verkeersongeval

VR 2023/125 Verkeersongeval tussen scooter en fietser. Eigen schuld. Geen hand uitsteken bij afslaan.

Jurisprudentie

Op 6 oktober 2020 vond in Leiden een verkeersongeval plaats. Verzoeker reed op zijn scooter achter verweerder die op zijn fiets reed. Zij reden in dezelfde richting en toen verweerder links afsloeg zonder zijn hand uit te steken, botste verzoeker tegen de afslaande verweerder aan waarna verzoeker en verweerder ten val zijn gekomen. Verzoeker heeft hierbij letsel opgelopen. ASR heeft als de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder aangegeven 75% van de schade van verzoeker te willen vergoeden. Verzoeker gaat hiermee akkoord. Partijen zijn het echter niet eens over de oorzaak van de

VR 2023/123 Eigen schuld, billijkheidscorrectie, rechtstreekse betaling door verzekeraar.

Jurisprudentie
In deze zaak heeft er een ongeval plaatsgevonden tussen persoon X en persoon Y op de Beaufortlaan in Soest. Persoon X was in een groep van ongeveer 20 personen hardloopoefeningen aan het doen op en naast de rechterzijde van de weg. Persoon Y fietste op een gewone herenfiets en naderde persoon X van achteren. Op het moment dat persoon Y de groep via de rechterberm wilde passeren, maakte persoon X een "u-turn" naar rechts. Hierbij werd persoon X door persoon Y geschampt en kwam ongelukkig ten val. Persoon X heeft persoon Y aansprakelijk gesteld voor de val. Persoon X heeft een hersenschudding

VR 2023/122 Verkeersongeval, dubbele redelijkheidstoets, redelijke kosten, buitengerechtelijke kosten.

Jurisprudentie
Op 11 april 2022 is X een verkeersongeval overkomen waarbij de verzekerde van ABN AMRO Schadeverzekering geen voorrang heeft verleend aan X, die op zijn motor reed. ABN heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. X heeft Arcus Letselschade B.V. opdracht gegeven om zijn schade als gevolg van het ongeval te verhalen op ABN, waarbij experts en een letselschadeadvocaat van Arcus betrokken waren. Op 19 juli 2022 hebben X en ABN een overeenstemming bereikt over de afwikkeling van de personenschade, waarbij ABN aan X een bedrag van € 4.250,- heeft betaald en de voertuigschade

VR 2023/113 Fietshelm voor kinderen:

Artikel
Het aantal verkeersslachtoffers blijft jaarlijks stijgen, ondanks alle interventies, in plaats van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verwachte en gewenste daling. Het aantal ernstige verkeersgewonden steeg van 2000-2018 met 36%. Van 2013-2022 is de stijging bij fietsers met ernstig letsel 40%. In 2022 waren dit 57.000 fietsers met ernstig letsel. “Voorkomen is beter dan genezen”. Zeker geldt dit spreekwoord voor de ernstige en vaak invaliderende hoofdhersenletsels, die door fietsongevallen te regelmatig ontstaan. Fietshelmen kunnen het optreden van schedelhersenletsel aanzienlijk beperken en de ernst reduceren. Het Centraal Planbureau berekende in 2020 dat ieder jaar 45 verkeersdoden en 1.400 ernstige verkeersgewonden voorkomen kunnen worden door het verplichten van een fietshelm voor kinderen tot de leeftijd van 12 jaar en voor E-bikers. Daarom zijn veel artsen een voorstander van het dragen van een fietshelm, zeker voor kinderen. Hoewel – vooral voor kinderen tot 18 jaar – het dragen van een fietshelm in meerdere landen bij wet formeel verplicht gesteld is, blijft het standpunt van de verantwoordelijke ministers: geen wettelijke verplichting, maar “vrijwillig gebruik stimuleren”.

VR 2023/109 Ongeval voetganger - snorfiets. Aansprakelijkheid en medeschuld.

