Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2019/72 Ruiterongeval: uiting van de eigen energie van de pony (art.
    6:179 BW).

    Jurisprudentie
    Op 4 januari 2012 is appellante tijdens een groepsles een ongeval overkomen. Aan het einde van de les werd gesprongen over een parcours bestaande uit vier of vijf hindernissen. De laatste hindernis was een zogenaamde dubbelsprong, twee op korte afstand van elkaar geplaatste hindernissen die bij elkaar horen, waarbij het paard na de eerste hindernis vrijwel direct de volgende hindernis moet nemen. De moeilijkheidsgraad van het parcours werd geleidelijk opgebouwd, waarbij appellante met haar paard (C) de hindernissen zonder problemen nam. Op enig moment weigerde het paard de tweede hindernis van
  2. VR 2019/73 Onware schadeaangifte na aanrijding (art. 7:941 lid 5 BW)?

    Jurisprudentie
    Op 5 januari 2014 rond 23.00 uur heeft op de Binckhorstlaan te Den Haag een aanrijding plaatsgevonden tussen een door geïntimeerde bestuurde auto en een door betrokkene 1 bestuurde auto. Geïntimeerde reed daar op de als voorrangsweg aangeduide Binckhorstlaan toen betrokkene 1, komend vanuit een zijweg, die laan is opgereden en daarbij toen geen voorrang heeft verleend aan geïntimeerde. Betrokkene 1 is met de voorzijde van de door hem bestuurde auto aangereden tegen het midden van de rechterzijkant van de door geïntimeerde bestuurde Mercedes. Als gevolg van die aanrijding is schade ontstaan aan
  3. VR 2019/74 Regres op veroorzaker schade, schadestaat envaststellingsovereenkomst.

    Jurisprudentie
    Geïntimeerde heeft op 13 januari 2013 als bestuurder van een voertuig een ongeval veroorzaakt. Bij het ongeval was ook het voertuig van de heer B betrokken. Ten tijde van het ongeval was ten aanzien van het voertuig bestuurd door geïntimeerde een aansprakelijkheidsverzekering van kracht bij verzekeraar Bovemij. De verzekeraar is aangesproken tot betaling van door B geleden schade. Namens B is een voorlopige schadestaat opgesteld met een totaal te vorderen bedrag van € 25.418,28. Enige maanden later is tussen de verzekeraar en B een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op grond daarvan heeft de
  4. VR 2019/75 Ongeval door paard; betekenis van prejudiciële beslissing 'Imagine' over de aansprakelijkheid van medebezitters van het dier.

    Jurisprudentie
    Op 29 juni 2008 maakten geïntimeerde en appellante sub 2, samen met hun dochter, een rit met een koets die door middel van een enkelspan werd voortgetrokken door een paard. Appellante sub 2 zat rechts voorin op de bok in de hoedanigheid van koetsier. Bij het binnenrijden van de plaats Oude Ade werd het paard onrustig nadat het was geschrokken. Geïntimeerde is toen, op verzoek van appellante sub 2, links naast het paard gaan lopen in de hoop dat het paard zou kalmeren. Op dat moment kwam vanuit de tegengestelde richting een auto aanrijden. De bestuurder van de auto heeft zijn auto tot stilstand
  5. VR 2019/76 Achteropaanrijding; opzettelijk veroorzaakt verkeersongeval;verzekeringsfraude.

    Jurisprudentie
    Uit het tussenarrest van 5 december 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:5463):Appellant is als automobilist van achteren aangereden door X toen hij voor een rotonde remde. Hij heeft de WAM-verzekeraar van X aangesproken tot vergoeding van de schade aan zijn auto. De kantonrechter heeft in eerste aanleg overwogen dat het enkele feit dat X niet in staat is geweest om haar voertuig tijdig tot stilstand te brengen, onvoldoende is om aan te nemen dat zij een verkeersfout heeft gemaakt. De kantonrechter heeft appellant vervolgens opgedragen te bewijzen dat X op onvoldoende zorgvuldige wijze aan het verkeer
  6. VR 2019/77 Dekkingsgeschil; joyriding.

