijn ontwikkeld voor gebruik op het land. Ze missen daardoor veiligheidsvoorzieningen zoals zijafscherming bij vrachtauto’s en kreukelzones bij personenauto’s. Ze zijn groot en zwaar ten opzichte van andere motorvoertuigen, maar rijden langzamer. Maar ten opzichte van

VR 2017/158 Overschrijding termijn art. 11 lid 1 WAHV. Bord A1.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “Overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 11 km/h (verkeersbord A1)”.De stukken zijn niet binnen de bij artikel 11, eerste lid, van de WAHV gestelde termijn naar de rechtbank verzonden. In vaste jurisprudentie heeft het hof bepaald dat in de wet geen sanctie is gesteld op de overschrijding van deze termijn en dat er geen reden is om aan de termijnoverschrijding gevolgen te verbinden wanneer niet blijkt dat de betrokkene hierdoor in enig rechtens te respecteren

VR 2017/157 Parkeerverbod. Onderbord.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren op een parkeergelegenheid met ander doel dan aangegeven wijze”. De betrokkene ontkent niet dat hij het voertuig met genoemd kenteken op de in de beschikking vermelde tijd en plaats heeft geparkeerd. Hij is van opvatting dat hij daar ingevolge het bord E4 mocht parkeren en dat het onderbord met de tekst "opladen elektrische personenauto's" slechts een informatieve functie heeft en geen parkeerverbod inhoudt voor andere categorieën voertuigen. De betrokkene