Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2020/125 Van bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen en beyond

    Artikel
    VR 2020/125 Van bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen en beyond Rianka Rijnhout * * Dr. R. Rijnhout is als universitair hoofddocent verbonden aan de onderzoeksgroep Ucall en aan het onderzoekscluster Empirical Legal Research into Institutions for Conflict Resolution (ERI), Universiteit Utrecht. De bijdrage is afgesloten in april 2020. 1. Inleiding In 1995 besteedde de LSA aandacht aan het thema ‘Bijzonder letsel, Aansprakelijkheid voor psychisch letsel en psychosomatische gevolgen van letsel’. Inmiddels zijn wij 25 jaar verder en kunnen wij constateren dat er veel is veranderd ten
  2. VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd

    Artikel
    VR 2020/126 De wet affectieschade: nader beschouwd Mr. E.W. Bosch * * (LSA/ASP) letselschadeadvocaat/ partner bij Vogelaar Bosch Spijer Advocaten. 1. Inleiding Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. 1) Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de
  3. VR 2020/127 Administratieve sanctie. Bevoegdheid buitengewone opsporingsambtenaar.

    Jurisprudentie
    De ambtenaar die de administratieve sanctie heeft opgelegd is een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in het domein Openbare ruimte. In de destijds geldende Beleidsregels boa is de bevoegdheid voor een boa in dit domein om een sanctie op te leggen voor het negeren van een C-bord beperkt tot gevallen waarin de handhaving verband houdt met de openbare orde. Voor overige overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 mogen boa's op grond van de domeinlijst in de Beleidsregels slechts een sanctie opleggen voor zover het stilstaande voertuigen betreft. Daarop is een uitzondering gemaakt voor de
  4. VR 2020/128 Doodslag? Dood door schuld. Rijden onder invloed.

    Jurisprudentie
    (Na terugwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 19 maart 2019, VR 2019/148). Het is een feit van algemene bekendheid dat door het gebruik van alcoholhoudende drank het reactievermogen afneemt, de waarneming slechter wordt en het derhalve moeilijker wordt om te rijden. Het risico op een ongeval neemt door het gebruik van alcohol dan ook aanzienlijk toe. In dit geval had de verdachte een zeer grote hoeveelheid alcoholhoudende drank genuttigd. Gelet hierop, in samenhang bezien met de aard van de weg waarop de verdachte reed, het nachtelijk tijdstip en de afwezigheid van straatverlichting, is
  5. VR 2020/129 Opzetheling. Bewijs.

    Jurisprudentie
    Gelet op het vluchtgedrag van verdachte en de omstandigheid dat hij - zoals kan worden afgeleid uit hetgeen hij ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verklaard - niet in het bezit was van het kentekenbewijs van de auto, gaat het hof er vanuit dat de verdachte wist dat de auto van misdrijf afkomstig was. Het hof gaat er voorts vanuit dat die wetenschap bij de verdachte reeds bestond op het moment van het voorhanden krijgen van de auto, nu aanwijzingen ontbreken dat de wetenschap van de herkomst uit misdrijf pas is ontstaan na het voorhanden krijgen van de auto.
  6. VR 2020/13 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Strafmaat.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft zich op 9 oktober 2016 aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam gedragen door na het nuttigen van te veel alcoholhoudende drank te gaan autorijden en tijdens het rijden de bestuurder van een fiets, het latere slachtoffer, niet te zien en daardoor zijn verkeersgedrag niet aangepast aan de aanwezigheid van de bestuurder van de fiets. Als gevolg daarvan is hij met de door hem bestuurde personenauto in aanrijding gekomen met het slachtoffer. Slachtoffer is ten gevolge van de aanrijding komen te overlijden. De verdachte is die dag omstreeks 16:25 uur ter plaatse aangehouden en
  7. VR 2020/130 Bedreiging met zware mishandeling. Geen afstand houden.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft, rijdend in een auto met aanhanger, meermalen een motoragent bedreigd door bijna tegen diens motor aan te rijden. De motoragent gaf de verdachte een stopteken en heeft op twee momenten snelheid geminderd om haar gevolg te laten geven aan het stopteken. De verdachte had gevolg moeten geven aan het stopteken door haar snelheid te verminderen en door te stoppen op de aangewezen plek. In plaats daarvan is zij met onverminderde snelheid doorgereden en bijna tegen de motor aangereden. Hierdoor heeft de verdachte de motoragent, die op dat moment zijn werk deed, ernstige vrees
  8. VR 2020/131 Dood door schuld. Aanmerkelijk of zeer onvoorzichtig?

