Zoeken

9656 resultaten gevonden

  1. VR 2020/107 Administratieve sanctie. Bewijs. Camera.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd ter zake van “als (snor)fietser bij ontbreken (verplicht) (brom)fietspad niet de rijbaan gebruiken (bijv. rijden op trottoir, voetpad)”, welke gedraging zou zijn verricht op de Museumstraat te Amsterdam met een snorfiets.Aan weerszijden van de doorgang onder het Rijksmuseum te Amsterdam is een camera-installatie geplaatst boven de weg ten behoeve van de handhaving van een voetgangersgebied, aangeduid door de borden volgens model G7, Bijlage 1 RVV 1990 voorzien van de tekst: "Zone"
  2. VR 2020/11 Kop-staartbotsing. Dood door schuld? Gevaarzetting.

    Jurisprudentie
    De verdachte heeft als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto) op de weg, de Rijksweg A27, gereden. Zij heeft op die weg de snelheid van haar voertuig niet voldoende geminderd bij het naderen van haar voorligger en heeft geen of onvoldoende stuurbeweging met haar auto gemaakt toen haar auto de auto van haar voorligger naderde. Zij is vervolgens tegen de linker achterkant van de auto van het slachtoffer aangereden. Hierbij is de auto van het slachtoffer (meermalen) over de kop gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot terecht gekomen, waardoor het slachtoffer is gedood. In
  3. VR 2020/110 Geslotenverklaring. Milieuzone. Onderbord. Bewijs. Geautomatiseerde constatering.

    Jurisprudentie
    Op het onderbord ontbreekt de voor de betrokkene relevante aanduiding betreffende personenauto's diesel 31 december 2000. In dit geval kan daarom aan de verklaring van de ambtenaar dat door middel van een tekst op het onderbord is aangegeven dat de geslotenverklaring ook betrekking heeft op dieselauto's van 31 december 2000 en ouder niet de betekenis toekomen dat kan worden vastgesteld dat de betrokkene de gedraging heeft verricht.
  4. VR 2020/111 Camerabeelden. Vormvoorschrift. Bewijs. Gebrek in vooronderzoek.

    Jurisprudentie
    Volgens artikel 177h lid 1 Wetboek van Strafvordering van Sint Maarten staat aan een in dat artikel bedoeld schriftelijk bevel gelijk ‘een mondeling bevel dat, op straffe van nietigheid, binnen drie dagen op schrift is gesteld’. De omstandigheid dat het desbetreffende mondeling bevel door tijdsverloop nietig is, staat er niet aan in de weg dat een nadien gegeven schriftelijk bevel is te beschouwen als een geldig bevel in de zin van dat artikel.
  5. VR 2020/112 Doorrijden na ongeval. Verlaten plaats ongeval.

    Jurisprudentie
    De verdachte is als bestuurder van een motorrijtuig betrokken geweest bij een verkeersongeval op een voetgangersoversteekplaats, waarbij een voetganger gewond is geraakt. Vervolgens heeft de verdachte haar voertuig nabij de plaats van het ongeluk achtergelaten en is zij weggegaan. Zij heeft, voordat zij de plaats van het ongeval verliet, niet kenbaar gemaakt dat haar voertuig betrokken is geweest bij het ongeval en zij heeft ook niet haar eigen identiteit bekendgemaakt. Het op deze vaststellingen gebaseerde oordeel van het hof dat artikel 7 lid 1, aanhef en onder a, WVW 1994 van toepassing is
  6. VR 2020/113 Weigering bloedproef. Recht op ademonderzoek?

    Jurisprudentie
    Indien ten aanzien van een verdachte de verdenking is gerezen dat hij - kort gezegd - art. 8 WVW 1994 heeft overtreden, kan de procedure worden toegepast strekkende tot een onderzoek naar het alcoholgehalte in zijn adem, dan wel zijn bloed als bedoeld in art. 8, tweede lid, WVW 1994. Het in de eerste volzin van het vierde lid van art. 163 WVW 1994 gegeven voorschrift vormt een procedurele waarborg dat de opsporingsambtenaar zijn bevoegdheid tot het vragen van toestemming tot medewerking aan het bloedonderzoek niet buiten de in de wet voorziene gevallen uitoefent. De enkele omstandigheid dat
  7. VR 2020/114 Dood door schuld? Gevaar. Schuldigverklaring zonder toepassing van straf.

