verkeersongeval

VR 2024/24 Deelgeschil, buitengerechtelijke erkenning aansprakelijkheid door verzekeraar, eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 20 april 2021 was X (verzoeker) betrokken bij een verkeersongeval in Mook. Hij reed op zijn motor en botste met een auto bestuurd door Y. X liep letsel op, waaronder hersenletsel en stelt hierbij Unigarant aansprakelijk. Unigarant erkende aansprakelijkheid, maar trok dit later in na VOA-rapport van eind 2022 waaruit blijkt dat X te snel reed en de Citroën geen voorrang verleende. X vraagt de rechtbank in een deelgeschil om te beslissen dat Unigarant onterecht aansprakelijkheidserkenning heeft ingetrokken. Tevens eist hij volledige vergoeding van zijn schade (100%) en verzoekt de kosten van

VR 2024/12 Hoofdelijke veroordeling, wettelijk verhaalsrecht Waarborgfonds Motorverkeer aansprakelijke personen.

Jurisprudentie

De zaak gaat over een aanrijding op 31 augustus 2017 in Enschede, waarbij X met een door hem bestuurd motorrijtuig geen voorrang heeft verleend aan een voorrangsgerechtigde auto, waardoor er schade aan die auto is ontstaan. De auto waarin X reed was op dat moment op naam gesteld van zijn vader, Y, en was niet verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (SWM) heeft de bestuurder van de voorrangsgerechtigde auto schadeloos gesteld en heeft vervolgens X en Y aansprakelijk gesteld voor het uitgekeerde schadebedrag. Y heeft € 1.025,- betaald aan SWM en SWM

VR 2024/11 Aansprakelijkheid gemeente, gebrekkige opstal, wegbeheerder, wegdek.

Jurisprudentie

De zaak betreft een schadeclaim ingediend door X, die beweert dat zijn auto schade heeft opgelopen tijdens het verlaten van een terrein via een uitrit naar de openbare weg. Deze uitrit bevindt zich op het perceel van de gemeente. X beweert dat het stenen wegdek van de uitrit gebrekkig is, met een verhoging die aan de linkerkant hoger is dan aan de rechterkant. Er zijn volgens hem geen waarschuwingsborden aanwezig. De gemeente heeft aansprakelijkheid afgewezen, waarbij ze stelt dat een kleine verhoging geen schade zou veroorzaken bij langzaam naderen met een standaard voertuig. Als er schade is

VR 2024/10 Letselschade, geen toerekenbare verkeersfout.

Jurisprudentie

Op 20 juni 2018 vond een ongeval plaats waarbij X achterop de auto van Y reed. Dit vond plaats op de snelweg A6 richting Amsterdam. X is WAM-verzekerd bij Unigarant. Y heeft eerder geprobeerd in een deelgeschilprocedure een oordeel te verkrijgen over de aansprakelijkheid, maar dit werd afgewezen omdat de toedracht van het incident nog niet vaststond. Y eist dat Unigarant aansprakelijk wordt verklaard voor de door hem geleden schade en dat Unigarant deze schade moet vergoeden. Hij beweert dat X te weinig afstand hield en te hard reed, wat volgens hem een overtreding is van verkeersregels en

VR 2024/09 Verkeersongeval. Aanrijding op snelweg. Aansprakelijkheid WAM-verzekeraar.

Jurisprudentie
Op 14 juli 2018 vond er een verkeersongeval met twee auto’s plaats op de A20 in Maasland. Beide auto's reden op de linker rijstrook richting Naaldwijk. Op deze weg gold een maximumsnelheid van 130 km/u. Het ongeval betrof een aanrijding waarbij de Renault Megane de Kia Picanto van achteren raakte. De politie heeft naar aanleiding van het verkeersongeval verschillende processenverbaal opgesteld. De Kia Picanto, bestuurd door X, was WAM-verzekerd bij TVM Verzekeringen. De Renault Megane, bestuurd door Y, was verzekerd bij Euro Insurances DAC in Ierland. In Nederland wordt deze vertegenwoordigd

VR 2024/07 Verzekeringsrecht, verhaalsrecht, WAM, goede trouw.