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft - gelet op de omstandigheden ter plaatse - op de linker rijstrook met een te hoge snelheid gereden, terwijl hij onder invloed van alcohol verkeerde. Door de waarschuwingslichten en het dynamisch route-informatiepaneel was voor de weggebruikers duidelijk zichtbaar gemaakt dat sprake was van een bijzondere situatie. Verdachte had die lichten kunnen en moeten opmerken. Van verdachte mocht dan ook worden verwacht dat hij zou anticiperen op de bijzondere situatie ter plaatse. Hij had zijn snelheid moeten verminderen, zoals het overige verkeer deed, en rekening moeten houden met
  9. VR 2020/132 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Zeer onvoorzichtig en onoplettend.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft op 9 september 2018 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Hij heeft met zijn auto op een oversteekplaats een voetganger en een fietsster aangereden. Verdachte reed harder dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur en hij heeft zijn snelheid bij het naderen van de oversteekplaats niet verminderd. Dit terwijl kort vóór en ten tijde van de aanrijding op het fietspad langs de weg en op de oversteekplaats een (bijna) constante stroom van fietsers reed, in verband met een publieksevenement. De verkeerssituatie was overzichtelijk en de fietsers waren
  10. VR 2020/133 Geparkeerde auto valt onder 'deelneming aan het verkeer van voertuigen'.

    Jurisprudentie
    Het arrest betreft een prejudiciële vraag over de uitleg van art. 3 van richtlijn 2009/103/EG. Een auto die geparkeerd stond in de privégarage van een gebouw heeft vuur gevat. De brand heeft het gebouw beschadigd. Volgens het hof valt onder het begrip 'deelneming aan het verkeer van voertuigen' in art. 3, eerste alinea van richtlijn 2009/103 ook de situatie waarin een in een privégarage van een gebouw gestald voertuig dat overeenkomstig zijn functie van vervoermiddel wordt gebruikt, vuur heeft gevat en brand veroorzaakt, ook al was het voertuig voor de brand al meer dan 24 uur niet verplaatst
  11. VR 2020/134 Schietincident Alpen aan den Rijn: aansprakelijkheid, relativiteit, condicio sine qua non-verband en toerekenbaarheid?

    Jurisprudentie
    Op zaterdag 9 april 2011 heeft een schutter in en rond het winkelcentrum 'de Ridderhof' in Alphen aan den Rijn met vuurwapens op mensen geschoten. Er werden zes mensen gedood en zestien mensen verwond. Verweerders zijn slachtoffers dan wel nabestaanden, ooggetuigen en winkeliers van wie eigendommen bij het schietincident zijn beschadigd. Onderdeel 1 bestrijdt het oordeel van het hof dat de door de korpschef bij de verlening van het verlof geschonden norm mede tot doel heeft om de burger in zijn individuele belang te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van een vuurwapen (op
  12. VR 2020/135 Verkeersongeval 2006; deelgeschil 2013; bodemprocedure 2017; niet-ontvankelijk wegens berusting.

    Jurisprudentie
    A is in 2006, toen was hij 16 jaar oud, op zijn bromfiets aangereden door een auto. B is de WAM-verzekeraar van de auto. Na het ongeval steggelen A en B over de vraag of de (lage) rugklachten van A het gevolg zijn van het ongeval. Op gezamenlijk verzoek heeft orthopeed C twee deskundigenrapporten opgesteld. C heeft geen "blijvende posttraumatische afwijking" of een "medisch oorzakelijk causaal verband" tussen het ongeval en de klachten kunnen vaststellen. Bij beschikking van 7 november 2013 heeft de rechtbank voor recht verklaard dat sprake is van een (juridisch) causaal verband tussen de
  13. VR 2020/136 Sliding voetbalwedstrijd; amputatie onderbeen; niet onrechtmatig.

    Jurisprudentie
    A loopt tijdens een voetbalwedstrijd een zware blessure op, waardoor zijn linker onderbeen moet worden geamputeerd. A stelt dat de blessure is ontstaan door een onrechtmatige sliding van tegenspeler B. A spreekt B aan tot vergoeding van de schade die hij als gevolg van de sliding heeft geleden. Op basis van rapporten van medisch adviseurs gaat het hof ervan uit dat het letsel van A is ontstaan door een geweldsinwerking op de enkel van A. De vraag is van welke speler de geweldsinwerking afkomstig is. Aan de hand van videobeelden van de wedstrijd stelt het hof vast dat B (en niet zijn medespeler
  14. VR 2020/137 Ongeval rallyclinic; regresvordering; schending klachtplicht.