    Jurisprudentie
    Eiser heeft sinds mei 2016 een bestelauto geleased bij Autolease Company. De bestelauto is 'Beperkt Casco' verzekerd bij ASR. Op 21 oktober 2016 is de zestienjarige zoon van eiser zonder diens toestemming in de bestelauto gaan rijden. Tijdens deze rit is de zoon een ongeval overkomen waarbij de bestelauto total loss is geraakt. ASR weigert vervolgens de schade aan de bestelauto te vergoeden, omdat de feitelijke bestuurder niet in het bezit was van een rijbewijs en omdat eiser niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen om joyriding te voorkomen. ASR wijst erop dat ingevolge artikel 8
  7. VR 2019/78 Aansprakelijkheid ballonvaarder voor overlijden van
    papegaaien?

    Jurisprudentie
    Eiser woont in een woning die is gelegen op een aan hem toebehorend bosperceel en houdt daar hobbymatig papegaaien. Gedaagde is luchtballonvaarder. Op zaterdag 11 en zondag 12 maart 2017 nam hij deel aan een ballonvaart in wedstrijdvorm. De vraag die centraal staat is of de luchtballonvaarder aansprakelijk is voor het overlijden van drie papegaaien van eiser. Volgens de rechtbank is er sprake van een onrechtmatige daad van gedachte jegens eiser. Als de papegaaien zijn komen te overlijden ten gevolge van het overvaren met de luchtballon door gedaagde, dan heeft gedaagde hiermee inbreuk
  8. VR 2019/79 Achteropaanrijding, causaal verband.

    Jurisprudentie
    Eiser is in 2005 als automobilist voor een stoplicht van achteren aangereden door een bij ASR verzekerde bestelbus. ASR heeft (volledige) aansprakelijkheid erkend. Eiser is sindsdien arbeidsongeschikt. In deze procedure staat de vraag centraal of deze voortdurende arbeidsongeschiktheid het gevolg is van het ongeval. Daarbij is van belang dat juist in de periode direct rond het ongeval een conflict is ontstaan tussen eiser en zijn mede-vennoten, dat eiser daarbij grote financiële verliezen heeft geleden en dat sindsdien sprake is van ernstige depressieve klachten. ASR betwist het causaal
  9. VR 2019/8 WAM-verzekering; regres; ontbreken geldig rijbewijs.

    Jurisprudentie
    Een vriendin van gedaagde heeft met zijn auto een ongeval veroorzaakt. De WAM-verzekeraar heeft de schade van de wederpartij vergoed en neemt nu regres op gedaagde omdat de vriendin ten tijde van het ongeval niet beschikte over een geldig rijbewijs. De vordering wordt toegewezen. De vriendin beschikte uitsluitend over een Haïtiaans rijbewijs, terwijl zij op grond van de Landsverordening wegverkeer slechts mocht rijden met een Arubaans rijbewijs. Zij beschikte dus inderdaad niet over een geldig rijbewijs en op grond van de polisvoorwaarden bestaat er in die situatie geen dekking.
  10. VR 2019/80 Verzekeringszaak; uitleg begrip 'opzettelijk veroorzaakteschade' in polisvoorwaarden.

    Jurisprudentie
    Op 23 juni 2014 heeft een incident plaatsgevonden bij het terrein van de Rooi Pannen (ROC) in Tilburg. Toen gedaagde - vluchtend voor een docent - in zijn auto wegreed van het terrein, is hij tegen een stagiair-toezichthouder aangereden. Als gevolg van deze aanrijding heeft de stagiair-toezichthouder letsel opgelopen. Gedaagde is strafrechtelijk vervolgd voor deze aanrijding en bij verstek veroordeeld voor mishandeling. Ten tijde van het ongeval was de auto van gedaagde verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid bij eiseres. Eiseres heeft aan de stagiair-toezichthouder een schadevergoeding
  11. VR 2019/81 Art. 96 Rv-procedure. Uitrit of gelijkwaardige kruising?