    Jurisprudentie
    Bij de inhaalmanoeuvre met de door de verdachte bestuurde bus is de rechterbuitenspiegelsteun in aanraking gekomen met het linker handvat van de fiets van de fietsster die op dat moment op de fietsstrook fietste. De verdachte heeft dus een inschattingsfout gemaakt ten aanzien van de ruimte die op dat moment beschikbaar was om veilig langs de fietssters te rijden. Bij nader inzien bleek dat met name door de uitstekende rechterbuitenspiegelsteun, de ruimte om de twee naast elkaar rijdende fietssters in te halen, op die plaats en op dat moment te krap was. Hoewel de gevolgen van deze
  8. VR 2020/115 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Maximumsnelheid. Mate van schuld. Straf.

    Jurisprudentie
    De verdachte is in de nacht van 17 september 2017 na een avond stappen onder invloed van veel meer dan de toegestane hoeveelheid alcoholhoudende drank in de auto gestapt en heeft binnen de bebouwde kom de maximumsnelheid met in elk geval 50 kilometer per uur overschreden. De verdachte reed in een voor hem onbekende auto en was afgeleid, omdat hij zijn hoofd had gedraaid naar de bijrijdster en met haar aan het praten was. De verdachte is toen met een veel te hoge snelheid de bocht ingereden, in die bocht de macht over het stuur kwijtgeraakt en een woning gedeeltelijk ingereden. De bewoner van
  9. VR 2020/116 Rijden onder invloed. Andere stof dan alcohol. Toepasselijke voorschriften. Recht op tegenonderzoek.

    Jurisprudentie
    Het hof overweegt dat de verdachte wordt verweten zich op 28 november 2016 schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). Het hof stelt vast dat het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (hierna: het Besluit), zoals aangehaald door de raadsman, in werking is getreden op 1 juli 2017. Blijkens artikel 22 van het Besluit wordt een onderzoek dat ter vaststelling van een overtreding op grond van artikel 8, eerste lid, WVW 1994 voor de inwerkingtreding van dit besluit is of wordt uitgevoerd, afgehandeld
  10. VR 2020/117 Rijden onder invloed. Termijn van bloedafname. Vormverzuim.

    Jurisprudentie
    De termijn van 90 minuten als bedoeld in art. 12 lid 3 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer strekt er niet toe de juistheid of betrouwbaarheid van het resultaat van het bloedonderzoek te waarborgen. Zij is blijkens de Nota van toelichting op het Besluit hoofdzakelijk ingegeven door doelmatigheidsoverwegingen, die verband houden met het (over het algemeen) snel afnemen van het gehalte aan THC in het bloed. De gestelde termijn van anderhalf uur maakt aldus geen onderdeel uit van het stelsel van strikte waarborgen waarmee het onderzoek is omgeven, zodat het resultaat daarvan
  11. VR 2020/118 Shockschade; dodelijk verkeersongeval; confrontatievereiste; identificatie in mortuarium.

    Jurisprudentie
    X, geboren in 1994, is als 20-jarige als au pair naar Nederland gekomen. Zij verbleef bij een gastgezin in Rotterdam. Toen zij enige maanden in Nederland was, is zij overleden als gevolg van een ongeval waarbij zij met haar fiets onder een vuilniswagen is terechtgekomen. De ouders en broer van X, appellanten, zijn direct nadat zij op de hoogte waren gebracht van het ongeval naar Nederland gereisd en hebben X geïdentificeerd in het mortuarium. De chauffeur van de vrachtwagen is strafrechtelijk vervolgd voor dood door schuld. ABN AMRO is de WAM-verzekeraar van de vuilniswagen. Zij heeft
  12. VR 2020/119 ANWB hulpverlener rijdt met zwaai- en alarmlichten achteruit op A2 en wordt aangereden door automobilist.

    Jurisprudentie
    In 2013 vond een aanrijding plaats op de A2 tussen twee voertuigen, waarbij beide voertuigen deels op de vluchtstrook terechtkwamen. Ten tijde van de aanrijding was sprake van invallende duisternis en lichte regen, terwijl op de plaats van de aanrijding geen straatverlichting aanwezig was. Een ANWB-hulpverlener (X) is ter plaatse gekomen en heeft zijn voertuig voorbij het ongeval op de vluchtstrook tot stilstand gebracht. Nadat X de stand van zaken had bekeken, heeft hij, om een veilige situatie te creëren, besloten om zijn voertuig vóór de plaats van de aanrijding te zetten. Daartoe heeft hij
  13. VR 2020/12 Dood door schuld. File. Kop-staart-botsing. Beroepschauffeur.