Jurisprudentie

In de avond van 29 oktober 2021 vond er een ongeval plaats tussen X en C. X bevond zich als voetganger op het fietspad waarop C hem tegemoet reed op een snorfiets. Beide partijen hebben letsel opgelopen en er wordt getwist over de exacte toedracht van het ongeval. Op 12 november 2021 heeft mr. A van TVM namens X Bovemij (de WAM-verzekeraar van C) aansprakelijk gesteld voor het ongeval. Bovemij erkende middels de brief van 23 november 2021 de aansprakelijkheid voor het ongeval en verschafte in dezelfde brief informatie over de letselschaderegeling. Enkele weken later verzocht de zijde van X om

VR 2023/105 Regresvordering verzekeraar, langlopende letselschadezaak, verjaring.

Jurisprudentie

De zaak gaat over een elfjarige jongen, kind A, die na een sportevenement door een vrijwilliger van de Stichting Jong Nederland, persoon X, voor zijn huis werd afgezet en daarna werd aangereden door een auto. De bestuurder van de auto is verzekerd bij Achmea. Stichting Jong Nederland is verzekerd bij Reaal. Na onderhandelingen over de mate van eigen schuld is overeengekomen dat kind A 50% eigen schuld had en dat de andere 50% gelijkelijk door Achmea en Reaal zou worden betaald. In 2007 heeft Achmea de schulddeling ter discussie gesteld en heeft Reaal zich op het standpunt gesteld dat kind A

VR 2023/98 Ongeval met twee botsmomenten, deskundigenrapport, causaliteitsverdeling 50/50, billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Deze zaak betreft een ernstig verkeersongeval op de A9, waarbij persoon X op een Suzuki motor betrokken was en een dwarslaesie opliep. Ook persoon Y in een Renault Megane en persoon Z in een Ford Fiësta waren betrokken. Persoon Y is verzekerd bij Achmea en persoon Z is verzekerd bij National Academic. De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de toedracht van het ongeval niet kon worden vastgesteld. Om te kunnen beoordelen of de andere partijen onrechtmatig hebben gehandeld, was een onafhankelijk deskundigenonderzoek nodig. Persoon X kan zich grotendeels vinden in de conclusies van

VR 2023/96 Verkeersongeval, onrechtmatige daad, eigen schuld, geen groepsaansprakelijkheid.

Jurisprudentie

Op 5 april 2017 vond er een aanrijding plaats tussen voetganger en gedaagde 1 c.s. terwijl voetganger aan de rechterkant van de weg (straat 1) liep en gedaagde 1 op dat moment fietste in straat 1. Voetganger liep ernstig letsel op en is volledig arbeidsongeschikt verklaard. De politie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval, en er is een proces-verbaal opgesteld met getuigenverklaringen. Gedaagde 1 verklaarde dat hij de vrouw niet kon ontwijken en frontaal tegen haar aanreed. Er was geen tijd meer om te remmen en hij reed op dat moment 29 km/u. Gedaagde 2 riep "Ho" naar de voetganger en kon

VR 2023/91 Straatrace. Medeplegen van het veroorzaken van een verkeersongeval. Geen onderscheid tussen aandeel medeverdachte en verdachte.

Jurisprudentie

Op 20 maart 2021 hebben de verdachte en de medeverdachte een spontane straatrace gehouden waarbij met hoge snelheden door de bebouwde kom werd gereden. Vanwege de zeer hoge snelheid waarmee de medeverdachte reed heeft het slachtoffer de situatie waarschijnlijk verkeerd ingeschat en is hij de voorrangskruising opgereden, waarna de medeverdachte hem met zeer hoge snelheid heeft aangereden. Het slachtoffer heeft hier zwaar lichamelijk letsel aan overgehouden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels geschonden door zeer gevaarlijk

VR 2023/74 Dood door schuld. Zwaar lichamelijk letsel. Zeer onvoorzichtig rijgedrag.

Jurisprudentie

Verdachte is met twee wielen in de berm terechtgekomen en vervolgens door een stuurcorrectie naar rechts de weg opgeschoten, in een drift en slip geraakt en uiteindelijk over de kop geslagen, en aan de achterzijde van de weg ondersteboven in een greppel tot stilstand gekomen. Eén inzittende kwam om het leven en een andere inzittende liep een hoge dwarslaesie op. Verdachte reed tussen de 120,6 en 152,5 kilometer per uur waar 80 is toegestaan. Het hof acht bewezen dat verdachte zeer onvoorzichtig heeft gehandeld. De in eerste aanleg opgelegde taakstraf doet volgens het hof onvoldoende recht aan