    Jurisprudentie
    Art. 96 Rv-procedure. Ongeval op 15 maart 2017 tussen automobilisten B en M. Uitsluitend materiële schade. Deze procedure draait om de vraag of de kruising waarop de aanrijding heeft plaatsgevonden een gelijkwaardige kruising betreft (zodat B overeenkomstig art. 15 RVV voorrang had moeten verlenen aan de van rechts komende M) of dat M uit een uitrit kwam (en derhalve overeenkomstig art. 54 RVV voorrang had moeten verlenen aan B). Cruciaal is dus of sprake was van een uitrit. Daarbij is van belang zowel het bestemmingscriterium als het constructiecriterium. De weg waaruit M kwam leidt naar een
  12. VR 2019/82 Deelgeschil; ongeval tussen fietser en bus; geen reden om 50%
    aansprakelijkheid te verhogen wegens uiteenlopende ernst van fouten en ernst
    van letsel.

    Jurisprudentie
    Op 23 oktober 2017 heeft op de Theresiastraat in Den Haag een ongeval plaatsgevonden tussen verzoekster en een HTM stadsbus. Verzoekster fietste de parkeergarage van het Paleis van Justitie uit en draaide rechtsaf de Theresiastraat op. Ter hoogte van het direct naast de inrit van de parkeergarage gelegen pand is verzoekster ten val gekomen. De stadsbus is over haar linkerarm gereden, waardoor zij ernstig armletsel heeft opgelopen. De stadsbus was ten tijde van het ongeval verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid bij Achmea. Verzoekster verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat HTM
  13. VR 2019/83 Optillen van persoon na avondje stappen: onrechtmatige daad
    of ongelukkige samenloop van omstandigheden?

    Jurisprudentie
    In de nacht van 31 juli op 1 augustus 2017 heeft verzoekster op vakantie te Burgas (Bulgarije) een uitgaansgelegenheid bezocht. Daar heeft zij verweerder gesproken die eveneens met enkele Nederlandse vrienden op vakantie te Burgas verbleef. Omstreeks 03.30 uur - tijdens de wandeling naar het hotel - heeft verweerder verzoekster van achteren benaderd en opgetild en is hij met haar weggerend en ten val gekomen. Als gevolg van deze val heeft verzoekster een complexe (drievoudige) enkelbreuk opgelopen. Verzoekster vordert aansprakelijkheid van verweerder voor alle geleden en te lijden materiële en
  14. VR 2019/84 Verkeersongeval; sommenverzekering; verrekening uitkering metschadevergoeding.

    Jurisprudentie
    In 2015 is verzoekster een verkeersongeval overkomen toen zij in het donker op haar elektrische fiets reed. Bij een kruising zag verzoekster een voertuig staan van het bedrijf van verweerster 1 en daarnaast een busje van het bedrijf Bo-Rent. Het ongeval vond plaats doordat een medewerker van verweerster 1 een sleepkabel strak had gespannen boven het wegdek, zodat het busje van Bo-Rent uit het zand kon worden gesleept. Door verweerster 1 waren geen veiligheidsmaatregelen getroffen. Verzoekster is met haar fiets tegen deze kabel gereden, waardoor zij ernstig letsel heeft opgelopen. De
  15. VR 2019/85 Letselschade zesjarig kind veroorzaakt door paard; geen
    aansprakelijkheid bezitter; aansprakelijkheid ouder wegens gebrek aan toezicht.

    Jurisprudentie
    Op 18 september 2016 is verzoekster samen met haar zesjarige dochter op bezoek gegaan bij persoon A en diens vijfjarige zoon, die woonden op een boerderij. Op een weiland, gelegen op een paar honderd meter afstand van de boerderij, stonden toen twee paarden; een wit en een bruin paard. Het bruine paard behoorde in eigendom toe aan verweerder. Na het avondeten zijn de dochter en de zoon naar het weiland gelopen om de paarden een appel te voeren. Verzoekster en persoon A hadden hiervoor toestemming gegeven en daarbij tweemaal benadrukt dat zij niet bij de paarden in de wei mochten komen en voor
  16. VR 2019/86 Bijzondere manoeuvre, aansprakelijkheid voor ongeval motorscooter en auto komt niet vast te staan.

