Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

VR 2019/127 Snelheidsovertreding. Meetplaats. Afstand.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximumsnelheid binnen bebouwde kom, met 30 km/h”. De gemachtigde voert aan dat een juiste meting niet mogelijk was omdat de meting is verricht op een bochtige weg. Daarnaast kan de nauwkeurigheid van een lasermeting niet worden gegarandeerd indien de meting plaatsvindt onder een viaduct. De gemachtigde voert verder aan dat artikel 2.2 van de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (hierna: de Aanwijzing) is geschonden, nu de verbalisant en

VR 2019/108 Aanrijding met militair voertuig; aansprakelijkheid
ministerie afgewezen.

Jurisprudentie
In 2015 is verzoeker betrokken geraakt bij een aanrijding op de A28. Nadat verzoeker een militair voertuig had ingehaald, is het militaire voertuig achterop de personenauto van verzoeker gebotst. Verzoeker verzoekt dat de kantonrechter vaststelt dat het ministerie aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Hij voert daartoe aan dat het militaire voertuig na de inhaalmanoeuvre eerst 7 à 8 kilometer achter hem heeft gereden op de rechter rijstrook. Toen hij voor een nadere file remde, is het militaire voertuig op hem gebotst. Volgens verzoeker heeft het militaire voertuig dan ook

VR 2019/094 Twee overtredingen. Staande houden.

Jurisprudentie
Twee snelheidsovertredingen kort na elkaar. De betrokkene heeft de tweede snelheidsovertreding begaan toen hij wegreed nadat hij was staandegehouden voor de eerdere snelheidsoverschrijding. Nu gelet op de direct voorafgaande staandehouding bij de verbalisant bekend was wie de bestuurder was en de bestuurder erop gewezen was dat hij niet nogmaals te snel moest rijden, kon de verbalisant in deze situatie de sanctie opleggen aan de betrokkene als bestuurder van het voertuig zonder hem opnieuw staande te houden.

VR 2019/092 Onnodig geluid veroorzaken.

Jurisprudentie
Artikel 57 RVV 1990 is bedoeld om te kunnen optreden juist in die gevallen waarin een voertuig aan alle daaraan te stellen eisen voldoet maar daarmee onnodig geluid wordt gemaakt. Onder onnodig geluid moet worden verstaan dat geluid dat sterker is dan het geluid dat het rijden met een naar de eisen van de tijd normaal ingerichte auto onvermijdelijk veroorzaakt. Van onnodig geluid zal men eerst kunnen spreken, zodra het veroorzaakte geluid het normale, geaccepteerde, door auto's veroorzaakte geluid te boven gaat. Voor de vaststelling of er sprake is van onnodig geluid in de zin van artikel 57

VR 2019/67 Wegvak. Gelding verkeersteken. Kruising.

Jurisprudentie
Uit de toelichting op de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Besluit 28 juni 1991, Stcrt. 1991, 134) volgt dat een bord A1 van kracht is voor het wegvak waarlangs het is geplaatst. Blijkens voormelde Uitvoeringsvoorschriften luidt de definitie van het begrip wegvak: "gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". In een geval als het onderhavige houdt dat in dat het bord A1 van kracht blijft tot aan het begin van het volgende wegvak, derhalve tot na de kruising.

VR 2019/55 Geslotenverklaring. Bevoegdheid verbalisant.

Jurisprudentie
Volgens de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar is de boa Openbare ruimte bevoegd om te handhaven op overtredingen van artikel 62 juncto bijlage I hoofdstuk C (geslotenverklaring) van het RVV 1990. Op 12 april 2011 is door het College van procureurs-generaal (brief met kenmerk Pag/B&S/15674) nadere invulling gegeven in het kader van gemeentelijke handhaving van de WVW. Handhaving op negatie van C borden (RVV 1990) is in relatie tot de openbare orde toegestaan.Gelet op bovengenoemde beleidsregels is de onderhavige boa louter bevoegd om in relatie tot de openbare orde op te treden ter

VR 2018/144 Reikwijdte ontheffing.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12/20”, welke gedraging zou zijn verricht op de Grote Gracht te Maastricht.De betrokkene voert aan dat hij beschikt over een ontheffing om de voetpadzone in te rijden via de kortste route van zijn werk- naar zijn woonadres. De Grote Gracht bevindt zich op die route. Bij zijn ontheffing heeft de betrokkene een transponder gekregen die hij onder zijn auto heeft gemonteerd. Deze doet het betreffende

VR 2018/143 Gehandicaptenparkeerkaart. Matiging sanctie.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “parkeren op invalideparkeerplaats, anders dan met motorvoertuig op meer dan twee wielen met geldige invalidenparkeerkaart”.De betrokkene verklaart dat hij op de avond in kwestie met zijn toenmalige vriendin op bezoek was bij kennissen. De ex-vriendin van de betrokkene is gehandicapt en beschikte over een gehandicaptenparkeerkaart waarmee zij als passagier kon meerijden. De betrokkene had deze kaart achter zijn voorruit gelegd. Bij terugkomst bij het voertuig constateerde hij

VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen

Artikel
VR 2018/119 Milieuzones: de noodzaak, effectiviteit en evenredigheid van maatregelen Mr. C.J.R. van Binsbergen en mr. J.C. Hoogendoorn * * Rudolf van Binsbergen is advocaat-partner bij Wille Donker advocaten en gastdocent bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Hij was betrokken bij de procedure bij de Raad van State over de milieuzone Rotterdam als advocaat van de Stichting Klassiekers Rotterdam. Corina Hoogendoorn werkte eerder als senior juridisch medewerker bij de rechtbank Amsterdam, afdeling bestuursrecht, en is thans werkzaam als paralegal bij Wille Donker advocaten. Milieu is ‘hot’