verkeersongeval

VR 2025/64 Aansprakelijkheid verkeersongeval. Beide partijen door rood gereden?

Jurisprudentie

Op de avond van 10 september 2022 vond er een verkeersongeval plaats. Beide bestuurders hadden een aanrijdingsformulier ingevuld. Eiser verklaarde dat hij door groen licht reed terwijl X had aangegeven dat hij linksaf sloeg. De politie heeft ter plaatse een rapport opgemaakt. Later heeft X schriftelijk verklaard dat hij mogelijk een verkeerde afslag nam, maar hij benadrukte dat hij door groen licht reed. Eiser heeft X aansprakelijk gesteld voor de schade. Univé, de WAM-verzekeraar van X, heeft de aansprakelijkheid afgewezen. Beide partijen hebben verklaard dat ze door groen licht reden, maar

VR 2025/62 Narisico van WAM-verzekeraar. Verhaal op onverzekerde. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Achmea, een verzekeringsmaatschappij, bood een WA-verzekering aan op een auto die in juli 2018 op naam van X werd overgeschreven. De auto was tot 21 juli 2018 verzekerd door de vorige eigenaar, maar X sloot na de overschrijving geen nieuwe WA-verzekering af. Op 29 juli 2018 raakte de auto betrokken bij een ongeval. Hierbij werd schade veroorzaakt aan vier geparkeerde auto's. Op basis van de WAM is Achmea nog verantwoordelijk voor schades die plaatsvinden binnen 16 dagen na het beëindigen van de verzekering, het zogeheten "narisico". Achmea heeft in totaal € 11.024,18 uitgekeerd aan de

VR 2025/60 Eenzijdig motorongeval. UWV zoekt verhaal op WAM-verzekeraar. Beroep op samenwoonexceptie.

Jurisprudentie

In dit geschil was een bestuurder die verzekerd was bij Achmea betrokken bij een dodelijk motorongeluk. De passagier raakte ernstig gewond en zij werd volledig arbeidsongeschikt verklaard. Het UWV verstrekt sinds 2008 een WIA-uitkering aan haar. Het UWV vordert schadevergoeding van Achmea op basis van artikel 99 lid 1 WIA. Achmea stelt dat er sprake was van samenwonen en onderbouwt dit met de verhuizing van de passagier naar de woning van de motorrijder en de verkoop van haar huis. Ondanks het gebrek aan concreet bewijs over gezamenlijke financiën of een gezamenlijke huishouding voerde Achmea

VR 2025/57 Meervoudige doodslag. Door rood licht rijden. Geen voorrang verlenen. Voorwaardelijk opzet?

Jurisprudentie

De verdachte heeft als bestuurder van een auto gereden met een snelheid van 81 tot 97 km/u op een weg waar 30 km/u is toegestaan. Hij is daarbij door rood licht gereden en heeft nagelaten een snorfiets voorrang te verlenen. Hierdoor botste hij op de snorfiets, met als gevolg dat twee vrouwen om het leven kwamen. De Hoge Raad boog zich over de vraag of het hof kon oordelen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op een dodelijke afloop van het ongeval heeft aanvaard. Relevante omstandigheden waren dat de verdachte niet heeft geremd, dat het zicht op het fietspad slecht was en dat er door

VR 2025/52 Artikel 6 WVW 1994. Rijden onder invloed van drugs. Spookrijden.

Jurisprudentie

De verdachte is onder invloed van MDMA en MDA achter het stuur gestapt en is op de snelweg in tegengestelde richting gaan rijden. Het slachtoffer werd nietsvermoedend geconfronteerd met de tegenligger, waardoor zij moest uitwijken, haar auto in een slip raakte en over de kop sloeg. Het slachtoffer heeft aan het ongeval blijvende verwondingen overgehouden, waardoor zij volledig arbeidsongeschikt is verklaard. De politie heeft daarnaast bij de verdachte in de auto 48 MDMA-pillen en een stroomstootwapen aangetroffen. De verdachte ontkent tegen het verkeer in te hebben gereden en het ongeluk te

VR 2025/51 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Links inhalen op eenbaansweg. Roekeloosheid.

Jurisprudentie

De verdachte heeft als bestuurder van zijn auto met een snelheid van 175 tot 184 km/u gereden waar 80 km/u was toegestaan, terwijl hij op een eenbaansweg probeerde in te halen. Dit resulteerde in een ernstig verkeersongeval waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep. De vraag is of dit gedrag van de verdachte kan worden aangemerkt als schuld in de zin van roekeloosheid. In deze zaak was de verdachte op de betreffende dag gestrest en boos, wat mogelijk invloed had op zijn rijgedrag. Verder was gebleken dat de verdachte eerder die avond ook al snelheden van meer dan 200 km/u had

VR 2025/50 Dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Frontale botsing. Vraag naar culpa. Aanmerkelijke schuld.

Jurisprudentie
De verdachte reed als bestuurder van een auto op een provinciale weg waarbij zij op de verkeerde weghelft terecht is gekomen en frontaal in botsing is gekomen met een tegemoetkomende auto, waarvan de bijrijder om het leven is gekomen en de bestuurder zwaar gewond is geraakt. De centrale vraag is in hoeverre daarbij een aan haar schuld te verwijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad benadrukt dat schuld ook kan worden bewezen bij een kort moment van onoplettendheid, afhankelijk van de omstandigheden. Het hof oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend

VR 2025/46 Deelgeschil. Aanrijding auto-fietser. Toepassing 50%-regel.

Jurisprudentie

Op 13 september 2020 vond in Rotterdam een botsing plaats tussen fietser X en een auto die bestuurd werd door A. X reed op zijn racefiets rechtdoor, terwijl A met zijn auto linksaf sloeg. De fietser botste tegen de rechterachterkant van de auto en raakte hierbij gewond. Beide bestuurders stonden voor een rood licht voordat ze de kruising opreden. Toen het groen werd, trokken zowel A als bestuurder B op. B verklaarde dat A agressief en snel reed. Ook heeft B bevestigd dat X tegen de achterkant van de auto reed. Voorts had B het vermoeden dat de fietser door rood licht was gegaan. In een

VR 2025/44 Aanrijding. Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid. Geen eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 27 oktober 2016 vond een verkeersongeval plaats op een kruising bij een luchthaven tussen een autotransporter van X BV en een vrachtwagen van Sita Recycling. De autotransporter reed de kruising op om linksaf te slaan en bevond zich op de rechterstrook. De vrachtwagen kwam van rechts de kruising opgereden met groen licht. Door wachtende vrachtwagens hadden beide bestuurders slecht zicht op kruisend verkeer, waardoor de voertuigen elkaar raakten. Een getuige verklaarde dat de vrachtwagen van Sita groen licht had, maar slecht anticipeerde en rechts inhaalde met ongeveer 40-45 km/u. Een

VR 2025/33 Forse overtreding maximumsnelheid. Eigen schuld. Causaliteitsverdeling.

Jurisprudentie

Op 6 januari 2023 vond op de Nieuweweg in Valkenburg een botsing plaats tussen twee auto’s. De Volvo van A draaide stapvoets uit een hoteluitrit en werd door de Volkswagen Golf van X aangereden. X reed met 110 km/u, terwijl de maximumsnelheid 50 km/u was. A verklaarde dat hij beperkt zicht had en de Golf niet tijdig zag. Aanvankelijk zei X 50 à 60 km/u te rijden, maar de gegevens toonden een snelheid van 110 km/u aan. Getuigen bevestigden dat A stapvoets reed en dat de snelheid van X te hoog was. De politie concludeerde dat de hoge snelheid van X en het niet verlenen van voorrang door A de