    Jurisprudentie
    De verdachte is met zijn vrachtwagen op een stilstaande file gebotst ten gevolge waarvan een ander om het leven is gekomen. De verdachte is zijn snelheid niet gaan minderen op en vanaf het moment dat hij had kunnen zien - en behoren te zien - dat vóór hem sprake was van steeds langzamer rijdend tot bijna stilstaand verkeer. Vanaf dat moment was er nog in ruime mate de tijd om zijn snelheid aan te passen. Het overige verkeer, waaronder ook voor de vrachtauto van verdachte rijdende vrachtwagens, was wel ruimschoots in staat om op tijd snelheid te minderen of tot stilstand te komen zonder een
  14. VR 2020/120 Fietser schrikt van auto en valt; art. 6:185 WVW; geen overmacht.

    Jurisprudentie
    In 2012 is A met haar fiets ten val gekomen in een bocht naar rechts. Op het moment dat zij de bocht naderde, kwam B met zijn auto vanuit tegenovergestelde richting rijden. Toen A de auto van B zag, heeft zij van schrik geremd en haar stuur naar rechts gedraaid. Zij is van haar fiets gevallen en op het asfalt terechtgekomen naast de auto van B, waarbij zij haar pols en onderbeen heeft gebroken. De vraag is of B en diens WAM-verzekeraar (C) aansprakelijk zijn op grond van art. 6:185 WVW voor de schade die A als gevolg van het ongeval heeft geleden of dat aannemelijk is dat het ongeval is te
  15. VR 2020/121 Aanrijding motorfiets en snorscooter; geen voorrang verleend; geen eigen schuld.

    Jurisprudentie
    Toen A op zijn snorscooter een kruising vrijwel was overgestoken, is hij van links aangereden door een motorfietser (B). Vaststaat dat B voorrang had op A en dat B 70 km/uur reed op een weg waar een maximumsnelheid van 50 km/uur geldt. De WAM-verzekeraar van de motorfiets (C) heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval voor 75% erkend. In deze procedure verzoekt A een verklaring voor recht dat C gehouden is 100% van de door hem geleden en nog te lijden schade te vergoeden. De rechtbank gaat ervan uit dat A naar links heeft gekeken voordat hij de kruising overstak, aangezien A op
  16. VR 2020/122 Schade in verband met zorg door partner van benadeelde.

    Jurisprudentie
    In juni 2009 is verzoeker met een mes in de borstkas gestoken. Tijdens de behandeling in het ziekenhuis in Rotterdam is als gevolg van het inbrengen van een Flexi-Seal (systeem voor de opvang van ontlasting) een perforatie van de darm ontstaan, waardoor er een buikvliesontsteking ontstond en er blijvend een stoma dient te worden aangebracht. Prof. dr. J.G. van der Hoeven heeft als deskundige een rapport uitgebracht over de juistheid van de medische behandeling en heeft gerapporteerd dat de behandelaars de darmperforatie eerder hadden moeten ontdekken. Verweerster heeft naar aanleiding van het
  17. VR 2020/123 Eenzijdig fietsongeval; uitritconstructie; wegbeheerder aansprakelijk; 80% eigen schuld.

    Jurisprudentie
    A is met zijn fiets gevallen. Toen hij vanuit laan X linksaf sloef om laan Y - een straat met een uitritconstructie - in te fietsen, is hij met zijn voorwiel tegen een trottoirband met trottoirkolk aangekomen, waardoor hij is gevallen. A verzoekt dat de rechtbank voor recht verklaart dat de gemeente op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden. De rechtbank overweegt dat een onverharde driehoek van het wegdek aan het einde van laan Y (de kant waar A laan Y in fietste) recent is bestraat, waardoor laan Y nu breder is dan de uitrit
  18. VR 2020/124 Reikwijdte van art. 1019w Rv en verzoek vergoeding buitengerechtelijke kosten.

    Jurisprudentie
    Op 30 november 2016 is verzoeker in zijn busje van achteren aangereden door een ingevolge de WAM bij Unigarant verzekerde auto. Na het ongeval ervaart verzoeker nek-, rug- en schouderklachten, in verband waarmee hij zijn werk aanvankelijk tijdelijk heeft neergelegd. Drie maanden na het ongeval heeft verzoeker zijn werk weer volledig hervat, ondanks het persisteren van de klachten. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend voor het ontstaan van de aanrijding. Het eerste verzoek strekt ertoe dat de kantonrechter op de voet van art. 1019w e.v. Rv Unigarant zal veroordelen tot betaling van de

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!