    Jurisprudentie
    Op 27 juli 2017 heeft op het kruispunt van de Hoefkade en de Van Mierisstraat in Den Haag een aanrijding plaatsgevonden tussen verzoeker als bestuurder van een motorscooter en een persoon rijdend in een auto. De auto is WAM-verzekerd bij Delta Lloyd. Op het moment van het ongeval was het druk op de Hoefkade. De straat stond vanuit de richting van treinstation Hollands Spoor vol met auto's. Deze auto's stonden in een enkele rij achter elkaar te wachten om links danwel rechts te kunnen voorsorteren bij de stoplichten van de kruising van de Hoefkade met de Vaillantlaan. Daarbij moesten zij het
  17. VR 2019/9 Verkeersongeval; aansprakelijkheid en 25% eigen schuld staan vast; beoordeling verdienvermogen vóór ongeval en in theoretische situatie zonder ongeval.

    Jurisprudentie
    Verzoekster heeft van 1995 tot 2001 Medische Biologie gestudeerd. Daarna heeft zij een jaar promotieonderzoek verricht en diverse artikelen gepubliceerd. In de zomer van 2003 is verzoekster als secretaresse gaan werken bij het OLVG, waarna zij in januari 2004 is aangenomen als bedrijfsleidster/onderzoekscoördinator plastische chirurgie van het OLVG, in welke functie zij per 1 maart 2004 zou starten. Op 19 februari 2004 is verzoekster op haar fiets aangereden door een bus van GVB, waardoor zij ernstig en blijvend orthopedisch en neurologisch (schedelhersen)letsel heeft opgelopen. De GVB heeft
  18. VR 2020/01 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving

    Artikel
    VR 2020/1 Verkeersveiligheid en verkeershandhaving Wetgeving en beleid 2016-2019 Mr. A.H.J.M. Damen * * Officier van justitie bij het parket CVOM van het Openbaar Ministerie. Inleiding Het terrein van de verkeershandhaving is volop in beweging. Na de beide alcoholslot-uitspraken in 2015 van de Hoge Raad 1) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2) zijn er verschillende beleidsbrieven door de beide verkeersministers aan de Kamer geschreven, is er een regeerakkoord met een verkeersparagraaf en ligt een wetsvoorstel voor voor wijziging van de Wegenverkeerswet. In deze bijdrage
  19. VR 2020/02 'Roekeloze rijders' en rare wetgeving (deel 2)

    Column
    VR 2020/2 ‘Roekeloze rijders’ en rare wetgeving (deel 2) In de vorige aflevering van dit tijdschrift zijn wat woorden gewijd aan het nieuwe, op 1 januari jongstleden ingevoerde art. 5a WVW 1994. Naast het rare verbod om ‘opzettelijk zich zodanig in het verkeer te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden’, bevat dat art. 5a ook nog een tweede lid dat de moeite van het belichten waard is. In dit artikellid is het volgende bepaald: ‘Bij de toepassing van het eerste lid wordt mede in aanmerking genomen de mate waarin de verdachte verkeerde in de toestand, bedoeld in
  20. VR 2020/03 Parkeren zonder parkeerschijf. Blauwe streep.

    Jurisprudentie
    Bestuurlijke sanctie ter zake van “motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij blauwe streep terwijl niet is voorzien van een duidelijk geplaatste parkeerschijf”. Hoewel de blauwe streep in afwijking van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens mogelijk smaller is dan tien cm, brengt dit echter niet mee dat geen sanctie aan de betrokkene kan worden opgelegd. Vaste rechtspraak van dit hof is dat de bepalingen in de Uitvoeringsvoorschriften BABW zijn gericht tot de wegbeheerder. Weggebruikers kunnen aan die regels geen rechten ontlenen. Het staat niet ter beoordeling van de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!