Jurisprudentie

Univé heeft X (verweerder) aangesproken om een schadevergoeding van € 25.000,- te betalen nadat hij onder invloed van alcohol een auto-ongeval heeft veroorzaakt in 2014, waarbij een inzittende gewond raakte. De auto was eigendom van de ouders van X en verzekerd onder de WAM. De verzekering dekte echter geen schade als de bestuurder onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs was. Univé had al € 105.000,- aan de inzittende betaald en wilde dit bedrag op X verhalen. De kantonrechter wees de vordering af, en het hof bekrachtigde dit besluit. Het hof heeft geoordeeld dat X aansprakelijk was als

VR 2023/150 Aanrijding voetgangers, geen billijkheidscorrectie, verdeling aansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Op 1 mei 2022 vond er op het fietspad naast de Nesdijk in Bergen een verkeersongeval plaats waarbij de heer A en mevrouw B betrokken waren. Persoon X, die verzekerd is bij ASR, naderde hen van achteren op een snorfiets en heeft hen niet, of in elk geval niet op tijd, waargenomen. Hierdoor zijn de heer A en mevrouw B van achteren geraakt door persoon X, waardoor alle drie ten val kwamen en letsel opliepen. Als gevolg van het ongeval verloor de heer A tijdelijk zijn bewustzijn en moest hij behandeld worden voor botbreuken, kneuzingen, dubbelzien en onder andere ernstige hoofdpijnklachten. Hij is

VR 2023/147 Deelgeschil letselschade. Geen voorrangsfout. Te hard gereden.

Jurisprudentie

Op 11 oktober 2020 vond er een ongeval plaats tussen verzoeker en de heer A op de kruising van de Dr. Berlagelaan en de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De Dr. Berlagelaan is een voorrangsweg. Verzoeker reed op zijn Yamaha-motorfiets over de Dr. Berlagelaan en kwam in botsing met de voor hem van rechts komende heer A. De heer A wilde op zijn Vespa-motorscooter vanaf de Hendrik Staetslaan de Dr. Berlagelaan oversteken. Zowel verzoeker als A liepen door deze aanrijding ernstig letsel op. De politie heeft een Proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict opgesteld. Het politierapport

VR 2023/132 Prejudiciële vraag. Definitie voertuig. Elektrische fiets.

Jurisprudentie

In een Belgisch geschil tussen twee verzekeringsmaatschappijen, namelijk KBC Verzekeringen NV en P&V Verzekeringen CVBA, zijn er prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof. Het geschil draait om de vraag of een arbeidsongevallenverzekeraar, die de rechten van een fietser heeft overgenomen die betrokken was bij een ongeval met een elektrische fiets, recht heeft op schadevergoeding van de verzekeraar van de automobilist die eveneens bij het ongeval was betrokken. Bij het ongeval is de fietser overleden. De centrale vraag in deze zaak is of de definitie van 'voertuig' uit artikel 1 van

VR 2023/131 Verkeersongeval. Telefoongebruik. Onvoldoende rechtshouden. Overschrijding maximumsnelheid.

Jurisprudentie

De verdachte heeft met zijn bestelbus twee voetgangers aangereden, ten gevolge waarvan de voetgangers (zwaar) lichamelijk letsel hebben opgelopen. Een van de twee wandelaars is vrijwel volledig invalide geraakt. Voorafgaand aan het ongeval heeft de verdachte zijn telefoon gebruikt, de maximumsnelheid overschreden en onvoldoende rechts gehouden terwijl hij wist dat hij in het donker op een smalle, niet verlichte, gevaarlijke weg reed. Ten gevolge hiervan heeft een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsgevonden. Het feit dat de voetgangers goed waarneembaar waren door hun hesjes met