    Jurisprudentie
    Op 25 oktober 2013 heeft een rallyclinic plaatsgevonden voor sponsoren van stichting A op een afgesloten terrein in Duitsland. Tijdens de clinic werd gebruikt gemaakt van rallyauto's van D (een motorsportbedrijf en huurder van het terrein, gedaagden). Gedurende de clinic heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen twee rallyauto's. Een auto werd bestuurd door B (de bestuurder van stichting A) en de andere auto werd bestuurd door een ingeschakelde instructeur. De bijrijder van B (C) is bij de aanrijding gewond geraakt. Bij vonnis van 30 januari 2019 is voor recht verklaard dat onder meer A
  15. VR 2020/138 Vordering ter beschikking stellen passende woonruimte.

    Jurisprudentie
    Eiseres is op een kruispunt ten val gekomen doordat zij onvoldoende voorrang/ruimte kreeg van een eveneens links afslaande vrachtwagen. Zij kwam hierdoor ten val waarna een van de wielen van de vrachtwagen over haar bekken is gereden en zij enkele meters werd meegesleept voordat de vrachtwagen stilstond. Zij vordert dat Allianz wordt veroordeeld om passende woonruimte ter beschikking te stellen. Hiermee wordt beoogd een voorschot op de schadevergoeding te krijgen, namelijk een betaling in natura (art. 6:103 BW). Volgens de voorzieningenrechter heeft eiser een spoedeisend belang bij haar
  16. VR 2020/139 Letselschade; voorschotten voldoende; geen vergoeding buitengerechtelijke kosten.

    Jurisprudentie
    Een ondernemer (A) is betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hij is als bestuurder van een bestelwagen van achteren aangereden door een auto. Sinds het ongeval ondervindt A nek- en rugklachten, tintelingen in zijn arm, hoofdpijn etc. B heeft als WAM-verzekeraar van de auto aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en aan A € 7.000 aan voorschotten betaald en € 7.740,08 aan buitengerechtelijke kosten. In conventie vordert B een verklaring voor recht dat zij niets meer aan A is verschuldigd. In reconventie vordert A dat B wordt gelast mee te werken aan het inschakelen van een rekenkundige
  17. VR 2020/14 TOM-zitting. Ontvankelijkheid. Vertrouwen.

    Jurisprudentie
    De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat het Openbaar Ministerie partieel niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Aan dit verweer is ten grondslag gelegd dat tijdens de zitting in het kader van een op te leggen Transactie door het Openbaar Ministerie (TOM-zitting) enkel het verwijt aan verdachte voorlag dat hij een ongeval had veroorzaakt waardoor letsel aan het slachtoffer (slachtoffer 1 - bestuurder) was toegebracht en niet aan slachtoffer 2 (tevens passagier). Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel in dit geval is allereerst vereist
  18. VR 2020/140 Letselschade; noodzakelijke verhuizing; verzekeraar moet aangepaste woning financieren.

    Jurisprudentie
    In 2007 is fietser A aangereden door fietser B. De aansprakelijkheidsverzekeraar van B (C) heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. A heeft als gevolg van de aanrijding letsel aan zijn knie opgelopen, waardoor hij binnenshuis gebruik moet maken van krukken en een rollator. De krukken en de rollator zijn voor A fysiek belastend. Een door partijen ingeschakelde deskundige (X) heeft geconstateerd dat de huidige woning van A niet rolstoel toe- en doorgankelijk kan worden gemaakt. X heeft een overzicht opgesteld van woningen die passend (te maken) zijn met daarbij een indicatie van de
  19. VR 2020/141 Arbeidsongeval; werkgever aansprakelijk; geen schending klachtplicht werknemer.

    Jurisprudentie
    Op 9 december 2016 was A als uitzendkracht van B en in opdracht van C werkzaam op een bouwproject. A stelt dat hij tijdens dit werk door een steiger is gezakt en dat hij daarbij letsel aan zijn knie heeft opgelopen. A vordert een verklaring voor recht dat B en C op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk zijn voor de schade die hij door dit ongeval heeft geleden. B en C verweren zich met de stelling dat (i) A zijn klachtplicht ex art. 6:89 BW heeft geschonden. A heeft zich pas op 19 december 2016 ziek gemeld en heeft B pas op 20 mei 2017 en C pas op 8 maart 2018 aansprakelijk gesteld. Voorts
  20. VR 2020/142 Twee aanrijdingen; causaal verband; voorschot wegens studievertraging.

    Jurisprudentie
    A is in 2016 tweemaal een ongeval overkomen. Op 21 maart is A, toen zij in haar auto reed, van de zijkant aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij B. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Op 20 juli is A, toen zij in haar auto reed, van achteren aangereden door een auto die ingevolge de WAM verzekerd was bij C. C heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van dit ongeval erkend. Na het ongeval/de ongevallen ervaart A onder meer hoofdpijn, vergeetachtigheid en concentratieproblemen. Ten tijde van het eerste ongeval zat A in het tweede jaar van

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!