verkeersongeval

VR 2025/52 Artikel 6 WVW 1994. Rijden onder invloed van drugs. Spookrijden.

Jurisprudentie

De verdachte is onder invloed van MDMA en MDA achter het stuur gestapt en is op de snelweg in tegengestelde richting gaan rijden. Het slachtoffer werd nietsvermoedend geconfronteerd met de tegenligger, waardoor zij moest uitwijken, haar auto in een slip raakte en over de kop sloeg. Het slachtoffer heeft aan het ongeval blijvende verwondingen overgehouden, waardoor zij volledig arbeidsongeschikt is verklaard. De politie heeft daarnaast bij de verdachte in de auto 48 MDMA-pillen en een stroomstootwapen aangetroffen. De verdachte ontkent tegen het verkeer in te hebben gereden en het ongeluk te

VR 2025/51 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Links inhalen op eenbaansweg. Roekeloosheid.

Jurisprudentie

De verdachte heeft als bestuurder van zijn auto met een snelheid van 175 tot 184 km/u gereden waar 80 km/u was toegestaan, terwijl hij op een eenbaansweg probeerde in te halen. Dit resulteerde in een ernstig verkeersongeval waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep. De vraag is of dit gedrag van de verdachte kan worden aangemerkt als schuld in de zin van roekeloosheid. In deze zaak was de verdachte op de betreffende dag gestrest en boos, wat mogelijk invloed had op zijn rijgedrag. Verder was gebleken dat de verdachte eerder die avond ook al snelheden van meer dan 200 km/u had

VR 2025/50 Dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Frontale botsing. Vraag naar culpa. Aanmerkelijke schuld.

Jurisprudentie
De verdachte reed als bestuurder van een auto op een provinciale weg waarbij zij op de verkeerde weghelft terecht is gekomen en frontaal in botsing is gekomen met een tegemoetkomende auto, waarvan de bijrijder om het leven is gekomen en de bestuurder zwaar gewond is geraakt. De centrale vraag is in hoeverre daarbij een aan haar schuld te verwijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad benadrukt dat schuld ook kan worden bewezen bij een kort moment van onoplettendheid, afhankelijk van de omstandigheden. Het hof oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend

VR 2025/46 Deelgeschil. Aanrijding auto-fietser. Toepassing 50%-regel.

Jurisprudentie

Op 13 september 2020 vond in Rotterdam een botsing plaats tussen fietser X en een auto die bestuurd werd door A. X reed op zijn racefiets rechtdoor, terwijl A met zijn auto linksaf sloeg. De fietser botste tegen de rechterachterkant van de auto en raakte hierbij gewond. Beide bestuurders stonden voor een rood licht voordat ze de kruising opreden. Toen het groen werd, trokken zowel A als bestuurder B op. B verklaarde dat A agressief en snel reed. Ook heeft B bevestigd dat X tegen de achterkant van de auto reed. Voorts had B het vermoeden dat de fietser door rood licht was gegaan. In een

VR 2025/44 Aanrijding. Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid. Geen eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 27 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats op een kruising bij een luchthaven tussen een autotransporter van X BV en een vrachtwagen van Sita Recycling. De autotransporter reed de kruising op om linksaf te slaan en bevond zich op de rechterstrook. De vrachtwagen kwam van rechts de kruising opgereden met groen licht. Door wachtende vrachtwagens hadden beide bestuurders slecht zicht op kruisend verkeer, waardoor de voertuigen elkaar raakten. Een getuige verklaarde dat de vrachtwagen van Sita groen licht had, maar slecht anticipeerde en rechts inhaalde met ongeveer 40-45 km/u. Een

VR 2025/33 Forse overtreding maximumsnelheid. Eigen schuld. Causaliteitsverdeling.

Jurisprudentie

Op 6 januari 2023 vond op de Nieuweweg in Valkenburg een botsing plaats tussen twee auto’s. De Volvo van A draaide stapvoets uit een hoteluitrit en werd door de Volkswagen Golf van X aangereden. X reed met 110 km/u, terwijl de maximumsnelheid 50 km/u was. A verklaarde dat hij beperkt zicht had en de Golf niet tijdig zag. Aanvankelijk zei X 50 à 60 km/u te rijden, maar de gegevens toonden een snelheid van 110 km/u aan. Getuigen bevestigden dat A stapvoets reed en dat de snelheid van X te hoog was. De politie concludeerde dat de hoge snelheid van X en het niet verlenen van voorrang door A de

VR 2025/32 Schadevergoeding. Opvolgende persoonlijke onderzoeken. Onrechtmatig verkregen bewijs.

Jurisprudentie

Op 29 september 2015 werd X van achteren aangereden door een auto. Aegon, de WAM-verzekeraar van de autobestuurder die X aanreed, had de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. X was vijf jaar lang in loondienst werkzaam als technisch adviseur c.q. rayonleider voordat hij in 2005 zelfstandig ondernemer in de spuitmachinebranche was geworden. Na het ongeval werkte hij ondanks medische beperkingen 15-20 uur per week. Anonieme tips over mogelijke fraude leidden niet tot onderzoek. In latere jaren ontving X leningen en waren er re-integratiepogingen. Er ontstonden financiële en medische

VR 2025/28 Artikel 6 WVW 1994. Verkeersongeval met dodelijke afloop. Roekeloos rijgedrag.

Jurisprudentie

Het hof acht bewezen dat verdachte als bestuurder van een personenauto een verkeersongeval heeft veroorzaakt door roekeloos te rijden. Hij overschreed een dubbele doorgetrokken streep, reed met een hogere snelheid dan was verantwoord gezien de weersomstandigheden en heeft een andere auto aangereden. Hierbij is de passagier om het leven gekomen en heeft de bestuurder zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 5 jaren. Verdachte toonde eerder

VR 2025/21 Aanrijding voetganger door auto met fatale gevolgen. Vordering smartengeld door erven.

Jurisprudentie

Op 31 augustus 2018 werd A, de moeder van de verzoekende partijen, op een zebrapad aangereden door een automobilist. A liep hierdoor ernstig letsel op waaronder hersenletsel, een verbrijzelde bovenarm, een gebroken linker sleutelbeen, dubbele beenbreuken en een verbrijzelde heupkom. Na een periode van ziekenhuisopname en verblijf in een verpleeghuis overleed zij. De verzekeraar van de automobilist, Euro Insurance, vertegenwoordigd in Nederland door Accident Management Services (AMS), heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Tijdens haar leven maakte A aanspraak op een vergoeding

VR 2025/17 Deelgeschil. Letselschade na verkeersongeval op rotonde. Artikel 185 WVW. Billijkheidscorrectie.

Jurisprudentie

Op 5 augustus 2022 vond een verkeersongeval plaats waarbij fietser X aangereden werd bij het oversteken van de rotonde door automobilist A. X moest voorrang verlenen aan het verkeer op de rotonde volgens de verkeersborden en haaientanden. A wisselde op de rotonde van rijbaan via een doorgetrokken streep en zogenaamde “broodjes” om rechtsaf te slaan, hetgeen resulteerde in de aanrijding. Voor en na de opening van een afslag op de rotonde bevinden zich dubbele lijnen, dit zijn de zogenaamde broodjes. Als gevolg van de aanrijding liep X letsel op, waaronder knieklachten en mentale schade. Ook is